De couppoging van een groep militairen laat zien dat de al enige tijd woedende machtsstrijd binnen de Turkse staat nog volop aan de gang is. Het mislukken van de staatsgreep wordt door aanhangers van de regerende AKP gevierd als een overwinning van de democratie. Wat een schijnvertoning. Welke democratie? President Recep Erdoğan riep meteen na de couppoging dat Fethullah Gülen er achter zat, zijn voormalige vriend en strijdmakker.
We moeten constateren dat de greep naar de macht door de militairen slecht getimed, gepland en uitgevoerd is, maar zo marginaal als gesuggereerd wordt is de omvang van de deelnemende eenheden niet. Dat blijkt alleen al uit het aantal arrestaties, waaronder enkele hoge generaals. Het is niet aan ons om de militaire macht te gaan analyseren of beoordelen. Wat wel opvallend is bij deze couppoging, in vergelijking met de eerdere, is dat hij geen steun lijkt te hebben gehad van de VS of andere grote mogendheden, nauwelijks steun kreeg van de bevolking, ook niet van de seculiere kemalisten (nationalisten), en zelfs niet van het hele leger of zelfs maar de legertop.
Het beeld bestaat dat de coup is tegengehouden door een massale mensenmassa, maar dat is een vertekende weergave van de werkelijkheid. Ondanks herhaalde oproepen door Erdoğan en de AKP-top is alleen in de twee grote steden Istanboel en Ankara hun aanhang de straat op gegaan, ondanks het feit dat de partij een enorme organisatie is met een aanhang die in de miljoenen loopt. In geen enkele andere stad zijn vergelijkbare massa’s gezien.
(Lees verder bij de bron van dit artikel)
Via:: Doorbraak