Tilburg beleefde gisteren een griezelige en bedrieglijke maar op een bepaalde manier ook prachtige dag. Griezelig, vanwege vele tientallen agressieve uitdagende types die van een afstand probeerden ons bij de actie tegen Zwarte Piet die we hielden, te intimideren. Griezelig omdat een grote groep van hen zich ongetwijfeld op ons gestort zou hebben, zoals hun geestverwanten dat eergisteren in Eindhoven deden, als de politie dat niet had tegengehouden. Bedrieglijk door die politiebescherming die veiligheid geacht werd te bieden, maar juist de kwetsbaarheid van ons, van demonstranten tegenover de straatfascisten onderstreepte. Accepteer onze bescherming tegen die agressieve pro-Pietenlui, op onze voorwaarden en binnen door ons afgekondigde beperkingen. Dat was de boodschap die de gemeente en de aanzienlijke politiemacht ons feitelijk meegaf door ons te beschermen, door pro-Pieten-lui tegen te houden en op te pakken, maar ons ook een lokatie voor onze actie op te leggen waar we feitelijk niet uit de voeten konden. Prachtig was de dag ergens dus ook, maar dat zal gaandeweg wat duidelijker worden.
Even een stukje aanloop. In Tilburg is al enige tijd een Anti Zwarte Piet Comité Tilburg (AZPCT) actief. Dat comité had op 10 oktober 2018 een informatieavond georganiseerd met Jerry Afriyie, onder meer voorman van Nederland Wordt Beter, een groep die zich inzet tegen de racistische karikatuurfiguur Zwarte Piet. Succesvol, 36 of 37 bezoekers. Ook bracht het comité verklaringen uit waarin gemeente, Sinterklaascomité, scholen, wijkcentra en kinderopvangplekken gevraagd werd om Zwarte Piet uit de Sinterklaasviering te verwijderen. Zo brachten we – ik maak deel uit van het AZPCT – ook in Tilburg de kritiek op Zwarte Piet verder op gang. Maar voor een straatprotest kozen we als comité (nog) niet.
Kick Out Zwarte Piet (KOZP) nam echter landelijk het initiatief om rond de intocht in 18 plaatsen actie tegen Zwarte Piet te gaan voeren. Tilburg was één van die plaatsen, en na enige onduidelijkheid in de communicatie besloten we als AZPCT om zij aan zij met KOZP die oproep in Tilburg handen en voeten te geven. Er kwam contact met de gemeente tot stand. Die eiste van ons dat we genoegen namen met een plek die niet aan de route van de intocht lag, namelijk het Stekelenburgplein, bij het centraal station. Dat was niet wat we wilden. Protesteren tegen een fenomeen doe je immers graag op de plaats waar dat fenomeen zich voordoet. Protesteren tegen een regering doe je bij regeringsgebouwen, protesteren tegen een kerncentrale doe je bij die kerncentrale (doe je mee, Arjen Lubach?), en protesteren tegen een racistisch vormgegeven Sinterklaasintocht doe je dus bij die racistisch vormgegeven Sinterklaasintocht. Met minder wilden we geen genoegen nemen.
Maar we bleken niets te willen te hebben: de burgemeester had besloten dat protesteren bij de intocht niet werd toegestaan. Een reeks verkeerstechnische en veiligheidsargumenten werden aangedragen om dat te onderbouwen. Niet al die argumenten waren wellicht onzin, maar ze waren er duidelijk bijgesleept om ons protest op afstand te houden van datgene waartegen we wilden protesteren: de racistische aankleding van de intocht. Maar beweging was er niet in te krijgen. Onder protest, en na telefonisch spoedoverleg, gingen we akkoord met de ons toegewezen plek. Zoiets heet dan al gauw ‘afspraken maken tussen demonstranten en de gemeente’. Misleidend is die formulering. Een afspraak die je niet in volle vrijheid maakt, en waar je geen reële keuzes hebt, is geen afspraak maar een opgelegde eis. Dat je daarmee, onder dreiging met dwang, akkoord gaat verandert daar niet echt iets aan.
Het ‘sluiten’ van dit ‘akkoord’ voltrok zich afgelopen vrijdagmiddag, in Stadskantoor 6 aan de Spoorlaan op de twaalfde verdieping. De twee gemeentefunctionarissen waar een maat en ik zaken mee deden, waren één en al vriendelijkheid, hetgeen mij extra op mijn hoede maakt. Af en toe lieten ze hun tanden zien, bijvoorbeeld door mij fijntjes aan een eerdere arrestatie, tijdens een poging om actie te voeren tegen Pegida, te herinneren. ‘Geseponeerd’, kaatste ik terug.
Maar steeds zocht men de toon van welwillende redelijkheid. Ik blijf doorgaans ook vriendelijk van houding. Maar ik voel het risico. Ik wens niet te worden ingepolderd of doodgeknuffeld. Maar aan een platte ruzie hadden wij ook niks. Dus praktische dingen afgesproken: dat ik contact met politie en gemeente zou onderhouden en dergelijke, en hoe dat zou gaan.
Die middag vlogen ook persberichten over de voornemens van AZPCT en KOZP rond, met mijn actieve medeplichtigheid. Zo belandde ik in de rol van perswoordvoerder én contactpersoon met politie/gemeente… voor een actie waar pas twee dagen eerder echt een basis voor was gelegd.
Zaterdag was de dag van de hel van Eindhoven, de griezelige confrontatie op de Erasmusbrug en omgeving in Rotterdam, en andere grimmige confrontaties. Aan de ene kant bendes als Pietenfans opererende fascisten en aanverwanten. Aan de andere kant vreedzaam actievoerende antiracisten tegen Zwarte Piet. Op de ene plaats bood de politie enige bescherming tegen de straatterreur. Zo ging het in Hoorn. Op de andere plaats slaagde zij daar niet erg in, even aangenomen dat haar pogingen erg serieus waren bedoeld. Zo ging het in Eindhoven. Op sommige plaatsen had het gezag de dreiging van pro-Pieten-geweld aangegrepen om anti-Zwarte Piet-demonstraties te verbieden, of naar zulke absurde zijtonelen te verbannen dat KOZP zelf afzag van een protest. In een enkele plaats zag KOZP zich genoodzaakt om actie af te blazen omdat de dreiging te groot werd bevonden. Slechts op enkele plekken konden anti-Zwarte Piet-actievoerders relatief ongehinderd hun gang gaan.
Verontwaardiging, maar ook angst waren het logische antwoord van demonstranten… en ook van mensen die op zaterdag nog thuis waren gebleven. Zaterdagavond werd dan ook een schepje bovenop de mobilisatie voor Tilburg gedaan. Want waar al die andere plaatsen hun vrolijke, door straatfascisten kracht bijgezette kinderfeestoptocht op zaterdag 17 november hielden, daar was Tilburg pas zondag 18 november aan de beurt.
Inderdaad kregen we laat in de avond signalen dat er mensen uit andere steden naar Tilburg zouden komen, om ons te ondersteunen. Daar zaten dus mensen bij die zaterdag al de volle laag van de straatterreur onder ogen hadden gezien… en gevoeld. Diep respect, grote dankbaarheid!
Maar er waren ook tekenen dat uit de hoek van supporters van het plaatselijke voetbalclubje Willem II mensen naar ons protest wilden komen, met duidelijk vijandige bedoelingen. Die bereikten ons vanuit gemeente en uit eigen kring via via. Spanning, zo vlak voor De Dag. Met hoeveel zouden we zijn? Hoe zou het verlopen? Hoe erg zou het worden?
Zondag begonnen we ons rond elf uur te verzamelen op het Stekelenburgplein. Al flink wat politie, een ME-busje, later ook politie te paard. Ik zag een groepje mededemonstranten in de stationshal. Daar op af, en ik kreeg te horen dat er al iemand van was gearresteerd, na ID-controle. Dat was met politie-arrogantie gepaard gegaan, iemand anders uit die groep was de telefoon uit handen geslagen door politie. Dat begon al goed.
Ik ben meteen naar agenten toegestapt op zoek naar de commandant van de politie met wie ik contact zou onderhouden. Heel vervelend om dan met zo’n bevelhebber der vijandelijke troepen de hand te moeten schudden. Ik doe zoiets met tegenzin. Maar onder de gegeven omstandigheden was het wel zo verstandig, vrees ik. De arrestatie bij die politieman aangekaart, samen met de kameraad die het had gezien. Het zou worden doorgegeven, of zo.
De groep demonstranten groeide, vooral toen de bus met actievoerders uit Amsterdam aankwam: vijftien tot twintig mensen erbij! Daaronder Jerry Afriyie, kopstuk van KOZP. Hartelijke begroetingen over en weer. Maar al snel werd duidelijk dat die mensen niet wisten dat we niet bij de route zouden staan. Ergernis, teleurstelling, boosheid.
Wat intussen ook duidelijk was: dat Stekelenburgplein was helemaal niet de drukke lokatie waar iedereen ons kon zien met ons protest, zoals de gemeente had gezegd om ons met die plek te verzoenen. Doordeweeks is het er druk, op zaterdag ook. Maar op zondagmiddag dus niet, en zeker niet als de halve stad even verderop zich voor die racistische Sinterklaasparade opmaakt.
Eigenlijk – zo was de teneur van mensen – hadden we nee moeten zeggen en moeten cancelen. Maar we waren hier nu eenmaal. Wat nu te doen? Overleg tussen organisatoren, soms hinderlijk onderbroken door persmensen die iets wilden vragen. Een aantal daarvan had ik gelukkig inmiddels al te woord gestaan.
We besloten om het protest als zodanig af te blazen, maar wel bijeen te blijven en er een manifestatie van te maken. Zo gezegd, zo gedaan. Korte tijd erna deden diverse sprekers waaronder ik het woord, afgewisseld met spreekkoren. ‘No More Blackface!’, ‘Zwarte Piet Kan Niet, Zwarte Piet Mag niet, Zwarte Piet Hoort Niet’, ‘Zwarte Piet, Zwart Verdriet’, ‘Zwarte Piet is Racisme’, en met een knipoog, Zwarte Piet moet in de Zak’ en ‘Geen Pepernoten voor Zwarte Piet’.
De AntiRacismeGroep Tilburg was er met een mooi spandoek. Ik had nog snel zaterdagavond een doek volgespoten met ‘Zwarte Piet is racisme’. Mensen hadden borden met leuzen, ik had er ook nog een paar in elkaar geknutseld. Jerry Afriyie – door een agent trouwens hinderlijk met ‘Jeffrey’ aangesproken – kondigde sprekers aan en sprak zelf ook. Het was een prima half uur van luide en duidelijke actie. Pers zag en hoorde het. Maar afgezien van de vijandige Pietenfanbrigade en de aanwezige politiemacht hadden we nauwelijks toehoorders buiten eigen kring. Nee, dit was geen goede plek.
De groep waarmee we stonden mocht er echter wezen! Ik telde zeker vijftig mensen, en toen had ik nog niet iedereen meegenomen. Sommige mensen kwamen pas toen het bijna voorbij was. Zestig mensen hebben er vast wel aan de actie deelgenomen. Een handvol uit Tilburg, flinke groepen van elders waaronder Amsterdam en Rotterdam. Een veelkleurige groep in veel opzichten. Een sterke groep. Maar ook een kwetsbare groep.
Van drie kanten werden we intussen vijandig beloerd door groepjes pro-Pieten. Die riepen ons van alles toe, maar gegooid en zo werd er niet echt. Toen vanuit de stationshal de vijandige groep groter was geworden en dichterbij probeerde te komen, hield de politie ze tegen, onder meer door er een politiebus overdwars voor te zetten. Een ander groepje werd met enkele politiemensen te paard op afstand gehouden. Ja, de politie beschermde ons. Maar dat maakte ons dus extra afhankelijk van wat de politie wel of niet wilde en toeliet.
Op een gegeven moment wilde de politie ons aan de zijkant van het plein hebben, op en bij trappen, met muren in onze rug. Dan kon ze ons beter afschermen, zo suggereerde de politie. Het zou echter hebben betekend dat, als de politielinies zouden bezwijken onder de straatterreurbendes, wij geen kant op gekund zouden hebben. We accepteerden het niet, we bleven waar we waren.
Na de leuzen en toespraken gingen we uiteen, na een levendige, maar dus aanzienlijk ingekorte en ingeperkte actie. Volgende vraag: hoe komen we veilig weg? Een groep ging onder politiebegeleiding naar de trein. Een andere groep wachtte op de bus. Een groepje mensen uit Tilburg vertrok richting drinklokatie even verderop. Al snel zag een groepje van acht Pietenfans ons. Drie van hen volgden ons. We keerden voor onze veiligheid terug naar het plein. Kort erna voegden we ons bij de mensen die met de bus meegingen. Onder politiebegeleiding gingen we naar die bus en stapten in.
Even verderop stopte de bus en konden we er op een wat veiliger aan voelende plek weer uit. Naar iemand thuis met een handvol mensen, nagepraat, en vervolgens naar huis. Moe, opgelucht, wel degelijk ook trots op wat we onder moeilijke omstandigheden toch samen hadden verricht. En zestig mensen was veel en veel meer dan ik had durven verwachten toen ik me in het helpen organiseren van deze actie stortte afgelopen woensdag. Trots!
Bij het napraten bleek intussen uit berichtgeving in de media dat de dreiging van pro-Pieten veel groter was dan we ter plekke hadden gezien. Een groep van vijftig tot zestig mensen had zich voor of tijdens onze actie verzameld op het NS-Plein en wilde naar ons toe komen. Politie hield ze tegen, sloot ze in en hield iets van veertig of vijftig mensen aan. Alweer: ja, de politie beschermde ons. Maar wederom: ze deed dat op háár voorwaarden, om haar eigen redenen. Ons demonstratierecht speelde wellicht formeel daarbij een rol. Maar het voorkomen van chaotische taferelen zal belangrijker zijn geweest. Het was vooral ook een demonstratie van politiemacht en gemeentelijke opgelegde autoriteit: ‘WIJ zijn de baas op straat. WIJ maken uit wie er demonstreert en wie niet, WIJ maken uit waar dat gebeurt.’ Ook als die politiemacht nu eventjes in ons voordeel werkte, het blijft een inherent vijandige, inherent repressieve en verwerpelijke macht.
En ja, onze demonstratie voldeed aan legale voorwaarden, was door ons aangemeld en er waren ‘afspraken’ met ons gemaakt. Dan is het vervolgens hun ’taak’ om ons te ‘faciliteren’, dat is het idee. De groep Pietenfans vormde een niet-aangemelde demonstratie in de ogen van het gezag. Dat verschil rechtvaardigt in gezagsogen dan optreden tegen hun en bescherming van ons. Maar wat feitelijk beschermd werd, was niet zozeer ons demonstratierecht als wel hun autoritaire, democratisch vermomde ‘rechtsorde’.
En ja, ik gun die agressieve Pietenfans hun middagje in de cel: het betreft hier de “nazi’s van morgen”, zoals een kameraad dat tijdens het napraten treffend omschreef. Maar elke arrestatie wegens vergrijpen tegen de ‘openbare orde’ is in het nadeel van linkse, radicale, antiracistische en antifascistische actievoerders. Het werkt als precedent als ze weer eens mensen uit onze bewegingen met hetzelfde openbare-orde-excuus van de straat willen plukken door het soort ontvoering dat ‘arrestatie’ heet.
Elk van die arrestaties onderstreept de staatsmacht, die een aan ons vijandige macht is. En juist arrestaties van onze vijanden, ‘ter bescherming’ van ons, verstevigt de legitimiteit van de staat en de politie in de ogen van te velen. Juist die legitimiteit functioneert als zand in onze ogen en ondermijnt de principiële afwijzing die we maar beter tegenover elk staatsgezag kunnen handhaven.
Kortom, die arrestatie van halve en hele fascisten vandaag gaf emotioneel wellicht wat bevrediging. Weten zij ook eens hoe het voelt en zo. Maar het is zeer onverstandig om ook dit soort repressie toe te juichen, laat staan om er toe op te roepen. Het echte antwoord op onze kwetsbaarheid is niet: ’Politie, bescherm ons!’ Het echte antwoord op die kwetsbaarheid is ‘Strength in Numbers and Solidarity’, zoals ik het in mijn toespraakje noemde. Meer actievoerders, met een weerbare houding en een bereidheid en bekwaamheid om onszelf en elkaar fysiek te verdedigen tegen straatterreur. Toekomstmuziek? Ja. Maar de partituren van die muziek kunnen we maar beter nu al beginnen uit te schrijven, dan kunnen de repetities snel van start.
Eenmaal thuis lag er nog een vraag: onze gearresteerde kameraad! Was die al vrijgelaten? Nee dus. Nu gaan we het niet zomaar laten gebeuren dat één van ons zonder ondersteuning zit en vrij komt zonder dat iemand bijvoorbeeld bij de uitgang van een cellencomplex wacht. Na mijn rolletjes als perswoordvoerder en contactpersoon naar het gezag, mocht ik nu voor arrestantengroep spelen, gelukkig samen met anderen. Contact gezocht met advocaat, gemeente en politie om er achter te komen waar de door politie ontvoerde medestrijdster zat, en hoe laat ze zou worden vrijgelaten. Dat zou half acht worden… maar tussen vijf en zes bereikte het goede nieuws me: ze is vrij!
Snel haar opgebeld, en haar nog even begroet en op koffie getrakteerd op het station. In de Starbucks, jawel… Ze maakte het goed, ze had zich verveeld, en ze baalde dat ze de actie had gemist. Ze had bij haar vrijlating dan ook maar even een poging gedaan om een agent om te turnen wat Zwarte Piet betreft. Haha. Contactgegevens uitgewisseld, zo groeien en verstevigen we onze netwerken. Als het gezag denkt dat ze onze strijd breekt door mensen op deze manier van de straat te plukken en weg te stoppen, dan vergist de staat zich deerlijk.
Daarmee sluit ik mijn verslag af. Het was een inspannende, maar waardevolle dag. De dreiging van straatgeweld en agressie was reëel. De inperking van ons demonstratierecht was ernstig. Maar de onderlinge warmte en de kracht van de solidariteit van ons als demonstranten samen tegen Zwarte Piet en racisme en dreiging van straatterreur maakten dit een dag die wel degelijk ook hoop bood.
Eerder verschenen bij: Ravotr