Notities van een afgedreven eiland 2: Het neoliberale paradijs

Ze staat bijna slaapwandelend te zwaaien met haar mop over de vloer.
“Wat doe je dat netjes” willen we haar duidelijk maken.
Ze barst los.
Ze is vanochtend om zeven uur begonnen. Het is nu tegen half tien ’s avonds, de tent sluit over een half uur. Zij werkt nog door tot elf uur.
“En morgen?”
“Begin ik weer om zeven uur. Tot elf uur ’s avonds.”
“Hoe zou je het willen?”
“Drie maanden vakantie.”
En als een bijna slapende robotmens veegt ze voort.
Haar t-shirt van de zaak deelt mee: Goed voor de planeet. Goed voor jou.
Maar voor het personeel? Een fooi in echt geld roept verbaasde blikken op. Dat is een onbekend fenomeen.
Fooien gaan per pinbetaling naar de “lgbtqia+-community”. Als het verzonnen zou moeten zijn zou ik het niet hebben willen verzinnen.

*

Een jochie dat nauwelijks voorbij de kleuterleeftijd is springt in mijn oog. Hij heeft een hemmetje aan met de tekst “Visit Rwanda”. Een zieke grap onder een regime dat zijn eigen Ter Apel aan de evenaar in Afrika wil inrichten. In een land dat een belangrijk stuk van Congo bezet houdt en waar een genocide heeft plaatsgevonden. Wel lid van het Gemenebest zonder ooit kolonie of protectoraat van Engeland geweest te zijn. Bezoek vrolijk Rwanda?

Het blijkt waarachtig reclame van Arsenal te zijn.
Juich miljonairs die tegen een balletje trappen en die zelf miljoenen kosten toe via een duur t-shirt waarop reclame wordt gemaakt voor Rwanda als vakantieland.
Ik zie Herbert Marcuse en Mark Fisher (ik heb van beiden een boek gekocht bij Housmans) vanuit le ciel qui n’existe pas licht grijnzen.

*

Het is droog, nog niet zo rampzalig als in streken dichter bij de evenaar, maar ernstig droog niettemin.
Dat de geprivatiseerde waterbedrijven in Engeland gerust het riool op het strand legen in hete dagen is niet onopgemerkt gebleven (Turd Reich was even trending). Op allerlei plaatsen wordt gemaand zuinig met water te zijn, niet het gazon besproeien, en dat terwijl iedereen weet dat de toevoerbuizen van de rijkelijk dividend uitkerende waterbedrijven op vele plaatsen lek zijn en het drinkwater in de grond geloosd wordt, onbekende diepten in. Want onderhoud kost geld en investeren doen de dommen.

In Ladywell (Onze Lieve Vrouwebron, hoe toepasselijk) springt het drinkwater het asfalt uit de goot in. Er staat een bordje bij dat er aan gewerkt wordt maar van werkzaamheden is niets te ontwaren. (De bron is op de uitgelichte afbeelding te zien, midden achter).

De bus is maar van route veranderd, het is niet te achterhalen hoe lang dit al aan de gang is en hoe lang het nog zal duren.
Dezer dagen is ongeveer alles een getuigenis van hoe goed het kapitaal werkt.

– deel van een kleine serie die maandag wordt voortgezet (en wellicht gesloten) –