Omstreden wethouder zet hakken in de grond

In vele artikelen wordt gesproken over het omstreden Lyceum met het omstreden bestuur als er gesproken wordt over het Cornelius Haga Lyceum, maar waarom wordt er niet gesproken over de omstreden wethouder van Onderwijs in Amsterdam in het dossier van het Lyceum? Is het dat alle partijen in principe altijd de andere kant van het Lyceum kiezen? 

Met hetzelfde gemak als de midstream media steeds maar brullen over het omstreden Lyceum met haar dito bestuur, kan er vanaf nu ook gesproken worden over een omstreden wethouder van Onderwijs, die in het dossier van het Cornelius Haga Lyceum in feite geen stap meer wil doen, dan nodig, om het probleem van ruimtetekort op te lossen.  

Natuurlijk gaan we er van uit dat de wethouder ook een opleiding heeft gevolgd, maar het is niet te hopen dat ze op een school heeft gezeten, die meerdere locaties heeft gehad. Laat ik de wethouder dit melden: ik heb op een school gezeten in Breda die drie locaties op dat moment had, waarvan 1 locatie in het centrum, net tegen de Grote Markt en zeker in de zomer was dat heel gezellig, meestal gezelliger dan die oude gebouwen van de opleiding. We hadden drie locaties en allemaal even oud en het was een gezeul met leerlingen, docenten, materialen en locatiemanagers tussen drie locaties. Echt, regelmatig te laat, leerlingen die ergens anders zaten, docenten die nog onderweg waren, ga zo maar verder. De leiding van het Haga Lyceum moet hier gewoon gelijk in worden gegeven, meerdere locaties in deze tijd – en in mijn tijd zeker ook – is niet behapbaar, zeker niet met een lerarentekort en met locatiemanager-tekort. 

De oplossing zou kunnen zijn om op het terrein van het Cornelius Haga Lyceum gewoon noodlokalen te zetten, die op de duur vervangen kunnen gaan worden door definitieve behuizing van de leerlingen en docenten. Maar daar wil de wethouder niet aan meewerken. Neen, want in het onderbewustzijn – en in samenspraak met de minister van Onderwijs – leeft het idee, dat er pas wat gedaan wordt aan het Lyceum als het bestuur het veld ruimt. Dit is pure machtsmisbruik. 

Op de site van de overheid (Overheid.nl) staat te lezen dat het college van B&W de besluiten van de gemeenteraad uitvoert, naast de wetten en regelingen van het Rijk en de provincie. Zo simpel, als het is, in dit dossier is dus de gemeenteraad de belangrijkste schakel en als eerste verantwoordelijk voor de complete miskleun van de gemeente Amsterdam op het gebied van het Islamitisch onderwijs in die stad. Als er belangrijke dingen besloten moeten worden, dan is er geen onderscheid tussen een Islamitische school of een niet-Islamitische school, echter …. dit heeft niet altijd gegolden voor de stad Amsterdam: het Parool – middels een achtergrondverhaal van Bas Soetenhorst op 8 juli jl. – gaf aan dat het Cornelius Haga Lyceum niet behandeld is en werd als elke andere school. En dat anders behandelen van het Haga Lyceum heeft geresulteerd in een ambtelijk memo aan de toenmalige burgemeester, Jozias van Aartsen, waarin de volgende regel stond te lezen: ‘ … Het handelen van de gemeente mag niet overkomen als pesten … ’ Maar, nu ben ik misschien te dom om ambtelijke stukken te kunnen lezen, maar hier staat toch duidelijk dat de handelwijzen van de gemeente het pesten moet voorkomen. Hoe kan de ambtenaar dit nu schrijven, waarom zou men een memo rond laten gaan, waarin staat dat de buitenwereld niet mag weten dat de gemeente alles zal doen om het Lyceum het zo moeilijk mogelijk te maken? Vind u dit nu niet een klein beetje opvallend? Welnu, ik vind het bijzonder opvallend, zeker als we  de geschiedenis van die overijverige ambtenaren van de gemeente Amsterdam blijven volgen. Het Parool schreef in het bovenstaande artikel hierover: “ … Het mantra van het gelijkheidsbeginsel duikt zo vaak op in de interne gemeentelijke communicatie, dat je er wantrouwig van zou kunnen worden … “ Het gaat zelfs zo ver, dat de afdeling Onderwijs al antwoorden en waarschuwingen klaar had liggen, voor het geval dat ouders het gemeentehuis zouden bellen. Ja, stel je voor … 

Daarna komen er stukken van rapporten van de AIVD naar buiten en komt een rapport ter controle met positieve resultaten niet naar buiten – dit is al eerder in een opiniestuk gemeld -. 

En nu is er weer gezeur over de huisvesting van het Cornelius Haga Lyceum; de school heeft nogal wat nieuwe leerlingen ingeschreven, waarna het gemeentehuis een verlopen gebouw aan de Reinaert de Vosstraat aan heeft geboden; een gebouw dat volgens de gemeente in goede staat opgeleverd zou worden en waarbij de eerste inrichting aanwezig zou zijn. Op zich een nobel streven, echter het addertje onder het gras, is een zin in de Telegraaf van 22 augustus: “ … Het pand biedt bovendien aan 500 leerlingen ruimte: fors meer dan de 220 plekken die het Haga in het huidige gebouw heeft … “ Als deze zin goed wordt gelezen, dan gokte de gemeente erop dat het Haga Lyceum in zijn geheel naar dit uitgeleefde gebouw zou gaan, maar dan middels de regels van gemeente en minister van Onderwijs, en dat betekent dat het bestuur van het Lyceum moet terugtreden. 

Als er gekeken wordt naar de gebouwen, dan moet er toe worden gegeven dat het huidige gebouw van het Cornelius Haga Lyceum er 100x beter uitziet, dan dat aftandse gebouw wat door de gemeente is aangeboden. Dan is de keuze van het bestuur van het Lyceum toch niet raar te noemen, dat men daar wil blijven zitten, dat daar bijgebouwd moet worden en dat men ‘minder’ vertrouwen in de wethouder en minister van Onderwijs heeft. En als ik de artikelen van de midstream media volg, dan schijnt de wethouder van Onderwijs in Amsterdam haar hakken in het zand te hebben gezet en dat er geen vaart in dit dossier te krijgen is. Zeker niet als het artikel van de Telegraaf begint met de zinsnede “ … Het omstreden Cornelius Haga Lyceum vindt het schoolgebouw aan de Reinaert de Vosstraat dat hen door de gemeente Amsterdam is aangeboden ’niet acceptabel’ … “ 

Het Cornelius Haga Lyceum is omstreden, Mike Muller? Och, het is maar hoe u het bekijkt, zeker als journalist of opinieschrijver. Als u kunt zeggen dat het Lyceum omstreden is zonder dat u ook maar één keer het standpunt van het bestuur van het Lyceum heeft proberen te begrijpen, dan kan ik met hetzelfde gemak de wethouder van Onderwijs omstreden noemen, die ook met het gehele dossier en ambtelijke memo’s niet één stap heeft gedaan om het bestuur van het Lyceum te hulp te komen. En ga nu niet balken over een aftands schoolgebouw om door die stap het bestuur op een zijspoor te krijgen.