Deel 3 in een serie, volgend op Ten geleide, deel 1 en deel 2.
3. “Tussen de vluchtelingen zitten IS- of jihadstrijders, die hier naar toe komen om terroristische aanslagen te plegen.”
In mei dit jaar verscheen in de Nederlandse nieuwsmedia het bericht dat er temidden van de bootvluchtelingen ook IS-strijders zitten, die vanuit Libië naar Europa komen om hier aanslagen te plegen14. Een Libische veiligheidsadviseur zou dit, na gesprekken met smokkelaars, hebben geconcludeerd.
Dit bericht, dat nu ook regelmatig terugkeert in de media, veroorzaakt veel onrust in de publieke opinie.
De politieke respons liet niet lang op zich wachten: de EU-ministers belegden een top en inmiddels is er een akkoord dat het mogelijk maakt om militair in te grijpen, zowel op de kusten van Libië als in de territoriale wateren van Libië15.
Het oorspronkelijke artikel op de BBC website was echter veel genuanceerder16.
De geïnterviewde bleek ‘een adviseur’, Abdul Haroun, die zich volgens eigen zeggen voornamelijk baseerde op het feit dat IS-militanten dan ‘apart zouden zitten’ van de vluchtelingen.
Experts hadden echter twijfels over Haroun’s uitspraak en verklaarden dat het erg moeilijk was om een dergelijke stelling te bewijzen.
Naast Haroun maakt het BBC-artikel ook melding van twee andere bronnen die een zelfde waarschuwing lieten uitgaan: de Eyptische ambassadeur in het Verenigd Koninkrijk en de Italiaanse overheid. Ook deze bronnen gaven geen bewijzen van de stelling over IS-militanten tussen de bootvluchtelingen.
Het loont de moeite om naar de achtergrond van deze drie bronnen te kijken en zo te weten te komen welke andere factoren een rol spelen in deze berichtgeving, die er mogelijk toe zou kunnen leiden dat er een internationale militaire interventie op Libisch grond- en zeegebied plaats gaat vinden.
Libië is een voormalige Italiaanse kolonie. Italië is afhankelijk van de import van Libische olie en Libië is op haar beurt afhankelijk van de inkomsten die dat genereert. Een internationale militaire ingreep in Libië zou een scenario kunnen uitrollen dat gunstig uitpakt voor Italië: de maatschappelijke en economische ontwrichting die volgen op een oorlog, zal maken dat Libië nog afhankelijker wordt van inkomsten van export. Dat brengt Italië in de positie om lagere prijzen te kunnen afdwingen. Italië heeft dus een economisch belang bij een militaire interventie in Libië.
Abdul Haroun blijkt allesbehalve een ‘veiligheidsadviseur’. Samen met zijn zoon runt hij een lucratieve wapenhandel en exporteert hij onder andere wapens naar oorlogsgebieden in Syrië17. Het is niet moeilijk te bedenken dat een eventuele militaire ingreep in Libië een reactie van de bevolking zal uitlokken – hetgeen voor hem een gunstige markt creëert. Haroun heeft een financieel belang bij een militaire interventie in Libië.
Tenslotte Egypte: al sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog heeft Egypte een slepend grensconflict met Libië. Het heeft herhaaldelijk om internationaal militair ingrijpen verzocht, maar daar is tot nu toe nog geen gehoor aan gegeven. Een interventie in Libië zal Egypte de kans geven om de positie in het grensgebied te versterken en zelfs uit te breiden. Egypte heeft dus een politiek belang bij een militaire interventie in Libië.
Gezien het eigenbelang dat alle drie de bronnen hebben bij het verspreiden van geruchten die een militaire interventie ten gevolg zouden kunnen hebben, in combinatie met het feit dat geen van de drie de waarschuwing met bewijzen staaft, lijkt het erop dat het verstandig zou zijn om dergelijke beweringen met grote terughoudendheid te benaderen.
Tenslotte vermeldt de analyse in het BBC artikel ook dat er inderdaad IS-geïnspireerde aanslagen plaats hebben gevonden in Europa, maar dat deze bijzonder beperkt van aard waren en dat geen van deze aanslagen gepleegd werden door migranten.
Vervolgserie door Dhjana – wordt vervolgd dus
Pingback: Tien te ontmantelen mythes omtrent vluchtelingen deel 5 – er is te weinig opvangruimte | Krapuul