Op zaterdag 4 juli 2020 begint de Landelijke Tuinvlindertelling. Deze telling wordt voor de 12e keer door De Vlinderstichting georganiseerd en duurt 4 weken. Iedereen met een tuin of een balkon kan meedoen via www.vlindermee.nl.
- Kies een zonnig moment, want dan laten de meeste vlinders zich zien.
- Loop een rondje door de tuin en noteer gedurende 15 minuten alle vlinders die je ziet. Maar tel deze waarnemingen niet bij elkaar op, want dan kan het zijn dat u vlinders twee keer telt. Geef dus alleen het hoogste aantal door van een soort die u tegelijk hebt gezien. Voorbeeld: u ziet eerst 3 dagpauwogen tegelijk. Tien minuten later zijn er weer 2 dagpauwogen. Dan geeft u door: 3 dagpauwogen.
- Geef je telling door via de app Vlindermee of via deze website. Ziet u later op de dag of één van de andere teldagen weer vlinders? Dan kunt u die doorgeven via een nieuwe telling.
Tips om vlinders te tellen
- Vlinders zijn vooral actief tussen 11 uur ’s ochtends en 3 uur ’s middags. Wordt het warmer dan 25 graden? Dan kan je beter voor 11 uur ’s ochtends gaan tellen, of na 17 uur.
- U hoeft geen onderscheid te maken tussen vrouwtjes- en mannetjesvlinders.
- In onze Nederlandse tuinen zijn er zo’n 20 vlindersoorten te ontdekken. De Vlinderstichting heeft een handige herkenningskaart waarop u de vlinders kunt bekijken.
- Wilt u de telling eerst op papier noteren? Download dan deze tellijst en print hem.
- Bij de vlindertelling in 2017 is de atalanta het vaakst aangetroffen. Gevolgd door de kleine vos en dagpauwoog. Welke vlinder zal dit jaar als eerste eindigen?
Overgenoomen van de Vlinderstichting, waar u meer over de telling kunt vinden.
– Uitgelichte afbeelding: de ligusterpijlstaart – als u een ligusterheg heeft kunt u die verwachten bij mooi weer.
Door picture taken by Olaf Leillinger – Eigen werk, CC BY-SA 2.5, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=4286081