De socioloog Willem Schinkel is een van de weinige intellectuelen in Nederland die niet de status quo op de een of andere manier vergoelijken. De toestand van razende stilstand op weg naar de volgende implosie van het financiële kapitaal, waar de “99%” de rekening voor gepresenteerd zal krijgen, levert verandering op die het in feite niet is. In een stuk waarvan ik niet zeker ben of u het vrijuit kunt lezen werkt hij zeven punten uit over het beginsel “Trump”, dat iets anders is dan de persoon die nu president-in-wording is in de Verenigde Staten. De zeven punten met kort eigen commentaar:
1. ‘Trump’ is geen radicale breuk met de status quo
De aanhalingstekens zijn voor het beginsel Trump, de consequentie van veertig jaar neoliberaal sloopbeleid van het publiek domein en sociale rechten. De persoon Trump is de belichaming van dit sloopbeleid dat onder hem voortvarend zal worden voortgezet – of het om het publieke domein gaat of om “het milieu” op wereldschaal, en de toch al niet omvangrijke verworvenheden van de werkende klasse, zoals het in Nederland heette tot de neoliberale hegemonie ook hier toesloeg.
2. Het gaat niet om opleiding, het gaat om klasse
Dat “diploma” niet een minder precair bestaan met zich meebrengt dan “geen diploma” of “te weinig diploma” was al duidelijk in de actievormen die in 2011 op allerlei plaatsen in de wereld naar voren kwamen. Hoogopgeleid en zelfs als groenteboer gekoeioneerd en gemarginaliseerd (Tunesië). De bezettingsacties van 15 mei in Spanje gingen uit van hoogopgeleiden die tot werkloosheid gedoemd waren. Iets dergelijks gold waarschijnlijk ook in hoge mate voor Occupy in de VS en de navolgingsacties elders, en ook Nuit debout in Frankrijk werd of wordt gedragen door studenten en afgestudeerden die de precariteit ontwaren. De klassepositie van de hoger opgeleiden is niet anders dan die van de niet-hoogopgeleiden.
3. Trump is geen afrekening met het neoliberalisme, maar de ultieme belichaming ervan
Nog veel meer van hetzelfde dus.
4. Trump is geen signaal van de ‘opkomst van populisme’ onder ‘verliezers van de globalisering’
De twee partijen die de macht verdelen in d Verenigde Staten – de Republikeinse meer dan de Democratische, maar er is geen wezenlijk verschil – belijden direct of indirect het “witte privilege” dat ze in economisch beleid even gemakkelijk afbreken.
In Nederland is het beginsel “Wilders”, in het verlengde van Fortuijn, een uitvergroting van de behoefte van alle grote partijen “de dingen eindelijk eens te benoemen” en daarmee de autochtoon genoemde kiezers boven anderen te stellen. Zonder hun verder iets van belang te bieden te hebben overigens – het spruitjesnationalisme van “het prachtige land” daargelaten.
5. Het hele politieke establishment is debet aan het principe ‘Trump’
Dit ligt in het verlengde van voorgaande stelling. De beklemtoning van “culturele” verschillen, in de VS gaand van het recht op abortus tot en met in Nederland het eenvoudige recht van moslims op hun gebedshuizen, is een praktijk van ongeveer alle belangrijke partijen. Toegeving op een “cultureel” punt maakt het afbreken van sociale rechten naar het lijkt minder zichtbaar: het homohuwelijk is ingevoerd, het ziekenfonds is afgeschaft. Echt links hoort zich met beide bezig te houden en voor beide in te zetten.
6. Het is gevaarlijk juist nu het vertrouwen in de democratie op te geven
Het komt er op aan meer democratie te eisen of te veroveren die verkiezingen te boven gaat.
In Nederland is het van een D66-achtige progressiviteit om steeds grotere territoriale eenheden onder een bestuur te vatten: gemeenten opheffen, liefst ook provincies, waterschappen. In feite moeten mensen democratische zeggenschap hebben op klein niveau naast het landelijk bestuur dat technocratisch van alles bedisselt (nieuwste proefballonnetje: schaf de gemeenteraden af).
Democratie past niet bij een neoliberale ordening. Dus is het juist zaak deze te koesteren en uit te breiden.
7. De revolutie komt na ‘Trump’
Verzet zal een overlevingsstrategie moeten zijn die leidt tot omverwerping van de neoliberale “orde”. De economische, ecologische en culturele strijd dienen verbonden te zijn en niet uit elkaar gespeeld. In Nederland nu betekent dit iets anders dan het verkiezingscircus dat op gang aan het komen is.
Tot hier verkort en parafraseer ik de redenering van Schinkel. Op een volgens mij belangrijk strijdpunt voor nu en vele komende dagen kom ik apart terug. Lees als u kunt Schinkels verhaal onder bovengegeven link.