Over de psychologische spelletjes die de gemeente Leiden speelt met baanlozen

Een van de klachten die we de afgelopen jaren in Leiden het meest hoorden van baanlozen is dat consulenten stelselmatig de crisis als oorzaak van werkloosheid negeren. Consulenten komen met superoptimistische verhalen aanzetten dat er best werk is. Baanlozen zouden best wel uit de uitkering kunnen komen als ze “maar een goede sollicitatiebrief schrijven”. Als ze maar laten zien dat ze “alles aanpakken”. Als ze hun cv maar voldoende opkalefateren, dat wil zeggen: liegen over werkervaring of zelfs afkomst. Langdurig baanlozen hebben meegemaakt dat hen verteld werd dat ze “enorm kansrijk” zijn of zelfs “een overkill aan capaciteiten hebben”. Consulenten kunnen daarbij ongestraft fantaseren over “droombanen” die voor het oprapen zouden liggen, als de baanlozen zich maar een slag in de rondte solliciteren.

Dat optimisme zien we terug in de jubelende omschrijvingen in allerlei beleidsstukken over de aanpak om baanlozen aan een baan te “helpen”. “We” doen het “goed” in Leiden, zo wordt ons met enig stadschauvinisme ingeprent. Maar in die officiële stukken kan de gemeente toch ook niet helemaal om de crisis heen. Zo schrijft de DZB in 2012 in een kwartaalrapportage over een toename van “werkzoekenden” door “de slechte arbeidsmarkt (veel aanbod, weinig vraag)”. En in 2013: “In veel gevallen kost het bedrijven moeite om het eigen personeel aan het werk te houden, en het vraagt veel inzet en creativiteit om banen te blijven vinden.” Extra aandacht is er voor hoger opgeleide “werkzoekenden”, die volgens de DZB in 2013 een “afstand tot de arbeidsmarkt” hebben “welke gedeeltelijk wordt veroorzaakt door de crisis. Uit de praktijk blijkt dat de gedachte dat hoger opgeleiden makkelijk en snel plaatsbaar zijn niet reëel is.”

(Lees verder bij de bron van dit artikel)

Via:: Doorbraak