Politiek van uitsluiting

In de de nasleep na de presidentsverkiezing in de VS heeft een hele reeks commentatoren en opiniemakers zich bezig gehouden met het duiden van de niet-voorziene uitkomst. Hoe kon iedereen er zo naast zitten en waarom kozen zo veel mensen voor Trump? Parallellen met agenda en populariteit van Wilders worden getrokken.
De vraag naar de Trump-stemmer wordt, net zoals de vraag naar de Wilders-stemmer, beantwoordt middels het zoeken naar begrip voor deze stemmer. Het gaat kennelijk om mensen die slachtoffer zijn van financiële crisis, arrogantie van linkse elite en underdog van neo-liberale vrije markt. Deze mensen zijn boos, bang en arm.
Als duiding voor de populariteit voor Trump, Wilders en soortgelijken is dit echter onvoldoende. Ook economische winnaars stemmen voor Trump of Wilders en lang niet alle armen, of sociaal zwakken zijn te porren voor een stem op Wilders.

Eergisteravond bij Pauw op tv (weer) de vraag wie de PVV-stemmer is. En dat leverde ook weer schoonschijnende argumenten.

Hoe divers de groep PVV-stemmers ook lijkt er is 1 ding dat deze kiezers allemaal gemeen hebben. Ze hebben er geen moeite mee dat bepaalde bevolkingsgroepen worden aangewezen als minderwaardig; dat voorgesteld wordt om bepaalde groepen in de samenleving hun rechten te ontnemen en hen daarvan uit te sluiten. Dat is de kern van de politieke retoriek van zowel Trump als Wilders (en anderen).

Het gevraagde begrip voor deze kiezer dient slechts als schaamlap. Zolang de Trump- of Wilders-stemmer kan worden getypeerd als een slachtoffer van economische onrechtvaardigheid hoeven we niet het onderliggend fascistisch gedachtegoed te onderkennen.

Het is hoog tijd om het taboe van kritiek op de PVV-stemmer te doorbreken.

Wie enige waarde hecht aan mensenrechten en de gelijkwaardigheid van mensen erkent, stemt niet op de PVV.