Ten minste 82 doden in Balochistan bij bloedig neergeslagen demonstraties in Iran

De Iraanse veiligheidsdiensten hebben tenminste 66 mensen omgebracht, onder wie kinderen, in de provincie Balochistan. Er werd met scherp geschoten en traangas afgevuurd naar demonstranten, gebedsgangers en omstanders tijdens een bloedige onderdrukking na het vrijdaggebed in de stad Zahedan in de provincie Sistan en Balochistan. Hierbij raakten ook honderden mensen gewond. Later werden nog eens zestien mensen gedood in Zahedan.

Uit bewijzen en video’s aangedragen door activisten, familie van slachtoffers en ooggetuigen van de demonstraties blijkt dat het daadwerkelijke dodental waarschijnlijk veel hoger ligt.

Iraniërs verwijzen inmiddels naar het slagveld op 30 september als ‘bloedige vrijdag’, de dodelijkste dag sinds 3 weken geleden de demonstraties zich verspreidden over Iran na het overlijden van Jina Mahsa Amini in hechtenis. Zij was gearresteerd door de zedenpolitie omdat ze de verplichte hoofddoek op verkeerde wijze had gedragen.

Iran moet zich verantwoorden

‘De Iraanse autoriteiten tonen stelselmatig hun gebrek aan respect voor het menselijk leven en zullen zich niet laten stoppen om hun macht te behouden. Het wrede geweld dat is ontketend door de Iraanse veiligheidsdiensten staat niet op zichzelf. Het is het resultaat van systematische straffeloosheid en gebrek aan een stevige reactie van de internationale gemeenschap’, zegt Agnès Callamard, secretaris-generaal van Amnesty International.

‘Het is afschuwelijk om te zien dat bijna 3 jaar na de demonstraties in 2019, toen honderden mensen om het leven kwamen, de Iraanse autoriteiten zonder scrupules doorgaan met hun nietsontziende aanpak. De enige manier om deze straffeloosheid en het aanhoudende geweld te doorbreken, is als de VN-lidstaten met spoed een onafhankelijke internationale onderzoeksprocedure instellen waarin Iran zich moet verantwoorden voor de ernstige misdrijven.’ 

Veiligheidsdiensten deinzen nergens voor terug

De demonstraties in de provincies waar de Balochi-minderheid woont, waren gepland na het vrijdaggebed op 30 september 2022 als blijk van solidariteit met de landelijke protesten. Ook eisten de demonstranten verantwoording voor de verkrachting van een 15-jarig meisje door een politiecommandant.

De gebedsgangers verzamelden zich na het gebed voor het politiebureau. Ze werden meteen met scherp beschoten en met traangas bestookt door de veiligheidsdiensten vanaf het dak van het politiebureau. Tegelijkertijd is op foto’s die activisten maakten, te zien dat veiligheidsagenten in burgerkleding op de demonstranten en omstanders schoten vanaf de daken ernaast. Ook schoten ze op honderden mensen verderop, onder wie op kinderen en ouderen, die nog bezig waren met het vrijdaggebed.

Sinds 21 september 2022 legt Amnesty International de alarmerende escalatie van geweld en het gebruik van vuurwapens tegen demonstranten in Iran vast. Die dag vaardigde de militaire top van het land een order uit naar commandanten in alle provincies met de instructie ‘hard op te treden tegen onruststokers en antirevolutionairen’.

Gericht schieten

Amnesty verzamelde bewijs waaruit blijkt dat het merendeel van de slachtoffers in het hoofd, hart, de nek en romp zijn geschoten. Hieruit blijkt een duidelijke opzet om te doden of ernstig te verwonden.

Op 1 oktober 2022 vertelde voorganger Mawlana Abdolhamid Ismaeelzahi over het hardhandige optreden in een videoverslag. Hij zei dat er meer dan 40 mensen zijn gedood door de veiligheidsdiensten, die vanaf de daken met scherp schoten op de demonstranten bij het politiebureau. Het aantal door Amnesty International geregistreerde sterfgevallen betreft alleen slachtoffers van wie de namen zijn geïdentificeerd via informatie uit primaire bronnen of via mensenrechtenactivisten.

Doofpot

Net als voorgaande keren verdraaien de autoriteiten wat er is gebeurd. Het aantal gerapporteerde dodelijke slachtoffers is te laag. Er werden slechts negentien doden gemeld tijdens de protesten in Zahedan op 30 september.

In een poging om zichzelf vrij te pleiten, verspreiden de Iraanse autoriteiten nepverhalen waarin ‘terroristen’, ‘relschoppers’ en ‘separatisten’ de schuld krijgen van het doden van demonstranten. De staatsmedia laten na 30 september propagandavideo’s zien van gedetineerden met zakken over hun hoofd, waarvan de autoriteiten beweren dat ze geweld gebruikten tegen de veiligheidsdiensten in Zahedan.

In éen van de video’s is te zien hoe een gedetineerde gedwongen wordt zichzelf te beschuldigen van betrokkenheid bij de schietpartij, door de dwingende interviewstijl van de tv-presentator, zonder dat daarbij een advocaat aanwezig is. Door het goed gedocumenteerde patroon waarop de Iraanse autoriteiten gedwongen verklaringen van gedetineerden produceren en uitzenden om zo mensenrechtenschendingen te verdoezelen, is Amnesty International bezorgd dat dergelijke verklaringen onder dwang zijn verkregen.

Rechtvaardiging voor onrechtmatig geweld

De autoriteiten beweren dat de demonstranten plunderden en brand stichtten op openbaar terrein. Afgezien van een aantal demonstranten die stenen gooiden naar het politiebureau, heeft Amnesty International geen bewijs gevonden van demonstranten die geweld pleegden tegen de ordediensten op 30 september dat het dodelijk geweld en de mishandeling rechtvaardigt.

Uit bewijs komt bovendien naar voren dat bij de schietpartij veel slachtoffers in de rug of in het achterhoofd zijn geschoten. Hieruit blijkt dat ze wegkeken van de veiligheidsdiensten en geen bedreiging vormden. Onder internationaal recht wordt het gebruik van vuurwapens alleen geoorloofd als reactie op een onafwendbare dreiging van dood of ernstig letsel. En alleen als minder gevaarlijke middelen onvoldoende blijken te zijn. Zelfs al zou een aantal demonstranten geweld plegen, dan nog moeten wetshandhavers ervoor zorgen dat vreedzame demonstraties door kunnen gaan zonder onderbreking of intimidatie door de ordetroepen.

– Bericht van Amnesty