Onderwijzer is het mooiste beroep

We gingen op schoolreisje. Survivallen in de Ardennen met het VMBO en zoals ieder jaar waren we weer onderbezet. Dus vroegen we op de ouderavond of er ouders bereid waren om mee te gaan. Gelukkig wilde een vader zich wel opofferen. Het is tenslotte een snoepreisje, zo’n schooluitje.

De eerste avond zaten we gezellig bij het kampvuur. De vader zei tegen mij; ”Vind je het erg als ik morgenochtend naar huis ga. Ik kan er niet meer tegen en ik begrijp niet hoe jullie dit volhouden”. Dat had ik niet verwacht. Er was nog niets gebeurd. We hadden van tevoren alle bagage gecontroleerd en er waren nog geen incidenten geweest.

Onderwijsvernieuwing
Ik weet nog goed hoe het vroeger ging. Op de technische school zat de docent voor de klas te roken en als we bij hem moesten staan om ons huiswerk te laten controleren, blies hij expres de rook in je gezicht. Er waren geen computers en geen mobieltjes. Er was een bord en een krijtje. Eens per maand gaf hij een proefwerk. Bij het ontbreken van kopieermachines, schreef hij vijf vragen op het bord en die probeerde je zo goed mogelijk te beantwoorden. Toch had ik het idee, toen ik mijn diploma kreeg, dat ik heel veel wist en geleerd had.

Sinds ik in het onderwijs ging, werden de regels steeds strenger, de vergaderingen langer en de administratie vertienvoudigde. De klassen werden groter, de leerlingen mondiger en de eisen zwaarder. Als ik een proefwerk gaf, moest ik deze eerst inleveren om te laten controleren of het voldeed aan de eisen. Klopte de vraagstelling? Voldeden de vragen aan de eindtermen en zo ja, welke vraag hoorde bij welke eindterm? Hoe was het proefwerk gepositioneerd ten aanzien van het plan van toetsing en afsluiting? Hoe was de weging per vraag?

Rugzakjes
Het bijzonder onderwijs werd afgeschaft. Je moest kinderen niet stigmatiseren. Dus in de steeds voller wordende klas kwamen een aantal kinderen te zitten met onderwijs- en gedragsmoeilijkheden. Maar als de school een dik rapport per kind aanleverde, kreeg je een zakje extra geld voor het kind. Daar kon je als school dan extra dingen voor doen. Zoals het gat in de begroting vullen en als docent mocht je dan de problemen oplossen. Het werd een sport om zoveel mogelijk rugzakjes binnen te halen. Er werd iemand binnen gehaald, die de hele dag rapportjes zat te schrijven waarom een kind een rugzakje verdiende. Ondertussen werd het in de klas zwaarder en zwaarder. Als je dacht dat je het op de rails had, dan verzonnen ze in Den Haag dat het allemaal anders moest. Wat ze eigenlijk deden was iets verzinnen om het goedkoper te maken.

Lange vakanties
Lange vakanties zijn een mythe, die bij ieder conflict weer terug komt. Je maakt officieel net zoveel uren als een ander en hebt net zoveel vakantiedagen. Mits je niet gaat nakijken of lessen gaat voorbereiden in je eigen tijd, en wil je je werk goed doen dan ontkom je daar niet aan. Verder ben je in je vrije tijd steeds aan het denken hoe je de belhamels morgen weer gaat proberen iets bij te brengen. Tegen de tijd dat de vakantie aanbrak liep iedereen op apegapen. En drie dagen na de vakantie keek je uit naar het volgende rustmoment.

Het mooiste beroep
Ik heb aardig wat beroepen gehad, maar het mooiste was toch dat van docent. Iedere dag maak je weer iets mee en de voldoening is groot.
Alleen jammer dat de overheid het je ieder jaar moeilijker maakt.