Eerlijk gezegd sla ik zoveel mogelijk het nieuws over Syrië over. Aleppo is voortdurend het epicentrum van wat men een burgeroorlog noemt en om de dodentallen nog niet eens te noemen: de beelden van in puin geschoten huizenblokken komen bij mij harder aan. Dit was een stad waar je je vooral niet druk moest maken. Toen ik er verbleef was het bijna dagelijks 40 graden C. wat de perceptie al snel ontspannen maakt. Het was ook een multi-etnische stad: een Koerdische wijk, een Armeense, een met veel Syrisch-orthodoxen, straten waar veel Russen en Tsjerkessen woonden enzovoort. De Arabische meerderheid bleef een raadsel: je kon bedenken dat er Noeseiri’s (in de Media Alawieten genoemd), Sjiieten en Soennieten woonden, waarschijnlijk ook in eigen wijken en misschien ook niet.
“Wat is het toch een verschrikkelijk regime”, ik hoor het de lijzige jammerstem van Harald Doornbos zeuren zonder hem te horen. Als goed licht op zolder had hij toen hij er voor het eerst was “gewoon” gezegd dat hij journalist was in plaats van “toerist” dus hij kreeg openlijke volgers in leren jassies die hij op een gegeven ogenblik vroeg wat ze toch deden. “De” geheime dienst bestond evenwel niet, om het leven te compliceren. Facties binnen de Baathpartij hadden elk hun eigen openlijk herkenbare geheime politie (de leren jasjes en snorren) maar van welke factie men was kon je niet weten. Ik heb het meegemaakt dat ik op een afspraak kwam waar de volgers eerder waren dan ik. En openlijk zeiden dat zij van de geheime politie waren. Het merkwaardigste was het tweetal dat ons tot in de woestijn volgde, maar dan van de overkant van de wadi: ze doken weg achter de struiken alsof ze daarmee niet gezien waren. En wat het nut van dit klunzige volgen was?
Men weet het niet. Juist nu niet. Natuurlijk was/is het een verschrikkelijk regime maar het door de “Internationale Gemeenschap” onder leiding van Saoedi-Arabië en Qatar gesponsorde “verzet” is nog net verschrikkelijker. Wie ik gesproken heb ter plaatse kon alleen angst uitspreken voor wat er in de plaats van de Baath zou komen – de duivel die men kende was dan te verkiezen.
Een steeds meer verwoeste stad waar op iedere straathoek een salvo kan losbarsten, waar een huis met bewoners en al opgeblazen kan worden, waar zelfbenoemde politie bewoners kan terroriseren. Het is in mijn levenstijd nog niet voorgekomen dat een stad die ik kende zo geschonden werd – tot Aleppo. Maar eigenlijk is het toeval. Ik loop over straat in Amsterdam en stel mij voor dat hier zelfbenoemde dubieuze goedgesponsorde prachtdemocraten er op losschieten. Ondenkbaar? Sinds Breivik weten we dat het ultrarechtse gespuis nergens voor terugdeinst en dat het overal ideologische vrienden heeft. Het vernisje van beschaving is in een oogwenk verdwenen en “de beschaving” wordt overal toch het meest uitgedrukt in steden, het mengsel van chaos en orde dat de beschaving uitmaakt. In Sarajewo klaagde men vooral dat het plattelanders van allerlei strekking waren die de stad kwamen verwoesten. Was het de afgunst tegen zo’n stad waar men zomaar door en naast elkaar woonde, net als Aleppo?
Er zijn in Nederland twee steden waar ik een zekere band mee heb waarvan ik weet dat ze door oorlogsgeweld geschonden zijn, Rotterdam en Nijmegen. Ik heb de steden echter niet gekend voordat zij getroffen werden. Hetzelfde geldt voor Leuven, waar ik mij pas na enige tijd er van bewust werd dat de stad grotendeels in puin gegooid is door de Duitsers, in de Grande Guerre. Op de oud aandoende Oude Markt staat geen pand dat een eeuw oud is. Kon men in de zomer van 1914 vermoeden dat deze middeleeuwse Brabantse hoofdstad twee jaar later verwoest zou zijn? Of – om nog een stad die ik enigszins ken te noemen – wíe in Warschau liep daar in 1935 rond met het idee dat er niets meer van over zou zijn, geen tien jaar later? Of in dezelfde tijd Barcelona, maar dan een, twee jaar later? De verwoesting was al door een aardbeving uitgevoerd, maar schieten op straat…?
Het is een verontrustende gedachte dat de dagelijkse onrust-in-rust die de stad uitmaakt als ware het plotseling kan omslaan in bloedbad en verwoesting. Het paradijs, het is zelfs de betekenis van de naam, wordt altijd als een lommerrijke tuin van oneindige afmetingen gezien. Misschien is de vreedzaam voortlevende ongeschonden stad wel het echte paradijs waar de verdrijving altijd onuitgesproken dreigt.
Ik denk de schrijver dezes Ieper bedoelt ipv Leuven
Neen, Leuven, opgeblazen in 1916. Natuurlijk, het westelijk front is één enorm spoor van verwoesting, vernieling en dood. Maar in Leuven heb ik gewoond en gewerkt.
En in 1914 hebben ze al de middeleeuwse bibliotheek ervan in brand gestoken. Maar Ieper was inderdaad ook zo goed als verdwenen.
Ik heb mij vergist in het jaartal wat betreft Leuven. De berichtgeving erover kwam pas goed op gang in 1916, maar de stad is in 1914 verwoest.
Ja, de steden aan het westelijk front. Ik herinner mij een boek met foto’s; Puinhoop 1: Bibliotheek van Abbeville. Puinhoop 2: Station van Douai – enzovoort – had net zo goed omgekeerd kunnen zijn (en misschien was het ook zo).
Ieper is talloze malen verwoest. Heb daar ooit rondgewandeld, alles nep. Helemaal opnieuw opgebouwd.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Ieper
Aha des te meer wonderbaarlijk dat ik Leuven niet zo ervaar, terwijl de keer dat ik in Ieper was er iets niet leek te kloppen. Alles leek te geordend voor een historische stad en dat was natuurlijk ook zo.
Leuven is pijnlijk nauwkeurig herbouwd op sommige plaatsen, zoals de boven afgebeelde Oude Markt. Maar die is dus niet oud (meer).
Ik zeg maar zo: “De lucht van verse wilde tijm, jonges, wat gaat er boven?”
Ondertussen ben ik er van overtuigd dat Assad en zijn Baathisten een beter alternatief zijn dan de “opstandelingen ” Wat er onder hun leiding allemaal gebeurt geeft de westerse media echter amperan aandacht aan … Dit is trouwens een proxy-oorlog tegen Iran van de USA en hun Saudie vriendjes …