Het Comité Nederlandse Ereschulden gaat in samenwerking met advocaat Liesbeth Zegveld opnieuw een rechtszaak aanspannen tegen de Nederlandse staat vanwege misdaden die zijn begaan tijdens de koloniale oorlog tegen Indonesië. Het gaat om de onthoofding in 1947 van de verzetsleider Andi Abubakar Lambogo, die in het Indonesische republikeinse leger vocht tegen de koloniale bezetting van zijn land. Met dergelijke terreur probeerden de Nederlandse militairen de Indonesiërs ervan af te schrikken om hun vrijheidsstrijd voort te zetten.
Op 17 maart 1947 kwamen diverse Indonesische verzetsgroepen bijeen in het dorpje Dessa Salo Wojo op Zuid-Sulawesi om te vergaderen over betere samenwerking tegen de Nederlandse bezetters. Onder leiding van de beruchte kapitein en oorlogsmisdadiger Raymond Westerling had het Depot Speciale Troepen van het Nederlandse leger van december 1946 tot februari 1947 vele duizenden Indonesiërs uitgemoord. De “methode Westerling” was erop gericht om het Indonesische verzet koste wat het kost te breken. Daartoe moest de lokale bevolking worden vervreemd van hun leiders, die door de Nederlandse machthebbers werden beschouwd als een handvol opstandelingen en “terroristen”. Naast openbare executies, martelingen en het in brand steken van huizen vonden daarbij ook onthoofdingen plaats, die de bevolking moesten ontmoedigen om aan de strijd tegen de bezetters deel te nemen. Als antwoord op de terreur van Westerling en de zijnen drongen de Indonesische militaire leiders aan op meer eensgezindheid onder het verzet. Daarover spraken ze met elkaar op 17 maart 1947.
(Lees verder bij de bron van dit artikel)
Via:: Doorbraak