Steun voor een scheut anarchisme

Links zit in het moeras. Realistisch of te pessimistisch? Zelfs Syriza’s zege in Griekenland heeft curieus genoeg weinig enthousiasme teweeg gebracht. Natuurlijk is links blij dat de opmars van de fascistische Gouden Dageraad is gestopt en dat andere rechtse krachten een nederlaag hebben geleden. Maar dat is nog wat anders dan enthousiasme. Bij enthousiasme verwacht je navolging: wat Syriza doet is geweldig, dat gaan wij ook doen. Tot nog toe ontwaar ik evenwel geen grote Syriza-aanhang in Europa. Het programma van Syriza lijkt te weinig inspirerend. Natuurlijk willen de Grieken van de enorme schuld af die hen door de neoliberalen door de strot is geduwd. Maar dat baat in eerste instantie de Grieken en zien de andere Europeanen veelal als een potentiële kostenpost. Dat is niet iets waar links brede steun op werft. Voor links zijn andere inspiratiebronnen nodig om zichzelf aan de laarzen uit het moeras omhoog te trekken.

Vorig jaar schreef ik: Links kan een flinke dosis anarchisme gebruiken. Daarmee wil ik niet zeggen dat ik anarchist ben. Zoiets schijn je tegenwoordig expliciet te moeten ontkennen, anders word je meteen in een hokje gestopt van anarchist of communist – zie Piketty. Na dit intermezzootje kom ik tot de kern van wat ik heb bepleit: de vrije associatie kan een belangrijk functie vervullen als derde belangrijke organisatievorm in een maatschappij naast een deel overheid en een deel markt.

Meent
Destijds heb ik geen voorbeelden gegeven van de werking in de praktijk van vrije associaties. Onlangs kwam me echter een interessant artikel van Mia Molenaar onder ogen: De ‘Tragedy of the Commons’: een leugen met verstrekkende gevolgen. Daarin wordt de theorie weersproken van de Amerikaan Garratt Hardin, die stelde dat mensen geneigd zijn om gemeenschappelijk eigendom (Commons / Meent) te ondermijnen en te bederven. De theorie van Hardin is echter op drijfzand gebouwd.

In de jaren ‘70 ging de econome Elinor Ostrom op zoek naar bewijzen voor de ‘Tragedy of the Commons’. Haar onderzoek onthulde een groot aantal coöperatief beheerde Commons die de theorie van Hardin volledig onderuit haalden.

Ostrom vond wereldwijd een heleboel voorbeelden van Commons die duurzaam beheerd werden door hun gezamenlijke eigenaren, van viswater in de Filipijnen tot weilanden, Alpenbossen en rivieren in Zwitserse dorpen. Amazonebos dat door rubbertappers gezamenlijk beheerd wordt en water in Spanje waar de plaatselijke bewoners al eeuwenlang de scepter over zwaaien.

Maar om het beheer goed te laten verlopen, dient er wel aan bepaalde voorwaarden te worden voldaan. Er moet regelmatige communicatie en wederzijds vertrouwen zijn. Wat betreft communicatie heb ik in mijn artikel vorig jaar gesteld: ‘Door internet is landelijk onderling communiceren tegenwoordig een fluitje van een cent en daardoor kunnen in een associatie snel misstanden aan de kaak worden gesteld.’ Zo helpt moderne technologie mee om het aloude idee van vrije associaties levensvatbaar te maken. En het concept van associaties maakt het mogelijk om leden die niet deugen buiten te gooien. Dat kan vertrouwen creëren.

Kleine overheid
Daarnaast geeft Molenaars artikel een verklaring voor de nefaste werking van de overheid in tal van gevallen. Een voorbeeld betreft bosbeheer in Nepal. Nationalisatie leidde daar juist tot meer overexploitatie.

De uitleg was dat de lokale bevolking het gevoel van controle over ‘hun’ bossen had verloren dankzij de nationalisatie en de overheidscontrole sterk wantrouwde. Hun eigen lokale regels werden niet erkend en zodoende verloren ze het motief om hun bos duurzaam te beheren.

Burgers haten in het algemeen corruptie en bureaucratie die inherent zijn aan overheden. Wat een belangrijke reden is voor weerzin tegen links. Weliswaar zijn vooral rechtse politici en ambtenaren daar debet aan – de inmiddels bekende ‘corrupte VVD’er du jour’ – maar je kunt hen in een democratie nu eenmaal niet bij voorbaat uitsluiten van publieke functies.

Wanneer links enthousiasme wil opwekken, is het advies om op zoek te gaan naar manieren om een kleine overheid gestalte te geven. Denk daarbij dus aan de mogelijkheden van vrije associaties en het onderzoek van Elinor Ostrom.