In Europa ontstaan nieuwe vormen van stadslandbouw. Een groep vakmensen werkt nu aan serieuze stadslandbouwplannen voor de Lutkemeerpolder. ‘Amsterdam kan niet langer achterblijven, welke wethouder pakt de handschoen op?’
Wie de discussies over klimaatverandering een beetje volgt, weet dat daarin veel aandacht uitgaat naar de rol van landbouw. En terecht: de manier waarop boeren werken is direct van invloed op klimaat en biodiversiteit. Veel boeren willen hun bedrijf verduurzamen en veel jonge boeren willen een bedrijf beginnen op milieuvriendelijke basis. Dat is niet eenvoudig en daar kunnen zij dus alle steun bij gebruiken.
Burgercollectieven kopen nu zelfs grond op om te bestemmen tot landbouwgrond. Gelukkig komen ook steeds meer regionale en stedelijke overheden met plannen om grond vrij te maken voor (stads)landbouw. Het idee is logisch: maak dichtbij de steden ruimte voor gezonde voedselproductie, dan komen stedelingen in contact met gezond, onbewerkt eten, en hebben de boeren dichtbij hun bedrijf een afzetmarkt voor hun producten. Korte voedselketens dus.
En landbouw die de bodem niet uitput maar juist bijdraagt aan biodiversiteit en vermindering van CO2. Zoals ook Amsterdam, Noord-Holland en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bepleiten in hun voedselvisies. Ondersteund door Europees beleid. Barcelona, Lille en veel andere steden gingen ons voor.
Inconsistent beleid
Wie het Platform Voedsel Verbindt bezoekt, ziet hierin de provincies Noord-Holland en Flevoland, samen met gemeenten rond Amsterdam (de Metropoolregio) en talloze andere partijen, naarstig op zoek naar ‘versnelling’ van de hoognodige ontwikkelingen.
Maar wat doet Amsterdam? Officieel wil het huidige college graag meewerken aan het versterken van de lokale voedselketens. Deze zelfs initiëren! Wij lezen in de Voedselstrategie van Amsterdam: ‘Veel ondernemers, consumenten en non-profitorganisaties zijn juist in de huidige situatie bereid om te investeren. Vanuit de gemeente wil het college hieraan bijdragen, door lokaal en regionaal intensief samen te werken en initiatieven die ontstaan een kans te bieden.’
Echter, in de praktijk zien we van deze mooie woorden te weinig terug. Amsterdam heeft een actieve voedselagenda, maar het beleid is inconsistent. Dat blijkt wel uit het voornemen om landbouwgrond tot bedrijfsterrein om te vormen in de Lutkemeerpolder. Terwijl daar een goed plan wordt ontwikkeld dat naadloos aansluit op de zes ‘actielijnen’ van het college van b. en w.!
Veranderde tijdsgeest
Meer dan achtduizend Amsterdammers tekenden de oproep voor het plan Voedselpark Amsterdam in de Lutkemeerpolder. Er is in onze hoofdstad geen andere plek waar op zulke grootte (43 hectare), én op fietsafstand, verbinding tussen stad en platteland kan ontstaan. Nergens rond Amsterdam ligt zulke vruchtbare kleigrond als die van de Lutkemeer. Dus waarom houdt dit ‘groene’ college zo halsstarrig vast aan een bedrijfsterrein, uitgerekend in de Lutkemeerpolder?
De beoogde gebruiker, Albert Heijn, heeft zich onlangs teruggetrokken. Weldenkende supermarkten willen liever niet bouwen op een gloednieuw bedrijfsterrein dat ten koste gaat van een uniek natuur- en landbouwgebied. Zeker niet nu er nog vele hectaren ruimte vrij is op andere bedrijfsterreinen in de buurt.
Langzamerhand dringt trouwens door, ook door een oproep van de rijksbouwmeester, dat al die uitgestrekte terreinen met saaie dozen erop en de bijbehorende infrastructuur, een grove verspilling van grond zijn. Dat kan anders.
Wij roepen het college van b. en w. op om de huidige situatie met nieuwe ogen te bekijken. De tijdgeest is echt veranderd. Een groep vakmensen is bezig met serieuze landbouwplannen voor een beeldbepalend stuk van deze mooie polder aan de rand van Amsterdam Nieuw-West. Plannen die stroken met het gemeentelijke beleid. Dat geeft een nieuw beeld van wat er mogelijk is in de Lutkemeerpolder! Een kans die de gemeente moet benutten! Zeker met de verkiezingen in aantocht. Welke wethouders pakken deze handschoen op?
De Lutkemeer vormt, in het geheel van de Tuinen van West, een van de acht groene longen van Amsterdam. Een onmisbaar deel dus van de beroemde scheggenstructuur (Van Eesteren). In de Amsterdamse Structuurvisie 2040 staat hierover: ‘Het is voor de leefbaarheid van de stad van levensbelang om deze groene longen in en om de stad te koesteren.’
Gemeentebestuur, kijk naar genoemde razendsnelle ontwikkelingen en sluit onze voedselstrategie hierop aan. Gezamenlijk komen we ongetwijfeld tot een – zorgvuldig aangepast – stedenbouwkundig hoogstandje, met aandacht voor de grond die ons voedt!
Sebastiaan Aalst (directeur Food Cabinet), Barbara Baarsma (hoogleraar economie/ceo van de Rabo Carbon Bank), Luca Bertolini (hoogleraar stedelijke planning), Nelleke Don (voorzitter Slow Food NL), Mark Fredriks (Local2Local, Smartchain), John Grin (hoogleraar Beleidswetenschap), Helena Heyning (landschapsarchitect), Natasha Hulst (program director European Land Commons), Michiel Korthals (hoogleraar filosofie van voedsel), Henkjan Laats (VN Harmony with Nature/directeur Cross Cultural Bridges), Henri Mentink (oprichter MyWheels/initiatiefnemer De hele Aarde op de Werelderfgoedlijst), Rob Roggema (professor landscape-driven design), Jan Willem van der Schans (co-founder Taskforce Korte Keten), Jaap Seidell (hoogleraar gezondheid en voeding), Marleen Stikker (directeur Waag), Arnold van der Valk (emeritus hoogleraar landgebruiksplanning), Marian van der Waals (natuurbeheerder en architect)
– Via GlobalInfo
Pingback: Klimaat Website: Lutkemeer: Amsterdam, blijf niet achter: zoveel mogelijk grond voor stadslandbouw | Klimaat Website