Rapport WNF wijst op verband tussen COVID-19-pandemie en vernietiging van natuur

Het rapport ‘Ecosysteemvernietiging en de opkomst van pandemieën’ legt de link bloot tussen de opkomst van pandemieën zoals dewelke we vandaag meemaken, en waarvoor we vooralsnog geen vaccin of geneesmiddel hebben, en onze zware impact op de natuur.

SARS-COV-2-coronavirus, maakt deel uit van de zogenaamde zoönosen – zoals ebola, aids, SARS, vogelgriep of varkenspest. Het zijn ziekten die door dieren op mensen worden overgedragen. Aan de basis van het nieuwe virus ligt het fenomeen van de ‘spillover’, ofwel ‘interspecifieke sprong’, het moment waarop een ziekteverwekker van de ene gastheersoort op de andere overgaat. Een van de meest waarschijnlijke gastheren van het SARS-CoV-2-virus zijn vleermuizen. Wetenschappers geloven dat het virus de sprong kon maken naar de mens via schubdieren als ‘tussengastheer’. Deze kleine insectenetende zoogdieren, waarvan 8 bestaande soorten allemaal met uitsterven worden bedreigd, zijn de meest gesmokkelde dieren ter wereld. Ze worden vooral bejaagd en verhandeld vanwege hun schubben die genezende krachten worden toegedicht, maar ook voor hun vlees.

Het is zeer waarschijnlijk dat de legale en illegale handel in wilde dieren aan de oorsprong ligt van deze uitbraak. De handel in wilde dieren is een bewezen vehikel voor oude en nieuwe zoönosen, die jaarlijks ongeveer een miljard ziektegevallen en miljoenen sterfgevallen veroorzaken. 75 procent van de tot dusver bekende ziekten bij de mens zijn afkomstig van dieren, net zoals 60 procent van de opkomende ziekten wordt overgedragen door wilde dieren.

Bossen, ons antivirus, raken uitgeput

Natuurlijke ecosystemen zoals tropische bossen spelen een cruciale rol bij het ondersteunen en voeden van het leven, inclusief dat van onze soort, maar ze spelen ook een fundamentele rol bij het reguleren van de overdracht en verspreiding van infectieziekten zoals zoönosen. De door de mens veroorzaakte vernietiging van habitats en biodiversiteit verbreekt het ecologische evenwicht dat micro-organismen die verantwoordelijk zijn voor bepaalde ziekten in toom houdt en creëert gunstige voorwaarden voor hun verspreiding. Bovendien kunnen kunstmatige habitats of gedegradeerde natuurgebieden met een hoge menselijke dichtheid de verspreiding van ziekteverwekkers verder vergemakkelijken. Zo zijn buitenwijken van veel tropische metropolen broeihaarden voor gevaarlijke ziekten en voor de overdracht van zoönosen, terwijl de aanleg van irrigatiesystemen, kanalen en dammen in tropische landen de reproductie van vectoren mogelijk maakt, zoals sommige soorten muggen.

De vernietiging van natuurlijke habitats zoals bossen verhoogt de kansen tot besmetting met opkomende zoönosen, zegt het WWF-rapport. In de ongerepte bossen van West-Afrika leven bijvoorbeeld vleermuizen die het ebolavirus dragen. Ziekten zoals gele koorts (overgedragen via muggen, door geïnfecteerde apen), leishmaniasis (zandmugziekte) of hiv, hebben zich aangepast aan de mens vanuit de variant die aanwezig is bij apen die leven in Centraal Afrikaanse bossen. Een voorbeeld dichter bij ons is de ziekte van Lyme. Die wordt overgedragen door de beet van een geïnfecteerde teek. Recent onderzoek heeft aangetoond dat het risico op het oplopen van deze ziekte aanzienlijk hoger is in gebieden waar de diversiteit aan gewervelde dieren laag is, zoals in kleine bossen en waar habitats sterk gefragmenteerd zijn.

Bushmeat, potentieel een biologische bom

Het maken van toegangswegen tot bossen, de uitbreiding van jachtgebieden en het verzamelen van vlees van wilde dieren (bushmeat), het ontstaan van dorpen en andere nederzettingen in voorheen wilde gebieden, heeft de mens in nauwer contact gebracht met nieuwe virussen, wat het begin van nieuwe epidemieën bevordert. De consumptie van bushmeat groeit dramatisch in verschillende delen van de wereld – niet alleen in Afrika. De Belgische FOD Volksgezondheid schat dat er op Zaventem elk jaar 44 ton bushmeat binnenkomt uit Afrika. WWF waarschuwde al meermaals voor het gezondheidsrisico van deze verboden import, die een belangrijk verlies aan biodiversiteit vertegenwoordigd en de verspreiding van ziekteverwekkers met zich mee kan brengen.

Het IPBES (Intergovernmental Science-Policy Platform on Biodiversity and Ecosystem Services) van de VN meldde in 2019 dat het destructieve optreden van de mens ten opzichte van de natuur een ongekend niveau heeft bereikt. 75% van het landmilieu en ongeveer 66% van het mariene milieu is aanzienlijk gewijzigd en ongeveer 1 miljoen dier- en plantensoorten worden bedreigd met uitsterven. Het Living Planet Report, opgesteld door WWF in 2018, toont aan dat de planeet in iets meer dan 40 jaar gemiddeld 60% van zijn gewervelde populaties dieren heeft verloren.

De oorzaken van deze destructie zijn niet ver te zoeken. In 50 jaar tijd is de wereldbevolking verdubbeld. Onze uitstoot van broeikasgassen is verdubbeld sinds 1980, waardoor de gemiddelde temperatuur wereldwijd met 1° C is gestegen in vergelijking met het pre-industriële tijdperk en het mondiale gemiddelde zeeniveau tussen 16 en 21 centimeter steeg sinds 1900. We zijn vandaag ongeveer 50% van de oppervlakte van de bossen verloren, die ongeveer 80% van de biodiversiteit van de aarde herbergen, bijdragen aan de strijd tegen klimaatverandering, onze gezondheid beschermen en onze overleving garanderen: regenwouden produceren alleen al meer dan 40% van de zuurstof in de lucht.

Ecologische systeemcrisis

Naast het grote verlies aan mensenlevens is de sociaal-economische impact van deze zoönosen aanzienlijk. Zo kostte het economische verlies als gevolg van de SARS-explosie in 2003, met zo’n 8.000 geïnfecteerde mensen, de wereldeconomie tussen 30 en 50 miljard dollar. Andere zoönosen, waarover minder gerapporteerd werd door de media, zoals echinococcus (door honden op mensen overgedragen met sommige hoefdieren als tussengastheer), kosten 4 miljard dollar per jaar aan analyse en medicijnen. Cijfers die ongetwijfeld in het niets zullen vallen bij de kosten als gevolg van de huidige noodsituatie.

Koen Stuyck, woordvoerder WWF: “De groeiende impact van de mens op ecosystemen en wilde soorten, versterkt door de effecten van klimaatverandering, vergroot onze blootstelling aan risico’s enorm. We worden nu geconfronteerd met een ecologische systeemcrisis en COVID-19 is daar een uiting van. Het is daarom essentieel dat we ongerepte natuurgebieden beter beschermen, de illegale en niet-gecontroleerde handel in wilde soorten stoppen, het evenwicht van beschadigde ecosystemen herstellen en de klimaatverandering stoppen.”

– Overgenomen van De Wereld Morgen

Uitgelichte afbeelding: Door Hollingsworth, John and Karen – This image originates from the National Digital Library of the United States Fish and Wildlife Serviceat this page Publiek domein, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=47677