Slauerhoff over boeren en het snellen van koppen

Jan Jacob Slauerhoff was een Nederlandse dichter, romancier en verhalenschrijver, die algemeen wordt gezien als één van de belangrijkste literatoren van het interbellum. Slauerhoff werd geboren in 1898 in Leeuwarden, maar er is geen reden voor Friezen hem te claimen als ‘één van ons’, alleen al niet omdat Slauerhoff gruwelijk de pest had aan Nederland, en daarbij geen uitzondering maakte voor Friesland. Slauerhoff was arts en werkte het liefst op de grote vaart. Helaas dwong zijn zwakke gezondheid hem meer tijd in het gehate Nederland door te brengen dan hem lief was. Hij overleed in 1936. Hieronder In Nederland (wil ik niet leven)’, zijn bekendste gedicht. Het in dit gedicht uitgedrukte sentiment onderschrijven we volledig, waarbij we natuurlijk een uitzondering maken voor familie, vrienden, buren en onze volgers op Twitter. 

Leestip: de verhalenbundel Schuim en Asch. Ook de roman Het Verboden Rijk is nog steeds zéér  de moeite waard. Het meeste werk van Slauerhoff is terug te vinden in de digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren (dbnl). 

In Nederland wil ik niet leven,
Men moet er steeds zijn lusten reven,
Ter wille van de goede buren,
Die gretig door elk gaatje gluren.
‘k Ga liever leven in de steppen,
Waar men geen last heeft van zijn naasten:
Om ‘t krijsen van mijn lust zal zich geen reiger reppen,
Geen vos zijn tred verhaasten.

In Nederland wil ik niet sterven,
En in de natte grond bederven
Waarop men nimmer heeft geleefd.
Dan blijf ik liever hunkrend zwerven
En kom terecht bij de nomaden.
Mijn landgenoten smaden mij: ‘Hij is mislukt.’
Ja, dat ik hen niet meer kon schaden,
Heeft mij in vrijheid nog te vaak bedrukt.

In Nederland wil ik niet leven,
Men moet er altijd naar iets streven,
Om ‘t welzijn van zijn medemensen denken.
In het geniep slechts mag men krenken,
Maar niet een facie ranslen dat het knalt,
Alleen omdat die trek mij niet bevalt.
Iemand mishandlen zonder reden
Getuigt van tuchteloze zeden.

Ik wil niet in die smalle huizen wonen,
Die Lelijkheid in steden en in dorpen
Bij duizendtallen heeft geworpen…
Daar lopen allen met een stijve boord
– Uit stijlgevoel niet, om te tonen
Dat men wel weet hoe het behoort –
Des Zondags om elkaar te groeten
De straten door in zwarte stoeten.

In Nederland wil ik niet blijven,
Ik zou dichtgroeien en verstijven.
Het gaat mij daar te kalm, te deftig,
Men spreekt er langzaam, wordt nooit heftig,
En danst nooit op het slappe koord.
Wel worden weerlozen gekweld,
Nooit wordt zo’n plompe boerenkop gesneld,
En nooit, neen nooit gebeurt een mooie passiemoord.

– Wim de Bie draagt het voor

Uitgelichte afbeelding: Door Onbekende fotograaf – Magazine Fleurs du Mal, Publiek domein, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=31718264