Het was reclame die in de tram op een kaart stond, in de ruimte die tussen raam en zoldering vrij was. Ouder materieel had hier nog de zogeheten lichtkap, ik zou weer eens in zo’n wagen moeten rondlopen om te zien hoe die reclame was aangebracht. Onverdeeld naar de Openbare School! Breng uw vrouw in Extase Femina! En: Leest naast uw krant Vrij Nederland! Uitroeptekens moesten overreden. Alleen de eerste sloot aan bij mijn belevingswereld zogezegd, de andere twee gingen langs mij heen en de middelste vind ik nog steeds raadselachtig. En voorbij, voorbij – waar je ook allemaal wordt lastiggevallen met reclame, niet meer met papier in de tram. En al helemaal niet met Vrij Nederland.
Pas in het begin van mijn studententijd leerde ik het blad kennen en ik kocht het een tijdlang iedere week wel, er was altijd een excuus voor. Een abonnement zat er niet in, dat kwam pas bij het collectieve lezen op de studentenflat. Tenslotte was ik al geabonneerd op de laagdrempeliger Groene. In die dagen had je ook nog De Nieuwe Linie en een tijdlang kon ook de Haagse Post bij de Linkse Pers gerekend worden. Het waren hoogtijdagen en alleen in het gezeur en gezeik van ultrarechts leeft die linkse pers (en de dito omroep) voort. De Nieuwe Linie heeft maar net het eind van de jaren zeventig gehaald, de Haagse Post fuseerde met het tot een weekblad verbouwde dagblad De Tijd en dat fusieproduct is al een tijdje maandblad in plaats van weekblad. En nu houdt Vrij Nederland er als weekblad mee op.
‘Het klassieke model staat onder druk’, zegt hij [aftredend hoofdredacteur Frits van Exter]. ‘We hebben onze knopen geteld. Deze tijd vraagt om andere verschijningsvormen.’ De website van het blad wordt uitgebreid met meer dagelijkse opinies en er wordt een multimediaal platform gelanceerd voor onderzoeksjournalistiek.
(Bron).
Ja, vertel ons wat. De oplage voorzover bekendgemaakt bedraagt nog zevenentwintigduizend – ik heb zo’n vermoeden dat de website meer bekijks trekt – dat moet welhaast want ik denk dat VN toch nog wel een maatje groter is dan Krapuul en dat weekcijfer halen of overtreffen we hier al. Ik heb geen idee of het voor VN een goede stap is, meer opinie op de website en de onderzoeksjournalistiek in. Dat woord onderzoeksjournalistiek bevalt mij maar matig. Meestal wordt er journalistiek mee bedoeld: er op uit voor een stukkie, het creatiefste dat je kunt doen voor een tijdschrift. Iets waar we bij Krapuul niet aan toe komen. Nog niet? Geen idee. En ach, misschien is dat idee van “het creatiefste” ook overdreven. Ik word (ook) door allerlei beelden en herinneringen overvallen. Inclusief het overbuurman zijn van VN – Joop van Tijn die wankel in een taxi wordt voorgereden. Karin Spaink die summiergejurkt de grachtenpandtrap oploopt, de associatie met haar achternaam mee naar binnen nemend. Aardige beelden – kon hier een leesbaar blad gemaakt worden? Als overbuurman las ik het al niet meer. En daar was ik niet de enige mee en dat had dan niet met buurmanschap te maken.
Het is mede de prijs van het beruchte afschudden van de ideologische veren. Voorzover er nog een Links Publiek is wordt het niet meer bediend door VN of De Groene (die laatste is van oudsher zo klein dat ik hem het nog zie overleven, ondanks Theodor Holman, maar ik kan mij vergissen). Er zitten nu eenmaal niet veel mensen te wachten op een slap broertje van Elsevier, waarvan ik overigens mag hopen dat het hun ook niet goed gaat maar ik vrees met grote vreze…
Toen De Waarheid, een ander voormalig verzetsblad, werd omgezet in een weekblad genaamd Forum, kwamen er ter redactie brieven binnen: “daar heb ik mijn leven niet voor gewaagd destijds”. Er zullen niet veel mensen meer zijn die zoiets kunnen schrijven of zeggen over Vrij Nederland. Forum heeft maar heel kort bestaan. Of het VN beter gaat – ik ga niet bij voorbaat zeggen dat het niets kan worden. Ik wens hen oprecht het beste.