Maar liefst 6,6 miljoen Nederlanders zouden hebben gekeken naar het Eurovisie Song Festival, een absoluut record dit jaar. Het land was weer een en we waren toch maar mooi tweede geworden; Nederland was nog nooit tweede geworden bij het Eurovisie Songfestival. Met alle anti-EU en in veel gevallen ook anti-Europa sentimenten in Nederland zou je denken dat zo’n festival weinig aandacht zou krijgen, ook omdat nog niet zo lang geleden toen Internet nog onbekend was bij het grote publiek deelname aan het festival werd betwijfeld, omdat de kwaliteit ondermaats was en we toch nooit wat wonnen. Het Eurovision Song Festival was destijds het ideale middel om aan te tonen dat Europa niet deugde, want anderen zongen weliswaar slechter maar kregen toch meer punten. Tegenwoordig gaat het over heel andere zaken. Met Conchita Wurst als winnaar werd een statement gemaakt riep iedereen in koor, behalve zij die het leuker vonden grapjes over hem of haar te maken of met ons wilden delen dat dit ondergang van de mensheid zou inluiden.
Ondertussen is de verkiezingsstrijd in Nederland echt losgebarsten. Na de indianenverhalen van het afgelopen decennium dat Amsterdam voor meer dan helft uit moslims zou bestaan en miljoenen Roemenen ons kwamen leegroven dankzij links en de EU en het neoliberalisme hoogtijdagen viert met een enorme en alsmaar toenemende scheefgroei tussen rijk en arm is nu de tijd aangebroken voor de kandidaten om kiezers te overtuigen waarom zij de beste kandidaat zijn. Tenminste, dat zou je denken. Vreemd genoeg worden de meeste interviews en debatten juist niet gevoerd door kandidaten voor de Europese parlementsverkiezingen maar door de partijleiders. Het gaat al helemaal niet meer om belangrijke zaken die in het Europees Parlement op de agenda staan, zoals arm-rijk, open grenzen, handelsverdragen, een rem zetten op speculatief winstbejag, al dan geen sociale agenda, werkgelegenheid, een gezonde leefomgeving, een schoon milieu, vrede en veiligheid, maar om meer of minder D66, VVD of PVV. De overige partijen lijken er niet meer toe te doen, hoewel het CDA een comeback lijkt te maken.
Het opmerkelijkste campagnemiddel kwam van de PvdA, die met een website kwam over een aantal verkeerde vrienden van PVV. Dat Geert Wilders nogal wat verkeerde vrienden heeft heeft in Nederland geen enkele nieuwswaarde. Zo wilde hij vorig jaar tevergeefs een Duitse vertaling uitbrengen van zijn in de VS geflopte boek via een uitgever van lectuur die populair is bij neonazi’s. Niks aan de hand. Zo staat hij regelmatig lachend op de foto met mensen die immigranten willen afschieten, het homohuwelijk willen verbieden, inspirerende toespraken houden bij bijeenkomsten van oud-SS’ers. Allemaal zaken waar de gemiddelde Nederlander v/m zich niet druk over maakt. Maar volgens de PvdA die op een dramatisch dieptepunt staat in de peilingen na hun halfslachtige houding tot het kinderpardon is twee weken voor de verkiezingen het moment aangebroken om de Nederlanders erop te wijzen dat Wilders foute vrienden heeft. Tamelijk zinloos omdat mensen willen weten wat de PvdA ons te bieden heeft, niet waar de PVV in werkelijkheid voor staat.
Ook Nieuwsuur wilde gisteren niet achterblijven en ruimde tijd in voor wel elf politici die zich allemaal uitspraken over de vraag of ze voor of tegen Europa waren. Het enige dat nog ontbrak was dat kijkers konden stemmen en aan het eind van de uitzending een winnaar werd uitgeroepen. Ongeveer tegelijkertijd werd in de Oost-Oekraïne een referendum met af en toe een schietpartij gehouden zonder enige legitimiteit, zonder onafhankelijke waarnemers, zonder stemregister, stembussen en stemhokjes en zelfs zonder eenduidige vraagstelling. De opkomst was massaal volgens de zelfbenoemde lokale autoriteiten, evenals het volmondige ja. Eerder had Pew een steekproef gehouden waaruit bleek dat 75% van de lokale bevolking helemaal niet onafhankelijk wilde worden. Je weet niet meer wie of wat je moet geloven en de media weten ook niet meer hoe ze erover moeten berichten. Lech Wałęsa vertelde eerder op de avond in VPRO’s De Slag om Europa dat hij nog steeds een idealist was en zijn vader zich geen Europa kon voorstellen zonder militairen aan de grenzen. In Nederland daarentegen worden de grenzen weer opgezocht, want de idealen van vrijheid en gerechtigheid met een gedeelde verantwoordelijkheid zijn voor velen blijkbaar te hoog gegrepen. Liever kiest men ervoor alles weer met de grond gelijk te maken en prikkeldraad weer uit te rollen. Meedoen is immers belangrijker dan iets winnen.
Mooi stuk. In de dikke van Dale kom te staan: meedoenisme: kop in het zand steken; andere kant op kijken bij kwalijke of bedenkelijke zaken en ontwikkelingen; consequent foute keuzes maken.
als jezelf niets te melden hebt ga je fyn anderen afkraken.
en das wat de pvda al jaren doet.
al dient gezegd dat ze voor een selectieve werkverschaffing is,
overigens iemand met nog enige sociale idealen zal zich zo wie zo niet tot de pvv aangetrokken voelen.
een echte comeback zit er voor de xrstendemokrten niet in.
Het gestaalde partykader van de SP heeft ook geen oplossing voor de verwachte 40% baanverliezing tussen nu en 2040.
Pechtold dan maar ; al gaat onze jeugd tot 30 jaar naar studie en school is dit ook geen oplossing voor computers/ robots/ neoliberalisme. dit brent geen echte banen.
als we maar politiek korrekt zyn