Een vreugedevol en voorspoedig nieuwjaar toegewenst. Ondanks pessimistische voorgevoelens met leiders in grote(re) landen als Donald Trump, Vladimir Poetin, Narendra Modi, Xi Jinping, Jair Bolsonaro en Boris Johnson die ikke, ikke, ikke op de eerste plaats zetten in plaats van broederschap tussen mensen. Ode aan de vreugde, geschreven door de Duitse dichter Friedrich von Schiller, drukt de antithese van ikke, ikke, ikke prachtig uit. Ludwig van Beethoven vond het gedicht blijkbaar ook mooi want hij gebruikte het in de koorfinale van zijn Negende Symfonie. Vooral door die omstandigheid is Schillers gedicht bekend geworden. En speciaal de regel ‘Alle Menschen werden Brüder’ in de versie van 1803, die trouwens anders luidde in zijn originele versie van 1785. Welke regel weer paste voor verzinnebeelding van de Europese Unie, wier hymne het in 1985 werd. Mooi is dat Europa niet wordt genoemd, er geen eigen volk is dat een superieure cultuur bezit, er geen tegenstelling bestaat tussen autochtonen en allochtonen, doch dat de poëzie uitgaat van de vreugde die ontstaat als je je verbroedert.
Omdat ik in de gauwigheid niet een naar tevredenheid stemmende Nederlandse vertaling van het gedicht kon vinden, heb ik snel zelf wat gefabriceerd. Maar goed, iedere vertaling is subjectief. Voor hedendaagse oren klinkt het hier en daar niet passend en onbegrijpelijk. Zo verwijst ‘dochter van Elysium’ naar de Romeinse mythe van de Elysese velden, waar in de onderwereld de gelukzaligen woonden. Parijs, die stad van het licht, moest natuurlijk ook zoiets hebben, vandaar dat de Avenue des Champs-Élysées poogt mensen in die droom mee te slepen. En een cherubijn is een belangrijke koorengel; mogelijk beviel Beethoven de referentie eraan in het licht van de vreugde. Overigens heeft de componist bovenaan drie regels toegevoegd voor zijn koorversie die hier niet zijn meegenomen.
Vreugde, mooie vonk van god,
Dochter van Elysium,
We betreden dronken van vuur,
Gelukzalig, je heiligdom!
Je betovering bindt opnieuw
Wat de mores strikt heeft verdeeld;
Alle mensen verbroederen zich,
Waar je zachte vleugel verblijft.
Wie de grote treffer heeft gescoord,
Om een vriend van een vriend te zijn;
Wie een lieflijke vrouw heeft gewonnen
Voegt zijn juichen toe!
Ja, wie ook maar een ziel heeft
Meldt het aan de wereld!
En wie het nooit heeft gekund, die sluipt
Wenend uit deze bond!
Alle wezens drinken vreugde
Aan de borsten van de natuur;
Alle deugdzamen, alle slechteriken
Volgen haar spoor van rozen.
Kusjes gaf ze ons en wijnranken,
Een vriend, getest tot in de dood;
Lust werd aan de worm gegeven,
En de cherubijn staat voor God.
Blij hoe zijn zonnen vliegen
Door het prachtige hemelse plan,
Loop, broeders, jullie parcours,
Vreugdevol, als een held naar de zege.
Wees omhelsd, miljoenen!
Deze kus van de hele wereld!
Broeders, boven de sterrenhemel
Moet een lieve vader wonen.
Jullie vallen neer, miljoenen?
Vermoed je de Schepper, wereld?
Zoek hem boven de sterrenhemel!
Boven de sterren moet hij wonen.
—
Freude, schöner Götterfunken,
Tochter aus Elysium,
Wir betreten feuertrunken,
Himmlische, dein Heiligthum!
Deine Zauber binden wieder
Was die Mode streng geteilt;
Alle Menschen werden Brüder,
Wo dein sanfter Flügel weilt.
Wem der große Wurf gelungen,
Eines Freundes Freund zu sein;
Wer ein holdes Weib errungen,
Mische seinen Jubel ein!
Ja, wer auch nur eine Seele
Sein nennt auf dem Erdenrund!
Und wer’s nie gekonnt, der stehle
Weinend sich aus diesem Bund!
Freude trinken alle Wesen
An den Brüsten der Natur;
Alle Guten, alle Bösen
Folgen ihrer Rosenspur.
Küsse gab sie uns und Reben,
Einen Freund, geprüft im Tod;
Wollust ward dem Wurm gegeben,
Und der Cherub steht vor Gott.
Froh, wie seine Sonnen fliegen
Durch des Himmels prächt’gen Plan,
Laufet, Brüder, eure Bahn,
Freudig, wie ein Held zum Siegen.
Seid umschlungen, Millionen!
Diesen Kuß der ganzen Welt!
Brüder, überm Sternenzelt
Muß ein lieber Vater wohnen.
Ihr stürzt nieder, Millionen?
Ahnest du den Schöpfer, Welt?
Such’ ihn überm Sternenzelt!
Über Sternen muß er wohnen.