De Mexicaanse president Manuel López Obrador, beter bekend als AMLO, zei vrijdag dat hij nationale archieven zal openen die laten zien hoe activisten en oppositiegroepen doelwit waren van geheime diensten tijdens de ‘vuile oorlog’ van het land.
“Ze zullen worden opengesteld zodat burgers er toegang toe hebben, vooral onderzoekers. Het maakt deel uit van ons programma om onze nationale historische herinnering te versterken,” zei de president.
De documenten zijn eigendom van het Nationaal Centrum voor Onderzoek en Beveiliging (CISEN) en zijn gehuisvest in het nationale archief van Lecumberri, een voormalige gevangenis in de hoofdstad waar talloze oppositieleden, waaronder leden van de studentenbeweging uit 1968, ooit gevangen zaten.
Ze zullen vanaf maandag voor het publiek geopend zijn, zei López Obrador.
Een van de eerste dingen die de Mexicaanse leider zei na zijn aantreden op 1 december was de aankondiging dat CISEN zou worden ontbonden, terwijl het National Intelligence Center intact zou blijven.
De 65-jarige linkse leider zei dat Mexico, dat decennia lang werd geregeerd door de Institutionele Revolutionaire Partij, of PRI, een “donkere periode” had waarin de vervolging van sociale activisten en oppositiefiguren plaatsvond, hoofdzakelijk in de jaren 1960 tot de jaren 80, een tijd waarnaar historici verwijzen als de ‘vuile oorlog’.
“We leefden decennialang onder een autoritair regime dat vrijheden beperkte en degenen vervolgde die streden voor sociale verandering,” zei hij. “In de naam van de staat, mijn excuses,” voegde López Obrador eraan toe.
Hij zei dat diegenen die onder de activiteiten van spionageactiviteiten van de overheid hebben geleden, in staat zullen worden gesteld om een schadevergoeding te eisen op grond van de wet.
Bron: france24.com
