Onder de kop Een goede analyse over EU maar foutieve gevolgtrekkingen gaat Sjaak Scheele op Krapuul in op een verklaring van tientallen linkse Europeanen onder de titel Tien voorstellen om een capitulatie zoals in Griekenland te vermijden. ‘De tien voorstellen ter aanbeveling gaan vooral in op maatregelen die afzonderlijke landen zouden kunnen nemen in plaats van te zoeken naar sterke organisatorische samenwerking van basisbewegingen in verschillende betrokken landen,’ schrijft Scheele. Daarmee creëert hij een onterechte scheiding tussen de strijd op internationaal vlak en in de afzonderlijke landen.
De verklaring gaat uit van twee belangrijke vaststellingen.
In de eerste plaats de les uit het Griekse drama, dat het (zeker voor een klein land in de periferie van Europa) niet mogelijk is om zo maar met de neoliberale EU-politiek te breken en dat dat ook geldt voor een land met een veel grotere economie als Spanje. De verklaring verwoordt dat als volgt: ‘Een eerste conclusie dringt zich op: zonder sterke eenzijdige soevereine zelfverdedigingsmaatregelen zullen nationale autoriteiten en de volkeren die hen de opdracht gaven om te breken met het soberheidsbeleid niet in staat zijn om een punt te zetten achter de schending van de mensenrechten zoals die opgedrongen wordt door kredietverleners en grote bedrijven.’
In de tweede plaats wordt geconstateerd dat noch de sociale strijd, noch de electorale kalender in Europa synchroon loopt. Dat betekent dat de hoop dat er in Europa in verschillende landen tegelijkertijd linkse regeringen aan de macht komen die bereid zijn om te breken met de neoliberale politiek niet erg waarschijnlijk is, om het zacht uit te drukken. En, zo valt in de verklaring te lezen: ‘Uit deze vaststellingen moet men niet concluderen dat we een nationalistische uitweg uit de crisis zoeken. Zoals in het verleden moet er een internationalistische strategie ontwikkeld worden, en gezocht worden naar een Europese integratie van de volkeren die in schril contrast staat met de huidige integratie, helemaal gedomineerd door de belangen van het kapitaal.’
Op basis daarvan concludeert de verklaring dat er in afzonderlijke landen door links een politiek gevoerd moet worden die een combinatie is van maatregelen die twee zaken combineert.
1. Het voorbereiden van en mogelijk maken van een breuk met de neoliberale politiek. (Niet gehoorzamen aan de Europese Commissie, een audit van de overheidsschuld, controle op de kapitaalsbewegingen, socialiseren van de financiële en energiesector, het creëren van een complementaire munt, radicale hervorming van het belastingsysteem, het terugdraaien van de privatisering, een plan voor het creëren van nuttige banen en economische maatregelen, in de verklaring de punten 1,3,4,5,6,7,8 en 9).
2. De mobilisatie van de bevolking zowel in het eigen land als in de rest van Europa. (punt 2.) En ook bij dat punt wordt de les van Griekenland getrokken. ‘Ook dat was een van de mislukkingen in 2015 in Griekenland en in Europa. Het is duidelijk dat de Europese sociale bewegingen onvoldoende mobilisatiekracht ontplooiden. Zeker, er waren betogingen, maar de solidariteit met het Griekse volk was onvoldoende. Maar het is ook zo dat de strategische oriëntatie van SYRIZA er niet op gericht was om een beroep te doen op de mobilisatie van de bevolking in Europa, en zelfs niet in Griekenland.’
Ook bij de audit wordt er uitdrukkelijk van uit gegaan dat de burgers daar bij betrokken worden, en dat een dergelijke audit een mobiliserende functie heeft. En dat geldt natuurlijk helemaal voor het laatste punt: ‘Een begin maken van een grondwetgevend initiatief.’
De kritiek van Scheele dat het voorstel alleen gericht is op ‘maatregelen die afzonderlijke landen zouden kunnen nemen in plaats van te zoeken naar sterke organisatorische samenwerking van basisbewegingen in verschillende betrokken landen‘ is dus onterecht. Het is ook niet zoals Scheele meent dat de ondertekenaars van deze verklaring vooral bij politieke organisaties zijn betrokken en dat hun conclusies daarom bij voorbaat in het ‘voorgeprogrammeerde stramien moeten passen’. Een groot deel van de ondertekenaars is actief in bewegingen als ATTAC, CADTM en allerlei andere Europese en internationale netwerken die er bij uitstek naar streven om de samenwerking van basisbewegingen in verschillende betrokken landen te versterken.
– Willem Bos, Ander Europa.