Ja ok, geen meer-dan-drie-akkoorden gitaar, maar wel muziek. We kunnen niet bezig blijven met nieuwe categorieën aanmaken. Het is best raar dat ik als gitarist zo’n Genesisfan was. Er zat wel gitaar in natuurlijk, maar het was toch niet specifiek gitaargeoriënteerde muziek. Voor Peter Gabriel solo gold dat nog minder. Ik was aanvankelijk dan ook niet direct fan van zijn soloprojecten (in retrospect dan, ik was iets te jong om dat allemaal real time meegemaakt te kunnen hebben), zij het dat ik een enkel nummer van zijn eerste drie solo-albums wel kon waarderen.
Maar zijn vierde album, dat was ineens iets anders. Naar mijn mening heeft hij pas toen zijn echte sologeluid gevonden, en de publicatie daarvan (1982) heb ik wel degelijk bewust meegemaakt. Ik herinner mij nog hoe ik in mijn eerste jaar als student in Eindhoven met die LP onder mijn arm vol verwachting naar mijn kamer fietste om hem te kunnen afspelen.
Er stonden diverse indrukwekkende nummers op, gebruik makend van zo natuurlijk mogelijk klinkende geluiden (wat toen nèt mogelijk begon te worden zonder gelijk hele orkesten in te moeten huren, met peperdure synthesizers als de Emulator en Fairlight, die met samples konden werken). Zoals het intronummer Rhythm of the Heat, met een (in dat geval wel degelijk echte) fullsize Afrikaanse drumband, het prachtige San Jacinto, en een van de grote hits ervan, Wallflower.
Een welhaast klassieke compositie, in muzikale zin, en hier dan ook prachtig uitgevoerd door Gabriel met alleen piano als begeleiding. Ik ben lang niet altijd van de Less is More school, maar in dit geval blijkt het een van die composities te zijn die maar heel weinig nodig hebben om recht overeind te blijven staan. Een lied bovendien, waarvan de tekst zowel al lang voordat het geschreven werd, als nu, 34 jaar na dato, nog steeds erg actueel is: