Het begrip “natuur” heeft nogal wat betekenisveranderingen ondergaan in de loop van de afgelopen eeuwen. Er was nog niet zo heel lang geleden de kans dat je op het schavot eindigde als je stelde dat de natuur je kerk was. Nu zal niemand je daarvoor meer nazitten. De VARA had jarenlang een programma voor wie niet naar het kerkgebouw ging maar misschien wel de natuur in: Weer of geen weer, met dr. Fop I. Brouwer (alles wat leeft en groeit en ons altijd weer boeit), later Vroege vogels geheten – een programma dat nog steeds bestaat.
Er is in Nederland geen “natuur” die ouder is dan het oudste door mensen gemaakte gebouw in de nabijheid ervan. Er is continuïteit in het bestaan van het Haagse Bos, maar de begroeiing is door menselijk handelen geheel anders dan zij ooit was.
Het “natuurlijkste” landschap van Nederland dankte zijn bestaan aan inpoldering – er was niet op gerekend dat achter de noordwestelijke dijk van Zuid-Flevoland (Oostvaardersdijk) een plassengebied zou ontstaan. En dat dit gebied grauwe ganzen zou aantrekken die dichtgroeien voorkwamen (het climaxstadium van bos werd door grazen voorkomen). Maar de natuur moest een handje geholpen worden en de beschermde ganzen waren al gauw niet meer zo welkom als ze waren toen ze natuurbeheerders kwamen zijn. En in het gebied werden quasi-wilde paarden en runderen losgelaten, en edelherten die misschien zelf de weg hadden kunnen vinden maar daartoe niet de kans hebben gekregen.
Waar pioniers als Heimans en Thijsse politiek gesproken stonden is niet bekend, maar hun natuursportwerk werd toch vooral gewaardeerd ter linkerzijde. Dat rechtse liberalen een belangrijke rol speelden in het streven naar natuurbehoud – en wat “milieu” betreft, de namen Winsemius en Nijpels komen boven, in het nu nog steeds – en nu niet meer illustreert vooral de teloorgang van de liberale stroming. Sociaal-democraten en ongeregeld linksgericht volk hebben de natuursport het meest enthousiast omarmd (Coesèl en Harmsen hebben er over geschreven, en wat anarchisten betreft uw dienstwillige dienaar). En nee, geachte Dik van der Meulen, er is geen twijfel over of “nationaal-socialisten” rechts zijn, ook op dit punt geldt: bruine diefstal. Franz Neumanns Behemoth is nu ook online te lezen).
De wegbereider van de natuurverwoesting in Nederland onder Rutte is Bleker, die zijn korte tijd als staatssecretaris in Bruin I zeer efficiënt heeft gebruikt. En als echte CDA-gluiperd doet hij dezer dagen alsof hij achter “de boeren” staat. Als natuurbehoud “links” is, is dit zijn verworvenheid bovenal. Misschien zou het anders moeten zijn, maar vooralsnog is niets wat er op wijst dat het anders zou kunnen worden. Van der Meulen maakt de conclusie, juist aan de hand van Bleker, onontkoombaar.
– Dik van der Meulen, Is natuur links?. Amsterdam: Querido, 2019. 84p. €9,50