Het kabinet heeft de aanval geopend – of voortgezet, als je wilt – op de rechten van arbeiders. Ontslag wordt eenvoudiger, de proeftijd wordt verlengd tot vijf maanden en bazen mogen weer tijdelijke contracten aanbieden voor een periode van drie jaar. Nu mag dat maximaal voor twee jaar.
Daarnaast wordt de ontslagvergoeding bij lange dienstverbanden verlaagd. Het enige licht positieve puntje is dat de bazen meer WW-premie gaan betalen voor mensen met een flexcontract.
De FNV liet zich eerder dit jaar al negatief uit over het wetsvoorstel. Voorzitter Han Busker:
Het kabinet zegt steeds dat het erkent dat de flexibilisering is doorgeslagen met alle gevolgen van dien voor de arbeidsmarkt en economie. Dit wetsvoorstel gaat daar echter niets aan verbeteren. De kans op een vast contract neemt hiermee alleen maar af, waardoor de toch al kwetsbare positie van werkenden alleen maar meer onder druk komt. Dit bevestigt dat dit kabinet er niet voor de werkenden is, maar voor de aandeelhouders.
De vakbond wijst erop dat Nederland Europees kampioen flexibilisering is: nergens groet het aantal flexibele contracten zo snel als in Nederland. De afgelopen 10 jaar zijn er 500.000 vaste banen ‘verdwenen’, om vervangen te worden door goedkope, onzekere banen. Geen natuurwet, volgens de FNV: “Dit is geen natuurverschijnsel, maar het gevolg van politieke keuzes. Die hebben het mogelijk gemaakt dat werkgevers massaal flexwerk en allerlei schijnconstructies als verdienmodel zijn gaan gebruiken. Dit heeft de concurrentie op arbeidskosten versterkt, wat anno 2018 de gewoonste zaak lijkt te zijn geworden. Met als gevolg een race naar beneden die de positie van werkenden verslechtert”.