Gisteren verscheen deze foto in de media.
Een jochie van een jaar of vier, vijf, op het strand van het Turkse Bodrum. Dood. Een jochie uit Syrië van een jaar of vier, vijf dat gezien zijn leeftijd niks anders heeft meegemaakt dan oorlog en angst voor de dood. Dat knulletje had misschien wel automonteur, natuurkundige of musicus willen worden.
Nu is dat leventje dan ten einde. Gestorven in zee na een verschrikkelijke doodsstrijd en aangespoeld als wrakhout op één of ander strand bij Bodrum in Turkije.
Waar zijn zijn vader en moeder? Zijn eventuele broertjes en zusjes? Wat moet de angst onvoorstelbaar groot en diep zijn als je als vader en moeder beslist je eigen leven en dat van je kinderen toe te vertrouwen aan gewetenloze mensensmokkelaars en een gammel bootje.
Over naar het veilige en ongelooflijk rijke Nederland dat ondertussen al zeventig jaar geen oorlog meer heeft meegemaakt maar waar velen snakken naar een herhaling van de laatste oorlog.
Ten minste: wanneer je de fantasietjes op sites als Facebook zo leest. O ja, men fantaseert overigens wel uitsluitend over een herhaling van dát deel van die zeven decennia geleden afgelopen oorlog dat voor die perverselingen risicoloos is.
Dus niet bijvoorbeeld over vechten aan een front maar wel over weerloze mensen doodschieten, verbranden of vergassen. Opgejut als de fantasten zijn door gewetenloze politici en zogenaamde journalisten die elke dag in allerlei media de gelegenheid krijgen ons aan te praten hoe erg die vluchtelingen wel niet zijn. Dat ze de ondergang van onze heilstaat zullen betekenen.
Daarom kan het in Nederland ook voorkomen dat een charlatan die zich journalist noemt en hulporganisaties wil aanklagen die zich het lot van vluchtelingen aantrekken, een hele legitieme vraag van iemand op Twitter hardnekkig blijft negeren. Namelijk of hij als ‘bereisd journalist’ kan bevestigen dat meer dan 90 procent van de vluchtelingen al in de regio wordt opgevangen.
Dat antwoord kán hij ook niet bevestigend beantwoorden omdat de scribent van het blog waar mensen voor ‘rifapen’ worden uitgescholden dan een belangrijk deel van al die horror-verhalen over massa’s vluchtelingen die onze ondergang zouden betekenen zelf teniet zou doen.
Wat hij wél doet, na het zien van die foto van dat dode jongetje op dat strand in Turkije, is een kutopmerking maken dat het een ‘uurtje varen is tussen twee veilige ‘landen.’.
Denkt u hier even over na: iemand die zich nooit of te nimmer zorgen heeft hoeven maken dat hij hals over kop moest vluchten, die zich elke dag in dit godsgruwelijk rijke land compleet een slag in de rondte kan vreten, een dak boven het hoofd heeft en die het ook nog voor elkaar krijgt een paar honderd net zulke empathieloze etterbakken als hijzelf geld te laten storten om – naar hij zelf zei – ‘de waarheid’ boven tafel te krijgen (lees: nog meer shit uit te storten over vluchtelingen) geeft dit jongetje, zijn ouders, mogelijke broertjes en zusjes en vooral ook medevluchtelingen nog een trap na ook.
Hoe laaghartig kan een mens eigenlijk zijn?
Maar Arnold Karskens zal net als bijvoorbeeld Annabel Nanninga van dat andere haatblog die lachte om mensen die een verschrikkelijke dood op zee sterven en ze uitschold, ooit het feit onder ogen moeten zien dat hij in zekere zin medeverantwoordelijk is voor de dood van dit jongetje en vele andere vluchtelingen die inmiddels het leven hebben gelaten.
Want woorden kunnen doden. Als je dag in dag uit de ellende van vluchtelingen bagatelliseert en hun motieven om te vluchten miskent en ontkent; als je suggereert dat die mensen een keuze hebben bij de vraag of ze hun leven al dan niet moeten toevertrouwen aan gewetenloze mensensmokkelaars; als je eigenlijk in alles wat je zegt en schrijft laat doorklinken dat die mensen die radeloos zijn en geen andere kant meer op kunnen in feite crimineel zijn: als je die mensen voortdurend en op alle mogelijke manieren door het slijk haalt. Kortom: als je gewoon ontkent dat die mensen het volste recht hebben om hier te zijn en het volste recht hebben op een menswaardig bestaan.
Als je dergelijke taal bij vrijwel alle media – of het nou ‘Jinek’ is, ‘Pauw’ of het gecrowdfunde haatblogje waar je stukjes voor schrijft – bezigt, komt er een moment dat mensen gaan denken dat je een moordenaar bent. Een moordenaar met woorden. Omdat woorden kunnen doden.
Iemands woorden kunnen er voor zorgen, zo leert de geschiedenis, dat er elders doden vallen. Vele doden. Vele onschuldige doden die bij leven niet eens weet hadden van jouw mensen verachtende woorden. Woorden die gehoord worden en er bij een deel van de bevolking ingaan als koek.
Dat maakt verantwoordelijk.
Want een moordenaar met woorden zou ook een andere, een menselijke keus hebben kunnen maken.
Door met bijvoorbeeld Malik Azmani van de VVD niet te ouwehoeren over een hek van 64000 kilometer om een continent maar te eisen dat de grenzen open gaan en dat er faciliteiten beschikbaar worden gesteld om al die arme mensen te helpen op een veilige en ordelijke manier weg te gaan uit de gebieden waar ‘ons vrije westen’ oorlog, dood en verderf zaait. Omwille van de grondstoffen voor de mineralen die in zijn Ipad zitten waarop hij thans elke dag mensen verachtende nonsens schrijft.
Een pleidooi zoals hier te lezen valt.
Maar de keuze een verdronken kind dat aangespoeld is als een stuk wrakhout op een strand een trap na te geven maakt dat hij is wat hij is en blijkbaar wil zijn: een moordenaar met woorden. Helaas is Karskens niet de enige en is hij het evenmin sinds gisteren.