Onnozel links leert nog weinig van de echecs van Syriza en Brexit

Het Griekse SYRIZA, verkozen op een programma dat beloofde een eind te maken aan het beleid opgelegd door de Europese Trojka, werd ondertekenaar van een derde Memorandum gedicteerd door de Trojka. En dat zelfs onmiddellijk na een volksraadpleging (5 juli 2015) die zich tegen een dergelijk nieuw Memorandum uitsprak. Als enige verdediging kan SYRIZA aanvoeren dat de overmacht te groot was, het verzet te geïsoleerd, de Europese Unie te vastberaden om elke dissidentie zwaar af te straffen, en dat de Europese Centrale Bank geen enkel chantagemiddel uit de weg zou gaan.

Bovenstaande noteert Herman Michiel terloops op Grenzeloos in een recent kritisch artikel over Groene politiek. Positief is dat hij inziet dat de overmacht tegen de politiek van Syriza te groot was. Maar hij gebruikt de formulering ‘als enige verdediging’ voor het echec in 2015. Alsof de omstandigheden een excuus rechtvaardigen. Een excuus is echter onnozel in de zin dat deze linkerzijde structureel geen flauw idee heeft wat haar te wachten staat. Want het echec is niet slechts het gevolg van uitzonderlijke omstandigheden, het is het gevolg van een structuur. De structuur is in eerste instantie die van de EU.

Als de EU op zich de boosdoener is, zou de oplossing simpel zijn. Dan zou je het pad van een exit volgen, zoals Brexit. Maar Brexit laat nu juist zien dat een exit uit de EU je onvermijdelijk binnenvoert in een andere internationale constellatie, in het geval van het VK in een status als vazalstaat van de VS. Hoewel het in eerste instantie de EU is die neoliberaal beleid oplegt, is diezelfde EU onderdeel van een mondiaal dominant systeem: een neoliberaal systeem met diverse gradaties. Een exit uit de EU betekent zonder meer een graadje erger.

Zonder meer? In Brexit bedreigend voor conservatief links in een eerdere kritiek op Herman Michiel heb ik deze kwestie summier aangekaart. Ik schreef: ‘Ze [linkse onnozelaars] gaan uit van de (stalinistische) onderliggende premisse dat ieder land een geïsoleerde staat is die soeverein zijn politiek kan bepalen. Luxemburg heeft met andere woorden dezelfde mogelijkheden als de Verenigde Staten. Dat zoiets onzin is, te meer onder invloed van de toenemende globalisering, is evident.’ Maar deze evidentie behoeft toch toelichting blijkbaar.

Michiel merkte in een reactie onder meer op dat het Verenigd Koninkrijk iets meer betekent als economische mogendheid dan Griekenland. Inderdaad, maar klaarblijkelijk niet zoveel meer, bezien in het licht van de Brexit-worsteling. De EU-lidstaten lijken zogezegd alle op Luxemburg. Voorts werd er via-via verwezen naar het artikel over uitdagingen voor links in de eurozone. Men stelt daar: ‘Uit deze vaststellingen moet men niet concluderen dat we een nationalistische uitweg uit de crisis zoeken. Zoals in het verleden moet er een internationalistische strategie ontwikkeld worden, en gezocht worden naar een Europese integratie van de volkeren die in schril contrast staat met de huidige integratie, helemaal gedomineerd door de belangen van het kapitaal.’ Hoewel de noodzaak van een internationalistische strategie wordt genoemd – ontwikkeld moet worden – beseft men dat er vooral maatregelen op nationaal niveau zijn aangegeven. Ter hunner verdediging: men wijst er ten slotte op dat er wordt nagedacht over de ontbinding van het Europees Parlement en de rechtstreekse verkiezing van een Grondwetgevende Vergadering, daarbij aansluiting zoekend bij andere grondwetgevende initiatieven op Europees vlak. Maar dit lijkt vooral op een bij voorbaat pareren van kritiek dat in hun ideeën de traditionele natiestaat centraal staat, niet op een wezenlijk initiatief. De organisatie van zo’n Grondwetgevende Vergadering is dan ook uiterst lastig, zo niet een luchtkasteel in de huidige politieke verhoudingen. Het is met andere woorden van belang niet slechts vrijblijvend een internationale strategie te bepleiten maar die handen en voeten te geven.

Wat is dan wel een alternatief, als je lessen wil trekken uit het echec van Syriza en de aanstaande mislukking van Brexit? In Europese verkiezingen: voor lagere belastingen, een sterk leger en leefbare krimpregio’s heb ik een paar ideeën aangedragen. Het zijn aanzetten waarbij de achterliggende idee is dat het op de eerste plaats gaat om de identificatie van Europabrede problemen. Europabreed omdat linkse initiatieven per land zo goed als zeker het drama van Syriza achterna gaan, terwijl de EU als geheel voor links een steviger houvast biedt. Vervolgens bedenk je voor die problemen linkse oplossingen. Daaromheen bouw je een politiek programma, dat per land een accentverschil kan krijgen. Het programma vormt dan de basis voor discussies en voor nadere concretisering ervan. Zo’n praxis biedt kans op vergroting van de bewustwording van de huidige politieke situatie en doet tevens in toenemende mate realiseren dat verandering mogelijk is.