Neem milieuracisme serieus

Toen Sylvana Simons in de Amsterdamse gemeenteraad de term ‘milieuracisme’ gebruikte werd hier zowel in de gemeenteraad als in de media schamper op gereageerd, Simons zou haar paradepaardje weer van stal hebben gehaald en het dit keer op het milieu voorzien hebben. Milieuracisme, of environmental racism, is echter niets nieuws onder de zon en het bestaan hiervan wordt al sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw in rapporten en wetenschappelijke publicaties bevestigd.

Environmental Racism

De environmental racism theorie stelt dat minderheden disproportioneel worden blootgesteld aan schadelijke bijproducten van industriële processen, zoals nucleair of giftig afval, luchtvervuiling en vervuilde grond en -waterbronnen. Het idee is dat industriële processen zowel positieve gevolgen hebben (producten), als negatieve (afval en vervuiling), en dat deze voor- en nadelen niet eerlijk over verschillende bevolkingsgroepen verdeeld worden. De mensen die in de directe omgeving van industrieterreinen wonen ondervinden hier de meeste hinder van. Vaak zijn het minderheidsgroepen die in deze onpopulaire en ongezonde omgeving wonen, als gevolg van milieubeleid, het niet gehoord worden in het besluitvormingsproces, historische segregatiepatronen en institutionele processen die minderheden blijven benadelen. Hoe sterker de segregatie, hoe meer de bevolking wordt blootgesteld aan schadelijke stoffen. In een Amerikaanse studie uit 2005 wordt zelfs geconcludeerd dat mensen die in een ‘witte gemeenschap’ leven 1,8% kans hebben om in een schadelijke leefomgeving te wonen, tegenover 70.6% kans die mensen in een minderheidsgemeenschap wonen. Dit heeft vanzelfsprekend een verwoestend effect op de gezondheid van deze minderheidsgemeenschappen. De zwarte buurten rondom industriële complexen rond de Mississippi hebben niet voor niets de bijnaam ‘Cancer Alley’.

Lees verder bij de bron.