Vladimir Lenins geboortedag was 150 jaar geleden op 22 april. Dat leverde een resem aan artikelen op. Ik heb groot respect voor een ieder die een gefundeerd artikel over Lenin schrijft, want zijn geschriften zijn saai. Derhalve zijn beschouwingen over hem geregeld herhalingen van herhalingen. Niet dat hij niets interessants te melden had, zeker wel, maar het overgrote deel van zijn werk handelt over destijds actuele kwesties die nu nauwelijks meer belang hebben. In zijn ongelooflijk omvangrijke oeuvre is het echt zoeken naar belangwekkende passages. In deze omstandigheden verraste filosoof Michael Brie met een interessant artikel over acht adviezen van Lenin over transformatie die nu nog relevant zijn. Ik zal hier proberen de adviezen te concretiseren naar vandaag de dag ten aanzien van een geïntegreerd Europa in het kader van Angela Merkels statement: “Der Nationalstaat alleine hat keine Zukunft.” Een federaal Europa is op zich weliswaar een leeg begrip maar het biedt perspectief om ingevuld te worden door een sociaal Europa. Hierbij is de idee achter de hints dat het beter is om een discutabele tip te geven en ermee debat op te wekken dan clichématige socialistische mantra’s uit te braken.
1. Lenin veroordeelde de oorlog, in zijn concrete geval WO-I. Tegenwoordig betekent het voor links het vinden van een rol voor de NAVO. De NAVO is onder andere nog steeds van belang als verbond om immer oorlogszuchtige Europeanen onderling uit elkaar te houden. Tot recent aan toe, tot 1995, woedde er ’traditionele’ oorlog in voormalig Joegoslavië. En ook daarna waren er nog opstanden op de Balkan. En tegenwoordig is er een hybride oorlog aan de gang in Oekraïne. In dit oorlogszuchtige continent brengt de NAVO stabiliteit. Van belang is te realiseren dat de NAVO voor deze vredebewarende taak maar een klein militair apparaat nodig heeft. De omvang van defensie kan derhalve gemakkelijk gedecimeerd worden. Voor vijanden buiten de NAVO hoeven de lidstaten helemaal geen vrees te hebben. Vanwege het bezit van kernwapens is een aanval op een NAVO-land een poging tot suïcide van de aanvaller. De kans op zo’n aanval is derhalve minimaal.
2. Bestudering van Georg Wilhelm Hegel was een wijze voor Lenin om zijn gedachten aan te scherpen. Het is belangrijk een filosofisch concept te hebben voor de toekomst. Nu zou het democratische concept met nadrukkelijke inclusie van mensenrechten een hoofdrol kunnen spelen. Een federale EU zou kunnen helpen bij instandhouding ervan. Die zou beletten dat bijvoorbeeld Hongarije terugvalt naar de facto een dictatuur.
3. Voor Lenin was het verraad van de Duitse sociaaldemocraten, die in 1914 voor oorlogskredieten stemden, een schok. Een gemeenschappelijk verhaal blijft onmisbaar concludeerde hij. Een ‘wij’ moet gecreëerd worden. Voor dat ‘wij’ lijken gezamenlijke belangen echter te abstract. Zeker in de vorige eeuw hadden volken relatief weinig onderling contact. Maar hedendaagse ontwikkelingen als globalisering, internet en toch ook de huidige krakkemikkige EU zorgen meer en meer voor een gemeenschappelijk gevoel. Op een wrange manier draagt Covid-19 er ook aan bij omdat de coronapandemie niet effectief door een land afzonderlijk bestreden kan worden. Gevoelens zijn evenwel moeilijk te sturen. Misschien toch maar buitenlandse vakanties en het Erasmus-programma voor onderwijs stimuleren, onderwijl hopend dat Cupido intussen zijn pijlen afschiet.
4. Lenin zocht naar interne contradicties van het kapitalistische systeem en vooral met betrekking tot het imperialisme. Maar ook het landbouwvraagstuk had zijn aandacht. Hij kwam tot de slotsom dat er geen ‘puur socialistische’ revolutie kan zijn. Om verandering te kunnen bewerkstelligen moeten aan elkaar vijandige processen toch gecombineerd worden, zoals sociale met nationale strijd, of radicale democratie met een passende houding ten aanzien van transformatie van eigendomsrechten. Tegenwoordig staan migratie tegenover behoud van een verzorgingsstaat schijnbaar tegenover elkaar. Natuurlijk heeft Europa genoeg mogelijkheden en plek om de immigrantenstroom in goede banen te leiden. Maar de migratie zal pas goed verlopen als alle lidstaten meewerken, in concreto als er centraal een sturende EU-organisatie voor is.
5. Over het proces van de revolutionaire fases, een bourgeois revolutie gevolgd door een socialistische revolutie in de feodale Russische situatie, hakte Lenin een knoop door: WO-I had voor een versnelling gezorgd die de processen deed samensmelten. In het geval van de EU is niet alleen een transformatie naar een federatie van belang maar evenzeer de zorg voor representatieve democratie erin. Voor die twee processen moet er tegelijkertijd aandacht zijn. Niet dat er een halfwas democratische federatie ontstaat zoals in de USA, waar in de Senaat bevolkingsarme staten evenveel zeggenschap hebben als bevolkingsrijke. Het Europees Parlement doet het wat betreft democratische vertegenwoordiging nu al niet goed; er is een scheve verdeling: een Luxemburgse europarlementariër vertegenwoordigt circa 100.000 inwoners en een Duitser circa 840.000.
6. Het begrip ‘epoch’ speelt een belangrijke rol. De term heeft te maken met specifieke gunstige omstandigheden voor actie. De vragen ‘wat moeten we doen en wie doet wat?’ vormen daarin de kwesties, met aandacht voor voldoende flexibele antwoorden erop. Duidelijk is dat er nu in de EU met de aanpak van de ingestorte economie ten gevolge van de coronacrisis een transformatieve situatie is ontstaan. Niet voor niets is eerder Merkels statement over de tekortschietende natiestaat aangehaald. Moeten we een groep van lidstaten steunen die sterker wil integreren? Verdient iemand als Guy Verhofstadt een handreiking als hij pleit voor een Europese federatie? Ofschoon dat niet is wat we uiteindelijk willen, kan het opportuun zijn die vragen bevestigend te beantwoorden.
7. In het bijbelboek Spreuken staat: Door gebrek aan visie gaat het volk ten onder. Lenin haalde dat aan en benadrukte de noodzaak van een vooruitzicht op ‘een andere wereld’. Waarschijnlijk is het vertrouwen in een socialistisch perspectief na de mislukte experimenten in de Sovjet-Unie, China en Cuba niet al te groot. Maar we kunnen proberen de als geweldig beleefde periode van wederopbouw na WO-II, ‘les trente glorieuses’, te simuleren. Alleen is een periode met sterke sociaaldemocratische invloed, dat wil zeggen met grote invloed door overheden in Europese lidstaten op de economische ontwikkeling, niet meer haalbaar. Zie nogmaals Merkel. Maar met behulp van een pan-Europese benadering zijn er daarentegen wel voldoende mogelijkheden om via overheidsbeleid adequaat te sturen.
8. Al deze kwesties leiden naar wat instapgelegenheden (Einstiegsprojekte) genoemd kunnen worden. Het ging Lenin erom eisen van soldaten, arbeiders, boeren en onderdrukte minderheden op te pikken en concreet te vertalen. ‘Alle macht aan de sovjets’ is een voorbeeld daarvan, en ‘onmiddellijke vrede zonder voorwaarden’ een andere. Op dit moment emotioneert in de westerse wereld de moord door verstikking van de zwarte Amerikaan George Floyd door een politieagent. Een groot deel van de bevolking is racisme spuugzat. De hoopgevende solidariteitsdemonstraties overal in de VS en in tal van Europese steden getuigen daarvan. Oppikken van de slogan BlackLivesMatter door links en die in een breder perspectief plaatsen, waarbij racisme de ultieme uiting is van onderdrukking van zwakkeren in de samenleving, ligt voor de hand. Eventueel kan daarbij de onvermijdelijke omvolking, zoals idealistisch voorgesteld door Richard Coudenhove-Kalergi, positief belicht worden.
In navolging van Brie herhaal ik: ga met Lenins hints aan de slag. Zonder handvatten en zonder perspectief op een democratischer, fairer wereld blijft inhumaan rechts dominant.