Dit is een gastbijdrage van: Abdul Alhazred
Een jaar voor de Wende
`Wat vind jij ervan?’ vroeg de buurman van Toos aan Mehmed.
`Waarvan?’
`Nou, al kwaaida en moslims?’
De man keek hem indringend aan. Mehmed voelde zich ongemakkelijk. `Moet ik daar dan gelijk een mening over hebben?’ vroeg hij toonloos.
De visite van Toos draaide zich naar Mehmed toe.
Roesmoezige verjaardagsgesprekken vielen stil. Vanaf het wandmeubel klonk opgewekte countrymuziek. Mehmed hoorde het geluid van glazen die om de lage eikenhouten tafel werden bijgeschonken. Geritsel van vloeitjes die sjek rolden. Geknip van aanstekers.
`Gut, ik heb geen idee. Ik zou het echt niet weten.’
Hij haastte zich er achteraan te zeggen: `Het is natuurlijk vreselijk wat er allemaal gebeurt.!’
Harm Spoelstra, de buurman van Toos hief zijn arm op en maakte met gestrekte vingers een beweging van links naar rechts, vlak boven de knoop van zijn stropdas. Harm’s vader, Pake Spoelstra, voegde eraan toe: `Allemaal de kop eraf. Standrecht! Dat deden de Duitsers ook bij ons vroeger!’
Er was gemompel en geknik. Iemand stond op met een gebaar dat de WC ging worden opgezocht. Mehmed hoorde het holle geknisper van chips in open kindermonden.
`Nou, wat denkst er ván?’ vroeg Wytse, de nieuwe vriend van Toos’dochter. Haar vingers gleden langs de tatoeages op diens arm.
Het zweet brak Mehmed uit. Hij hoorde zichzelf zeggen: `Ik moet dunkt me weer eens naar huis. Morgen moet ik vroeg in de tuin aan het werk.’
Hij keek op zijn horloge, twijfelend of hij nog een ronde om tafel zou doen om iedereen een hand te geven.
Eén ding stond vast: welk antwoord hij verder op wat dan ook zou geven, geen enkel antwoord zou het juiste zijn.
Hij stond op en wou proberen zo vriendelijk, maar kort mogelijk, van iedereen af te komen.
Gelukkig zette Toos’ buurvrouw Aukje een cd op met `Alle dertien goed’.
Zoon Theo kwam uit de keuken met een pan kroketten en een pot mosterd.
Toos blies een rookwolk uit, maakte luidruchtig een paar onzekere danspasjes en riep: `En nou moet het gezellig wezen verdomme. Mehmed is een goeie vent, ook al is hij van een andere cultuur. Pas goed op jezelf jong! En fiets maar langs de plekken waar het licht brandt. `t Zijn rare tijden!’
Mehmed knikte, de vriend van Toos’dochter knipoogde naar de zoon van Harm en gnuifde: `En nou hij toch de kroketten mist, neem ik er maar een extra!’
Onder geplop van opengetrokken bierflessen zei Mehmed `hoi’ tegen het gezelschap, hoorde wat gemonkel terug, en nam in de met jassen volgestouwde hal van de jarige afscheid met de woorden: `Nou Toos, bedankt en goeie verjaardag verder!’
Toen hij weg was zei Harm:` `t Is apart volk, maar volgens Toos wil die Mehmed wèl werken!’
`En hij is ook niet zo fanatiek in zijn geloof!’ voegde Toos eraan toe.
`Allemaal terugsturen naar Casablanca!’ oreerde Pake Spoelstra.
En dat bleef nog gespreksonderwerp totdat Theo voor de zevende keer bier ging halen.
Mensen denken volgens hun instinct,
spreken volgens hun kennis en bevooroordeelde opinies,
maar voeren uit in het algemeen volgens hun gewoonte
– Francis Bacon (Engels filosoof, 1561-1621)