Begin dit jaar stonden de kranten vol met het nieuws dat het Zweedse experiment met de kortere werkweek zogenaamd ‘mislukt’ was. Omgekeerd stelde Philippe Diepvents (ABVV studiedienst) voor om, als antwoord op tegenvallende cijfers rond werkbaar werk, met z’n allen minder te gaan werken. Maar er werd al eerder geëxperimenteerd met minder werken. Wat zeggen de resultaten?
Minder werken lijkt een voor de hand liggend antwoord op het stress probleem. Als we stress hebben op het werk, dan moeten we gewoon minder uren kloppen, minder dagen werken en dan komt alles in orde. Helaas is daar eigenlijk weinig sluitend bewijs voor te vinden. Meer zelfs, verschillende studies tonen aan dat minder werken vaak samengaat met een hogere werkdruk. Vraag het maar aan vele werknemers met een 4/5den baan. Meestal worden hun taken niet met 1/5de verminderd. Ook de ervaringen in Frankrijk leerden dat minder werken (in dat geval 35 uur) niet automatisch minder stress betekent.
De zoektocht naar beter wetenschappelijk materiaal over de relatie werktijd-stress is ook moeilijk door de vele ‘storende’ variabelen. Iemand die minder werkt heeft daar vaak ook een reden voor (een kind bijvoorbeeld). En heeft die dan niet gewoon ook meer stress? Kunnen we iemand die deeltijds werkt in een bedrijf en maatschappij vol voltijds werkenden echt vergelijken met een collectieve arbeidsduurvermindering? Of nog, gaat het niet vooral over autonomie over de werktijd, en hoe kunnen we dat meten?
(Lees verder bij de bron van dit artikel)
Via:: dewereldmorgen.be