Het is weer tijd voor de Palestijnse olijvenoogst, die traditioneel plaatsvindt in de maanden oktober en november. Olijven zijn belangrijk in Palestina. Grote delen van het land zijn beplant met zo’n 10 miljoen olijfbomen. Tussen de 80.000 en 100,000 families zijn geheel of gedeeltelijk voor hun inkomsten van de opbrengsten ervan afhankelijk. De totale opbrengst aan olijfolie uitgedrukt in geld, ligt gewoonlijk ergens tussen de 160 en 190 miljoen dollar.
Het oogsten gaat echter heel vaak niet van een leien dakje. De bewoners van de Israelische nederzettingen, ook wel kolonisten genoemd, (het zijn er intussen zo´n 600.000-750.000) zorgen het hele jaar door voor veel overlast aan de boeren. Maar de olijvenoogst is wat dat betreft hun hoogseizoen met dagelijkse pesterijen, en daadwerkelijke aanvallen. Veel bomen worden beschadigd of domweg omgehakt of uitgerukt, en oogsten (en soms ook het materiaal om mee te oogsten) worden gestolen. En passant worden ook nog wat auto’s of ander materieel beschadigd of gewoon in brand gestoken. Vorig jaar berekende OCHA (de organisatie van de Verenigde Naties die de humanitaire zaken behandelt) dat er 26 boeren gewond waren geraakt tijdens de oogsttijd en 1.600 bomen verloren waren gegaan (over het gehele jaar 2020 waren dat er 9.300). Dit jaar zijn nog geen getallen van gewonden bekend, maar wel werd – onder meer door de Israelische organisatie YeshDin – gemeld dat er tenminste al 1.500 bomen zijn gesneuveld. Afgezien van dit alles is een flink aantal boomgaarden ook nog eens slecht of helemaal niet bereikbaar,omdat ze of te dicht bij een intussen verrezen nederzetting liggen, of aan de verkeerde kant van de Apartheidsmuur, zodat het leger eerst toestemming moet geven en speciale hekken moet openen om de boeren een kort moment op hun land te gunnen. Die permissie komt er niet altijd of soms ook gewoon te laat.
Hieronder een bloemlezing van wangedrag van de kolonisten, uitsluiten gebaseerd op de berichtgeving van het Palestijnse persbureau Wafa. De opsomming is daarmee vrijwel zeker niet volledig.- Het eerste bericht is van 7 oktober. Een 60-tal kolonisten van de nederzetting Yitzhar bij Nablus overviel toen oogstende boeren van het dorp Burin. Het leger keek toe. Het kwam alleen in actie toen de boeren probeerden de kolonisten tegen te houden.- Een dag later, op 8 oktober, rukten kolonisten van de nederzetting Adora (?) tenminste 100 olijfbomen uit die behoorden aan de dorpelingen van Khirbet al-Taybeh (onderdeel van Tarqumiya) ten noordwesten van Hebron. Eén van de boeren, Sulaiman al-Ja’afrweh, zei dat dit al voor de vijfde keer gebeurde.
– Op 10 oktober vielen kolonisten van de nederzetting Elon Morei boeren aan van het dorp Deir al-Hatab, ten oosten van Nablus
– Op 12 oktober werden in Sebastia in het noorden van de Westoever 900 bomen deels omgehakt en werd de oogst gestolen. Dezelfde dag werden 70 bomen uitgerukt in Masafer Yatta in het zuiden van het district Hebron.
– Op 13 oktober hakten kolonisten tientallen bomen om van de plaats Awarta (bij Nablus) en sproeiden pesticiden op andere bomen, die daarmee zo goed als gedood werden. De kolonisten waren afkomstig van de nederzetting Itamar die op land van Awarta is gebouwd.
Dezelfde dag werden in Marda, bij Salfit, de banden doorgeprikt van een aantal auto’s en racistische leuzen op muren geschreven. (Dit laatste voorval haalde de pagina’s van de Israelische kranten. Het was tevens het enige voorval dat de de directeur van CIDI, de Israel-lobby in NL, Hanna Luden, meldde onder toevoeging van het woord ”schande”. CIDI meldde echter tot nu toe geen enkele aanval op oogstende boeren).
– Eveneens op 13 oktober stalen kolonisten van de nederzettingYitzhar (bij Nablus) de spullen die boeren in Burin in stelling hadden gebracht om hun olijven te oogsten. Daaronder waren houten ladders en plastic zeilen en emmers om de olijven mee op te vangen en om ze mee te nemen.
– Op 14 oktober ontwortelden kolonisten van de nederzetting Adi Ad meer dan 80 olijfbomen van het dorp al-Mughayyer ten noorden van Ramallah. Er werd ook een boer aangevallen die daardoor blauwe plekken opliep. Verder werd een stuk land van het dorp van 60 dunum (6 hectare) geëgaliseerd. Amin Abu Elia,het dorpshoofd, vertelde dat de kolonisten eerder al een keer zo’n 500 olijfbomen hadden ontworteld.- Op 15 oktober raakten vier Palestijnen van het dorp Yasuf (provincie Salfit) gewond toen zij door kolonisten werden aangevallen bij het oogsten van hun olijven.Youssef Hamouda, een van de boeren zei dat ongeveer 30 kolonisten van de nederzetting Rehalim hem en zijn vrouw en zoon met stenen hadden bekogeld waarbij zij gewond raakten. Ook de voorruit van Hamouda’s auto sneuvelde. Andere boeren werden bespoten. Ook namen de kolonisten materiaal mee dat bij het oogsten werd gebruikt.
– Op 18 oktober ontdekten Palestijnse boeren in de stad Salem, ten oosten van de stad Nablus, ’s ochtends dat tientallen van hun olijfbomen, ten oosten van de stad, waren omgehakt door kolonisten uit nabijgelegen nederzettingen. Kolonisten hakten ook meer dan 100 olijfbomen om van het dorp Jaloud ten zuidoosten van Nablus.Andere bomen waren besproeid met pesticiden. Het was de tweede aanval op de boomgaarden van dit dorp in dit seizoen.
– Ondertussen meldde Nasser Snubar uit Yatma ten zuiden van Nablus dat kolonisten zijn boomgaard ten zuiden van het dorp waren binnengedrongen en zijn gereedschap om te oogsten hadden gestolen.- Op 18 oktober melde een toezichthouder van de Palestijnse Autoriteit ook dat het leger de boeren van vijf kleine dorpjes in het noorden van de Westoever (bij Qalqilya) hadden verhinderd naar hun boomgaarden te gaan om te oogsten. De boomgaarden liggen aan de andere kant van de Apartheidsmuur. De dorpjes zijn Izbit Salman, Izbit al-Ashqar, ‘Azzun, ‘Atma, Beit Amin en Sanniniya. Het gebeurde ondanks het feit dat de boeren vergunningen hadden gekregen om naar hun land te gaan. Ongeveer 2.000 dunum (200 hectare) met olijfbomen liggen in dat deel van het district Qalqilya aan de verkeerde kant van de Muur.
– Op dezelfde dag werd in Burqa ten noorden van Nablus landbouwgrond in brand gestoken dichtbij de (in 2005 gesloten) nederzetting Homesh. Boeren waren echter in staat de brand, die schade aan bomen en gewassen veroorzaakte, weer te blussen. Op 20 oktober werden de oogst en de oogstwerktuigen gestolen van boeren uit Qaryout, ten zuiden van Nablus.De boeren merkten dat toen ze ’s ochtends naar het land kwamen. De velden liggen dicht tegen de nederzetting Shavut Rachel aan.
– Op 21oktober werden 300 bomen ontworteld van het dorp Mazraa al-Gharbiye, ten noorden van Ramallah. Het land ligt dichtbij de nederzetting Kerem Reim(?).
– Op 23 oktober viel een groep van ongeveer 20 kolonisten boeren aan die aan het plukken waren bij Turmusayya,ten noorden van Ramallah. Ten minste één boer werd besproeid met pepperspray waarbij hij brandwonden opliep in zijn gezicht. Hij moest zich onder doktersbehandeling stellen. Een auto van één van de boeren werd in brand gestoken (zie hierboven). De banden van drie andere auto’s van de plukkers werden lek gestoken. De kolonisten kwamen uit een aangrenzende ”buitenpost”.
Ten overvloede meld ik nog even – ook ten behoeve van het CIDI, onze nationale Israel-lobby die dit allemaal niet schijnt te weten (ze weten daar heeeeel weinig): het leger beschermt alleen de kolonisten en niet de Palestijnen. En klachten bij de politie over dit soort wandaden worden eigenlijk nooit uitgezocht, laat staan vervolgd. (Dit is ook na te lezen bij de groepering Yesh Din die dat namens de Palestijnen wel vele malen heeft geprobeerd). Er past hier helaas dus eigenlijk maar één conclusie: de Israelische overheid staat achter de kolonisten en ziet hun wandaden als een welkome aanvulling op het beleid om zoveel mogelijk grond te verwerven met daarop zo min mogelijk Palestijnen. De VS en Europa steunen dit beleid, onderwijl vrome wensen uitsprekend over een – intussen volledig imaginaire – twee-statenoplossing.