De titel is cryptisch en daarmee ongeschikt voor een artikel. Maar de inspiratie ontbreekt me om iets beters te bedenken. Uitleg is dan nodig. Het Avondland is een benaming voor het continent Europa. Het woord ‘Europa’ is mogelijk afgeleid van het Fenicische ereb, dat ‘avond’ betekent. Daar neem ik ontwikkelingen waar die misschien vooruitgang betekenen in de EU. Maar die zijn nauwelijks te zien, ze spelen zich als het ware in het duister af. En als er al voortgang bestaat, is hij zo minimaal dat die niet met stapjes aangeduid kan worden, maar dat schuifelen er een betere karakterisering voor is.
Stilstand
Voordat ik inga op de ontwikkelingen vooruit, zal ik eerst stilstaan bij de stilstand. Dat waarmee we in ieder geval niet verder komen. Helder schetst Jan Marijnissen in zijn boek ‘Tegenstemmen’ zijn overtuiging, die de kern van veel argumentatie van eurosceptici vormt. Voor de helderheid dank ik hem. Hij schrijft in hoofdstuk 8 onder het subkopje ‘ondemocratisch Europa’:
Het is uitgesloten dat het democratisch gat dat wordt geslagen door het ontnemen van bevoegdheden aan nationale regeringen en parlementen ooit gedicht kan worden door een Europese regering en een Europees parlement. De Europese integratie vergroot niet alleen de fysieke afstand tussen het bestuur en de burger; ook de psychologische afstand wordt vergroot, en daarmee de publieke controle verkleind. Democratie is altijd verbonden met een bepaalde omvang en een bepaalde – objectief aanwezige en subjectief ervaren – identiteit.
Marijnissen veronderstelt dat voor een democratie van voldoende niveau een natiestaat nodig is. Dat die stelling uiterst dubieus is, laten onze zuiderburen al zien. België bestaat uit twee delen die twee – eigenlijk drie met een kleine Duitse regio – verschillende talen spreken, twee verschillende politieke culturen hebben, maar toch al vanaf 1830 – eerst in beperkte mate – een democratie vertegenwoordigt.
Erger is dat je jezelf met Marijnissens stelling in een ‘deadlock’-situatie plaatst. Er is geen actie mogelijk om uit de situatie te geraken. Zowat iedereen, zowel eurosceptici als eurofielen, is ongelukkig met de huidige politieke constructie van de EU. De eurocrisis blijft maar voortwoekeren door de EU-versie van de Poolse landdag. Er moet wat veranderen. Als je niet gelooft in de mogelijkheid van een acceptabele democratie in de EU, kun je de consequentie trekken en uit de EU stappen. Dat is het standpunt van ‘Gekke Henkie’ Wilders. Realiseer je je echter dat handelsland Nederland met een uittrede uit de EU economisch teveel moet inleveren, dan kun je nog zeggen dat verandering van ‘onderop’ moet plaatsvinden. Maar hoezo van ‘onderop’? De Nederlandse bevolking alleen kan de EU niet veranderen, net zomin als de Duitsers alleen of dat de Fransen solo kunnen opereren. Van ‘onderop’ kan alleen slagen door middel van Europese samenwerking. Als je echter samen in Europa zou willen strijden, terwijl je gelooft dat een Europese democratie geen bestaansmogelijkheid heeft, creëer je een paradox. Niemand zal vechten voor iets waarin hij/zij niet gelooft.
Uitweg
De enige uitweg uit de huidige weinig democratische EU is een federatie. Maar hoe komen we daarop uit? Nu wil het Europees Parlement een meer politieke campagne voor de verkiezingen van 2014. Hoe krijg je evenwel een campagne politieker? De europarlementariërs hebben bedacht dat ze belangrijke zeggenschap moeten zien te verwerven in de stem over de opvolging van Barroso, de voorzitter van de Europese Commissie. Daartoe gaan de twee belangrijkste Europese partijpolitieke stromingen ertoe over hun kandidaat naar voren te schuiven. Voor de grootste fractie, de Europese Volkspartij (met onder ander het CDA), is de huidige Poolse premier Donald Tusk in de running. De Europese sociaaldemocraten (met onder meer de PvdA) zullen zo goed als zeker Martin Schulz kiezen, de huidige voorzitter van het Europees Parlement.
Als de kandidaatstelling doorgaat, kan de campagne inderdaad politieker worden, of ideologischer zo je wilt. De twee kandidaten zullen een politiek profiel hebben, waarmee ze hun hele politieke stroming representeren. In deze constructie wordt het lastiger voor verschillende nationale leiders een eigen opportunistische koers te varen. Ze zullen hun positie moeten verantwoorden ten opzichte van de gemeenschappelijke kandidaat. Zo wordt het voor de Britse Labour-leider Ed Miliband moeilijker anti-Europese, populistische stellingnames in te nemen, zoals hij recentelijk deed in een deal met de meest eurofobe Conservatieve Britse parlementsleden om het EU-budget te verlagen.
Op weg
Een gezamenlijke kandidaat per politieke stroming zal betekenen dat er meer duidelijkheid komt over de richting van Europa die de lijsttrekkers voorstaan. Op de eerste plaats: wat zijn hun plannen voor de oplossing van de eurocrisis? Die gezamenlijkheid impliceert ook dat er meer federalisme in de EU sluipt. Er komen overkoepelende standpunten, die een kader stellen waarbinnen politieke partijen in lidstaten moeten opereren.