Perspectieven voor Europees links na Griekenland

“I want to tell you that Europe is united, not divided”. Tsipras’ publieke mededeling vlak voor de deal met de Europese instellingen op 12 juli 2015 kon op 2 manieren begrepen worden. “De Europese Unie zal niet uit elkaar vallen, Griekenland blijft erin”, maar ook als “we hebben geen bressen kunnen slaan in het standpunt van de verschillende nationale burgerijen, we hebben geen verdeeldheid kunnen zaaien”.

Dat was namelijk één van de pistes van de Griekse regering, trachten het meer “sociale” Frankrijk aan hun kant te krijgen om de Griekse besparingsdwangbuis wat losser te krijgen, tegenover het meer “rigide” Duitsland. Zonder succes dus.

Maar die vaststelling opent wel perspectieven voor de Europese linkerzijde, of de linkerzijde binnen de lidstaten: Als de soberheidspolitiek ter tafel komt, zijn de burgerijen van de verschillende lidstaten wel degelijk eensgezind, en laten ze zich niet tegen elkaar uitspelen. Ze hebben daarvoor ook de instrumenten om die door te voeren: de euro, de ECB, de begrotingspacten, en in mindere mate het IMF (die op financieel-economisch vlak misschien een zeker tegengesteld belang tussen de VS en de EU vertegenwoordigt, maar om geopolitieke redenen eveneens de belangen van de Europese burgerijen zal verdedigen).

De euro ontneemt als “vreemde” munt de lidstaten immers de mogelijkheid om de competitiviteit op te krikken via devaluatie en op die manier de besparingspolitiek te omzeilen. Politiek “links” zal haar programma en communicatie naar haar achterban of kiespubliek dus ook binnen dit kader moeten plaatsen, en de breuklijnen met “rechts” op andere terreinen zoeken dan in de afwijzing van de besparingspolitiek.

Een andere vaststelling is dat de burgerlijke parlementaire democratie wel degelijk haar functie vervuld heeft, in tegenstelling tot wat sommige commentaren beweerden dat de democratie zou gefaald hebben. Die conclusie komt vermoedelijk uit de foutieve opvatting dat de burgerlijke democratie het algemeen belang dient. De parlementaire democratie is in werkelijkheid een instelling waarmee de (nationale) elites of burgerijen hun belangen behartigen “in naam van” (of met instemming door) het volk.

De constructie van de EU slaat daarbij enkel op een poging van die burgerijen om een gemeenschappelijk belang na te streven tegenover burgerijen van andere machtsblokken en van het Amerikaans imperialisme. Voor dit gemeenschappelijk belang moesten de democratische procedures op een hoger schaalniveau in werking gesteld worden. In het beheersen van de Griekse crisis heeft die omvorming ook haar nut bewezen, zoals Jacques Delors het treffend samenvatte na het Griekse referendum: “De democratie in 1 lidstaat weegt niet op tegen 18 anderen”.

Op een minieme minderheid na heeft de bevolking van de andere lidstaten er immers voor gekozen om solidair te zijn met de eigen burgerij en haar Europees project, en niet met de Griekse bevolking, die de Europese eenmaking op de helling wilde zetten door zich tegen de besparingspolitiek uit te spreken. Een belangrijke reden voor dit manifest gebrek aan steun voor de Griekse keuze, is dat alle lidstaten zich borg hebben moeten stellen voor de steunpakketten aan Griekenland via het EFSF. Deze moeten in de begroting ingeschreven worden, en zullen dus onrechtstreeks invloed hebben op beleidskeuzes over besparingen.

Dat de financiële steun aan Griekenland grotendeels of volledig bij de Griekse banken terechtkomt en niet bij de Griekse bevolking, zal daarbij weinig verschil maken. “Als wij moeten inleveren om het bankensysteem overeind te houden, dan de Grieken ook”, zal de dominante reactie zijn. (Lees verder bij de bron van dit artikel)

Via:: dewereldmorgen.be