Nederlandstalige klassieker de jour: Die fijne Jordaan

Fraaie parodie op het levenslied, met een bloedserieuze ondertoon. De romantiek die rond oude ‘volkswijken’ – en in het bijzonder de Jordaan – hangt, verdient wel wat relativering. De houding tegen minderheden binnen de eigen gemeenschap was vaak zo bekrompen als de pest: Toch bleven ze trots en ze hielden zich groot/Als mensen op straat bleven staan/En tegen ze riepen: “He, smerige poot!”/In die mooie, in die fijne Jordaan.

Tekst en muziek van Robert Long

Aan Joop en zijn broers werd nooit aandacht geschonken
Zijn moeder die stierf reeds als kind
En zijn vader was werkloos en elke dag dronken
Omdat ie werkloos was en aan een oog blind
Vaak hadden zij samen slechts een droog stuk brood
Een schamel en karig bestaan
Toch bleven ze trots en ze hielden zich groot
In die mooie, in die fijne Jordaan

Toen Joop zestien jaar werd, ja, toen hij verjaarde
Kreeg hij voor het eerst een cadeau
Ach, het was slechts een kleinood en het had haast geen waarde
Maar o, het ontroerde de jarige zo
’t Kwam niet van z’n vader of broers, maar van Nelis
De oudste zoon van tante Sjaan
Waarvan iedereen zei, dat ie homosueel is –
In die mooie, in die fijne Jordaan

Zo werden ze vrienden, want Nelis begreep ‘m
Iets wat er een ander niet deed
Nee, want iedereen zei, in de buurt, Nelis kneep ‘m
Wanneer ie de kans kreeg meteen in z’n reet
Zo werd er geroddeld en ze werden verguisd
Toch bleven ze samen voortaan
Ze vonden een woning en zijn toen verhuisd
In die mooie, in die fijne Jordaan

Maar helaas bracht hun nieuwe huis niks dan ellende
De buurt wist al gauw hoe het zat
Dus een steen door de ruit en een kind dat ze jende
Een pakje met stront en een lijk van een rat
Toch bleven ze trots en ze hielden zich groot
Als mensen op straat bleven staan
En tegen ze riepen: “He, smerige poot!”
In die mooie, in die fijne Jordaan

Maar toen op een morgen werd Nelis gevonden
Hij bungelde aan het plafond
Hij had een stuk touw om z’n nek heen gebonden
Omdat ie gewoonweg niet verder meer kon
Dat Mokum altijd een familie geweest is
Dat toont dit verhaal wel weer aan
Maar ook wel dat Mokum soms heel klein van geest is
In die mooie, in die fijne Jordaan