TINA voor bezuinigingen – tegen een federaal Europa

De heer Scheele bepleit, terwijl hij naar een plan van de Griekse ex-minister Varoufakis verwijst,  een Europese federatie als voorwaarde voor een alternatief voor de bezuinigingen, zoals nu die nu aan Griekenland zijn opgelegd. Anders is er geen alternatief, stelt hij, de deelnemende Eurolanden zijn door de crisis naar binnen  gekeerd en behartigen hun nationale belangen. Wie zich het minst inzet voor de gezamenlijke belangen profiteert het meest.

Wat pleit er tegen dat Europese federalisme? Een principiële vraag.

Op de eerste plaats worden nationale staten gedegradeerd tot provincies van een supra-nationale entiteit, “Europa”, en houden daarmee op te bestaan. Nederland heeft  dan over zijn eigen nationale aangelegenheden uiteindelijk geen zeggenschap, want die is overgeheveld naar “Europa”. Tegen de privatisering van de energievoorziening in de jaren 90 hadden we nog nee kunnen zeggen, in een federatie kan dat niet meer. De speelruimte wordt van bovenaf bepaald.  Griekenland kan nu nog nee zeggen tegen de dictaten van de Eurogroep, al is de regering-Tsipras gezwicht voor chantage,  maar in een federatie zou het als land niet eens meer bestaan.

Op de tweede plaats komt onze nationale identiteit, ook de culturele, onder druk te staan. De heer Scheele haalt persoonlijk uit naar Arjo Klamer, maar geeft geen enkel inhoudelijk argument. Een nationale overheid beschermt de eigen taal en cultuur (of hoort dat te doen, in weerwil van de verengelsing in het onderwijs). Om met Bolkestein te spreken: er is geen Europese taal, en geen Europese cultuur. Zo is er ook geen Europees “land”.

Op de laatste plaats: de Euro en de Europese Unie dienen het belang van de multinationale ondernemingen en banken, ten koste van de belangen van de meerderheid van de bevolking.  Hetzelfde geldt in Nederland van het beleid van de  regering-Rutte-II, dat mede door “Brussel” wordt aangestuurd. De lobbygroepen van bedrijven en banken hebben in Brussel direct toegang tot het Europese parlement (Ewald Engelen: “Is Europa wel opgewassen tegen het grootkapitaal?”). Het Europese parlement kan hiertegen geen tegenwicht bieden. Een “sociaal Europa” is een illusie. De regeringsleiders, die zich achter besluiten van “Europa” verschuilen, kunnen in elk geval ter verantwoording worden geroepen in hun nationale parlementen, nu nog tenminste.

Het hoeft niemand te verbazen, dat in 2005 de ontwerp-“Grondwet” voor Europa in Nederland en Frankrijk is weggestemd. In de debatten hierover hebben met name de Socialistische Partij en de ChristenUnie het verzet tegen de “Grondwet”een stem gegeven. En aanvankelijk stemden de Ieren in 2006 tegen het Verdrag van Lissabon.
ECB_Frankfurt

Want die federatie is exact wat door de nationale  regeringsleiders in Europa en door de “Europese” beleidsmakers wordt nagestreefd, en die krijgt in de genoemde verdragen haar contouren. En de eenheidsmunt, de Euro, is bedoeld als breekijzer om die door de bevolking niet gewenste, politieke unie te forceren. Overigens heeft Klamer in 2002 de problemen met de Euro voorzien (“Weldra sterft de Euro”).

In aanloop naar de politieke unie wordt gestreefd naar een Bankenunie (onttrekken van de controle op de banken aan de nationale overheid) en de begrotingsunie (idem voor de begroting). Juncker, voorzitter Europese Commissie, en Cohn-Bendit, voormalig Europarlementslid, hebben zich uitgelaten over een Europees leger. Hoe dat laatste zich verhoudt tot de neutraliteit van Finland en Oostenrijk, vastgelegd in internationale verdragen na de Tweede wereldoorlog, zegt Cohn-Bendit er niet bij (“Es braucht eine Europäische Armee”).

Deze overdracht van nationale bevoegdheden gebeurt sluipenderwijs. De heer Scheele legt de vraag op tafel of Nederland als nationale staat moet voortbestaan, ofwel op moet gaan in een “Europese” federatie. Dat hij dit doet is ook een pluspunt. Een open debat is noodzakelijk, alleen al om de sluipende uitholling van de nationale soevereiniteit aan de kaak te stellen. Het Burgercomité-EU heeft hierin initiatieven genomen. Laten de politieke partijen en burgers zich maar uitspreken, zoals dat hoort in een democratie.

Naar mijn mening moet ieder land volledig zelfstandig  over zijn nationale politiek beslissen, zoals de Grieken dat in hun referendum tot uitdrukking hebben gebracht. De internationale muntunie is hiermee onverenigbaar. Dus afschaffing van de Euro en ieder land terug naar zijn eigen munt. De Europese Centrale Bank is voor de sloop (Europees aan te besteden). Uiteraard moet Nederland zijn soevereiniteit behouden, dus moet een “Europese” federatie er niet komen. Bij internationale samenwerking behoudt ieder deelnemend land zijn vetorecht.