Veel zin om er (nu) diep op in te gaan heb ik niet. Het punt is: niemand van de Volkskrantlezertjes van nu zal Adorno, Marcuse of Gramsci ter hand nemen. Zoals Baudet niets van Marx of Nietzsche weet maar er over rondkakelt – ook zij zijn onbekend.
Het concept cultuurmarxisme heeft echter een groot voordeel: het verdeelt de wereld handzaam in helden en schurken. ‘In 1968 gingen studenten in heel Europa de straat op om verandering te eisen. Ze werden begeesterd door een cultuurmarxistische agenda waarin alle bestaande autoriteiten het moesten ontgelden’, schrijft Forum voor Democratie in een oproep voor zijn Summer Academy. ‘Ze waren met weinigen – maar omdat ze gedreven en goed georganiseerd waren, wisten ze binnen enkele jaren invloedrijke posities te bemachtigen in alle maatschappelijke sectoren: politiek, bedrijfsleven, onderwijs, cultuur en journalistiek. Die posities hebben ze sindsdien nooit meer prijs gegeven. Het beleid van de afgelopen decennia – de massale immigratie, de euromunt, de kaalslag in het onderwijs, het multiculturalisme, de schaamte voor onze eigen geschiedenis en de culturele zelfhaat: het valt direct op dit beslissende moment terug te voeren.’
Dit is een citaat uit de Volkskrant die het “cultuurmarxisme” in het zonnetje zet.
Zoals gezegd: moet ik hier als Adorno-adept/marcusiaan echt op ingaan, nu?
Met fascisten of nazi’s is geen intellectueel debat mogelijk.
De enige echte remedie is huiveringwekkend.