Meer over buitenparlementair en parlementair links, de CPN in het bijzonder

DUBBELE BOTERHAM MET KAAS 27

Als ik stel dat parlementair links nodig is om de ruimte voor buitenparlementair links te scheppen bedoel ik niet, allesbehalve zelfs, dat buitenparlementair steun krijgt van parlementair links. Inde jaren zeventig (en zestig ook al) was er geen voor links doorgaande partij zo naar voor het actiewezen als de Communistische Partij Nederland. De aftrap in het decennium was voor mij al de overname van de zogeheten grondraden aan de universiteiten (op de meeste plaatsen althans) door studenten die bij verkiezingen hadden opgeroepen op de enige partij die echt de werkende mensen van Nederland vertegenwoordigde, en het marxisme-leninisme als wetenschappelijke basis koesterde. De verbazing van S. toen ik bij het inschrijvingsritueel te kennen gaf geen lid van de ASVA te willen worden – ik kan mij niet voorstellen dat zij CPN-gezind was, maar de fixatie op POEN – lekker volks moest het klinken – zei mij genoeg. Meer poen, meer docenten (liefst natuurlijk partijgenoten), dat soort kreten. Rituele acties in verband met het te hoge collegegeld, het bezettingsmiddel werd uitgewoond.

Onverdraaglijk was in Amsterdam, waar de CPN blijmoedig in het college van B&W was opgenomen, de liefde voor de aanleg van een metronet. Wat de redenering er achter was? Rotterdam had en heeft een metronet (gevolg van een nieuwe ruimtelijke ordening ten gevolge van het zien van de door de Duitse revanchisten voorgestane overheersing van de door de CPN gekoesterde Nationale Soevereiniteit). Dit is ongeveer de redenering die ik achteraf zie voor een wel heel merkwaardig standpunt: Amsterdam mocht niet achterblijven bij verdacht Rotterdam, waar de CPN geen aanhang van belang had. “De metro is klassenstrijd” vond De Waarheid. De huizen die er voor gesloopt werden waren per definitie krotten waar nette arbeiderswoningen voor in de plaats moesten komen. Dat een straat als de Lastageweg product van een vooroorlogse sanering van een verkrottende volkswijk was werd gemakshalve over het hoofd gezien. De CPN had ook niets met wat men later pas “de kraakbeweging” ging noemen. Zoals het hoort bij partijen werd alles wat niet door de partij zelf georganiseerd werd gewantrouwd en liefst afgewezen.

Terzijde maar niet te zeer: toen het Chinese regime besloten had dat het revisionistische verraderlijke Sowjetregime de hoofdvijand was moesten plotseling maoïsten in Nederland achter de NAVO staan, en de Europese Economische Gemeenschap zoals ze toen nog heette, en als toegift Nette Kleding Net Als De Arbeiders gaan dragen en Ordentelijk Trouwen. De wetenschappelijke basis van het marxisme-leninisme, die weet wat.

Maar goed, de maoïsten waren destijds nog zelf buitenparlementair.

Het grofst was de CPN wat mij betreft bij het oprichten van het Studenten Steuncomité Nieuwmarkt, 1975, waar veel voormalige Maagdenhuisbezetters en Studentenvakbewegingsactivisten deel van uitmaakten (zo lang kon men in die tijden nog student zijn, een van hen was ik…). Het comité zou zich in de vorm van een demonstratie manifesteren. CPN-studenten eisten eindeloos “discussie!” op luide toon over verwerping van politiegeweld als belangrijkste strijdpunt. Met de ontruiming van huizen stemden ze immers in. Toen de knoop doorgehakt moest worden en de demonstratie van start ging namen de CPN-ers een aparte route met eigen spandoeken “tegen politiegeweld” (waar de CPN als deel van B&W mede verantwoordelijk voor was), De Waarheid gaf dat als nieuws.

Overigens, aansluitend bij de titel van de serie: de acties rond de metro en de Nieuwmarkt zorgde voor osmose tussen de in koffiebar Roodmerk participerende groepen, tenslotte was de bar met zijn dubbele boterham met kaas vlak bij de Nieuwmarkt gelegen.

Kortom, waar de CPN tegen was in die dagen, waren “wij” voor, en omgekeerd, dat was ongeveer een zekerheid. Ja, er waren CPN-leden die mede streden tegen het politiegeweld terwille van de metroaanleg. De afrekening kwam dan ook bij de Kamerverkiezingen van 1977, waarbij de partij van zeven naar twee zetels tuimelde, een slag die de partij niet meer te boven is gekomen. En toen de partijlijn plotseling feministisch, homovriendelijk, zelfs kraak- en groengezind werd was het verschil met PPR en PSP, en ook de linkerflank van de PvdA te klein om voortbestaan te rechtvaardigen. Maar vervult GroenLinks dezelfde oriëntatierol als met name de CPN toen? In Amsterdam eigenlijk nog steeds wel ja, de Lutkemeer kan het getuigen, en natuurlijk de Noord-Zuidlijn, want het besluit geen metrolijnen meer aan te leggen kon schielijk worden ingetrokken toen de vastgoedsector ging aandringen. Maar GroenLinks is nauwelijks groter dan de CPN in zijn hoogtijdagen, of de PPR, en er is niets “naast”. Tenzij men de PvdA zo ziet, inmiddels teruggebracht naar de omvang van de begindagen: zes zetels in een honderd leden tellende Tweede Kamer, negen in een van 150…

Niettemin wens ik de fusieplanners succes. Of het sterven in elkaars armen wordt of een Nieuw Elan, geen idee.

– Uitgelichte afbeelding: Wikipedia

– Eerder verschenen bij Libertaire Orde