Oostenrijkse regering manipuleerde cijfers over islamitische scholen (met video)

Ambtenaren van het Oostenrijkse Ministerie van Buitenlandse Zaken hebben mogelijk een studie over islamitische kleuterscholen dusdanig gemanipuleerd dat er een voor minister Kurz gunstige conclusie getrokken kon worden.

Minister van BuZa Kurz

Minister Kurz van Buitenlandse Zaken voert al een tijdje campagne tegen islamitische kleuterscholen. Volgens hem zijn die er verantwoordelijk voor dat zielige moslimkindjes in een isolement opgroeien en later allemaal salafist worden, iets wat we niet moeten willen. Bovendien wordt dat allemaal bekostigd door de Hardwerkende Belastingbetalende Burger, een opmerking die het altijd goed doet bij het rechtse plebs.

Om zijn haatcampagne te onderbouwen gaf Kurz de pedagoog Ednan Aslan opdracht tot een studie naar islamitische kleuterscholen. Uit die studie bleek – tamelijk voorspelbaar – dat Kurz volledig gelijk had in zijn kritiek.

Naar nu blijkt is er echter één probleempje: Kurz’ ambtenaren hebben delen van de studie die hen niet bevielen vrolijk herschreven. Het Oostenrijkse tijdschrift Falter zegt over documenten te beschikken die dat ook bewijzen.

Volgens Falter gaat het dan niet om een paar kanttekeningen, maar om inhoudelijke wijzigingen waarbij zinsneden soms letterlijk volledig werden herschreven.

Een voorbeeld:

In de eerste versie, die Aslan in januari 2016 als Word-bestand afleverde bij Kurz, prees de onderzoeker ouders die vonden dat hun kinderen op islamitische kleuterscholen  “zelfstandig, respectvol en liefdevol opgevoed moesten worden”. Uit de correctiemodus van het document blijkt dat Kurz’ ambtenaren deze zin in zijn tegendeel veranderden. Volgens hen wilden de ouders”hun kinderen tegen vreemde invloeden beschermen”.

Tweede voorbeeld:

Islamitische ouders, schrijft Aslan in de eerste versie, zoeken op de islamitische kleuterscholen voor hun kinderen “waarden als respect, sereniteit, individualiteit van het kind, hygiëne, tevredenheid van kinderen, stiptheid, liefde, warmte en veiligheid, onafhankelijkheid en transparantie van regels.”

Een ambtenaar van het Ministerie van Buitenlandse Zaken zette een dikke streep door al deze woorden en verving ze door: “Voor hen [de ouders]  dat kinderen islamitische waarden wordt bijgebracht”. Dat klinkt naar sharia en kalifaat en niet meer naar zelfstandigheid en individualiteit.

Uiteraard interesseert het lot van moslimkindjes Kurz geen hol. Kurz’ partij, de conservatieve ÖVP, probeert in het zicht van de verkiezingen stemmen af te snoepen van de fascistische FPÖ, een strategie die redelijk succesvol lijkt te zijn. Op zich niks bijzonders – VVD en CDA doen in Nederland niet anders – maar dat je als minister je ambtenaren opdracht geeft een studie te herschrijven omdat de conclusies jou niet bevallen, gaat natuurlijk wel een aantal stappen verder.

Falter concludeert aan de hand van tientallen voorbeelden: “Steeds weer snijden ambtenaren juist die passages weg die een ambivalent beeld schetsen van islamitische kleuterscholen. En steeds weer voegen ze er zinnen aan toe die de situatie dramatiseren”. 

Ook het optreden van ‘wetenschapper’ Aslan is op zijn minst opmerkelijk te noemen. Volgens een woordvoerder van het Ministerie van BuZa is elke verandering doorgenomen met Aslan, die expliciet toestemming zou hebben verleend de tekst te wijzigen. Aslan ontkent in eerste instantie tegenover Falter op de hoogte zijn van de wijzigingen. Wanneer de zaak uitlekt en hij contact heeft gehad met het Ministerie van BuZa, slaat hij als een blad aan de boom om en verklaart achter elk woord in de tekst te staan.  Gezien de twee radicaal verschillende versies van de tekst is dat natuurlijk uitgesloten. Bovendien blijkt uit de documenten waarover Falter beschikt dat letterlijk élke wijziging is ingevoerd door ambtenaren, Aslan zélf heeft geen enkele wijziging in de tekst ingevoerd.

De belangrijkste vraag is natuurlijk wat Kurz zélf wist. Was hij op de hoogte van de door zijn ambtenaren aangebrachte wijzigingen? Een woordvoerder van BuZa ontkent dat ten stelligste: “Zo stom zijn wij toch niet?”.