Toerisme als kolonialisme: kanttekeningen bij de kolonisering van de Kinkerbuurt 3

Jan-Pieter-Heijestraat-AmsterdamAls je in de verkeerde tijd van het jaar langs de bosrand in het Noordhollands Duin noordwaarts fietste hoorde je de stilte verscheuren door hatsekideezang en -muziek. En soms door dreunende eurohouse. Dan was er zoiets als Mokum aan Zee op de camping van Bakkum. Het was vreselijk, hoe het te rijmen was met de broodnodige nachtrust voor de dieren in het duin weet ik niet. Maar omstreeks die tijd hoor je al geen nachtegalen meer, en uilen? Die hoor je nou juist ook boven het Leidseplein, die lijken zich van menselijke herrie niet veel aan te trekken. Mokum aan Zee, authentiek was het zeker. En wat lees ik nu, in een lofzang van de Leidse D66-jonkvrouw Ollengren, wethouder van Amsterdam dezer dagen? Het toerisme moet gespreid worden over zoveel mogelijk stad, “stad in balans” moet het beleid zijn:

Een beleid dat al langer (met succes) wordt gevoerd en heeft geleid tot het invoeren van de namen Amsterdam Castle voor het Muiderslot, Amsterdam Beach voor Zandvoort en Bakkum om bezoekers ook daar naartoe te lokken. Zoals ook festivals en andere evenementen in minder voor de hand liggende delen van de stad de ­reikwijdte van de toerist moeten vergroten.

Een paar weken geleden bezocht ik Weesp, een stedeke waarmee we een steeds dunner wordende familieband hebben, maar toch. Een waarlijk authentiek Nederlands stadje waar dan ook, zoals iemand ter plaatse tegen ons zei, “geen reet te doen is” behalve dan wat hij organiseerde.
Hou dat vooral zo, en adverteer het niet als Authentiek Stadje, graag. Maar wat zie ik in de boekhandel ter plaatse, tevens VVV-kantoor? Ansichtkaarten van Amsterdam Beach. Zandvoort aan Zee dus. In Weesp! Of het Muiderslot nu echt wordt aanbevolen als Emsterdem Kèèsel wil ik niet weten. Tussen Amsterdam-Oost en het Muiderslot lag ooit het echte Amsterdamse strand, Muiderberg, met gras als strandvoorziening en – in de tijden van het IJsselmeer – de noodzaak heel ver te waden tot het rustige water zelfs maar tot je middel reikte. En moeder intussen bezorgd roepen: het water is hier toch net zo nat als daar. Kijk, dat zijn authentieke herinneringen.

En mijn even authentieke ergernis over de herrie van Mokum aan Zee wordt weggespoeld bij de gedachte dat het Bakkumer strand plotseling ook Amsterdam Beach moet heten. Het is een plaats die geen honderdduizenden of miljoenen kan verdragen, en waar verder in feite ook weer “geen reet te doen is”. Want wie vermaakt wil worden vindt al gauw dat ergens geen reet te doen is.

Ik heb een jaar bemoeienis gehad met een tuin in Slotervaart, in de schaduw van het gebouw waarin ik ooit een langdurig aangehouden wortelkanaalbehandeling heb ondergaan. Nu is er onder andere een café dat naar ik hoop geen hotspot heet, al zal ik er wel niet meer komen. Uit in Slotervaart, een vreemde gewaarwording. En dan terug naar het centrum, waar wij heel authentiek woonachtig zijn, in lijn 2 – die inmiddels doorgaat voor de mooiste tramlijn van Amsterdam (naar de omgeving waardoor hij rijdt) en waarin verder geen Nederlandstalig persoon zit tot aan de Amstelveenseweg. Nee PVV-jankerds, toeristen! Echte stedelingen stappen pas aan die rand in voor de tocht naar wat de afschuwelijke stem die de haltes afroept noemt het “entertainment area”. Zal ik ze eens op het idee brengen de lijn te verleggen via En Frenkhaus?
Wie in Amsterdam is opgegroeid met lijn 2 om de hoek weet dat deze lijn speciale vroegdiensten had voor het personeel van het hoofdpostkantoor aan de Singel (sommige mensen zeggen “het” Singel, tja). Tot 1968 werd die bestemming in het koersklapbord apart weergegeven. Toen werd er gewerkt in Amsterdam. En dat wordt er nu ook (weer). Ter bediening van de toeristen hoofdzakelijk.

Als toegift iets over de Kinkerbuurt alsnog, een bericht van een jaar geleden:

De gemeenteraad heeft vanavond voor het plan voor een hotel op de hoek van de Jan Pieter Heijestraat en de Borgerstraat gestemd.

Het moet een zogenoemd ‘longstayhotel’ worden, compleet met horeca, winkels en supermarkt. Stadsdeel West was eerder al voor en nu de gemeenteraad dus ook. Alleen SP, GroenLinks, Partij voor de Dieren en Partij voor de Ouderen stemden tegen.

Dit ondanks 660 bezwaarschriften uit de buurt.

Tot 1958 was de J.P. Heijestraat een tramstraat, de langvergeten lijn 23 reed er (de laatste jaren alleen terwille van Bezigheden in het Olympisch Stadion overigens). De rails in de straat zijn nog jaren bruikbaar gebleven voor omleggingen op een storingsgevoelige route. Maar ja, “de buurt” wilde geen tram meer in de straat. En toen won “de buurt” nog.

Eerdere afleveringen: hier en hier en hier.