De rust van de stad.
Ooit was het rustig in de Amsterdamse binnenstad, op zondagmiddag, zo’n veertig jaar geleden. Je kon in een café zitten, naar buiten kijken waar enkele gastarbeiders (zo heetten “allochtonen” of wat ZE nu ook laten zeggen, toen) rondliepen, goed in het pak. Misschien op zoek naar Een Geliefde.
Nog stiller was het eerder. In mijn vroegste jaren was de buurt waarin ik opgroeide, die ook wel De Streek heette, ooit een apart deel van – tja, was het Amsterdam of was het eerder nog Ouder-Amstel? – ook heel rustig. Tramlijn 5 was de verbinding met de bewoonde wereld, die overigens ook heel rustig was.
De lijn reed door de Weesperstraat, toen een smalle straat waar de tram op enkel spoor reed en op de bruggen over de grachten moest gewacht worden op de wagen in de tegenrichting.
Het kon wel voorkomen dat je een hele rit zo ongeveer de enige passagier was.
Dat de stilte van de Weesperstraat en daarmee die van lijn 5 een oorzaak had in een niet te ver verleden wist ik als kind niet. Het werd mij niet verteld. De kiosk van Het Parool had achter glas Meijer Sluijser, Er groeit gras in de Weesperstraat. Een mededeling die mij niets zei. Dat zo nabije verleden dat voor mij zo ver was is in de loop der jaren veel dichterbij gekomen. De verklaring van de leegte en die titel van Sluijser.
Ik kan wel begrip opbrengen voor mensen die liefst die hele Weesperstraat gesloopt zagen – veel huizen stonden leeg omdat het hout van de trap gesloopt was voor de kachel van degenen die niet gedeporteerd werden.
Op een avond, er was zowaar kermis op het Zandlandje aan de Wibautstraat, liep ik terug naar huis en deed de muziek die de kermis liet horen mij beseffen dat dit alles voorbij zou gaan. Het huis waarin ik woonde werd inmiddels gestut “wegens instortingsgevaar”, ik zou er niet lang meer blijven en die stille lijn 5 zou ook verdwijnen. Het verhuizen vond binnen een jaar plaats, lijn 5 werd in 1961 opgeheven en vanwege protesten alsnog hersteld als spitslijn, maar niet meer door de Weesperstraat. Die werd een zoveelbaansautoweg in de stad in het verlengde van de racebaan die de Wibautstraat ook geworden was. Toen het zo ver was mocht lijn 5 weer door de Weesperstraat rijden.
Als buslijn.
Ik moest uit de krant vernemen dat de tramlijn weg was, ging op een vrije woensdagmiddag naar het Amstelstation om de rit eens te maken.
De bus reed niet meer zoals de tram langs de Amstel, maar door de Sint Antoniesbreestraat en Jodenbreestraat.
Nog steeds begreep ik niet goed hoe het kwam dat ik ongeveer de enige passagier was die de rit uitzat. Het waren wel de dagen waarin Ondergang van Presser verscheen.
De buslijn heeft het met allerlei verleggingen nog behoorlijk lang volgehouden. Met vernummering en al zo’n 22 jaar.
Dit was het muziekje van de kermis dat bij mij het gevoel opriep van de vergankelijkheid van Alles misschien niet maar wel van een Vertrouwde Omgeving.
Carousel waltz, Ray Martin. Ik ben achter de titel en de herkomst gekomen dankzij het www – de connectie met de Dire Straits. Hoe toepasselijk, voor een kermis, maar dat wist ik niet als kind. Het hoort bij de film van die tijd naar een eraan voorafgaande musical, waaruit onder andere You’ll never walk alone voortkomt. De aanleiding tot deze overpeinzing – of het moest de stille stad zelf zijn.
Uitgelichte afbeelding: de stilte van het Leidseplein, lente 2020, eigen foto AJvdK