Komt een topeconoom op tv

Amsterdam, een mooie nazomerse zondag, bijna zeven jaar na het ontbranden van de grootste financiële crisis sinds de jaren dertig. Onze topeconoom gaat in het wekelijkse discussieprogramma Buitenhof in debat met twee pas afgestudeerde vertegenwoordigers van Rethinking Economics, een uit Manchester overgewaaid studenteninitiatief om het economieonderwijs diverser en relevanter te maken.

Teveel mathematica, teveel modellen, te weinig empirie en te weinig tegenspraak zouden volgens Rethinking Economics hebben geleid tot een economische wetenschap die zich te weinig bewust was van haar eigen blinde vlekken. Daarmee is zij er mede verantwoordelijk voor geweest dat niemand in de smiezen had dat er in het mondiale financiële stelsel een uiterst wankele schuldenpiramide werd gebouwd. Of zoals Koningin Elizabeth zich in november 2008 bij de opening van een nieuw gebouw van de London School of Economics afvroeg: why did no one see it coming?

Terug naar de studio. De eerste vraag is voor de studenten: wat zijn jullie bezwaren? De eenzijdigheid van het economieonderwijs en de grote kloof tussen academische economiebeoefening enerzijds en prangende maatschappelijke kwesties anderzijds. Dat is de kern. Dan krijgt onze topeconoom het woord. Onderuitgezakt begint hij aan een minutendurende monoloog. Luister even mee:

`Zo’n 98 procent van de economen beoefent de mainstream economie. Daarnaast heb je nog zo’n dertig andere stromingen. Je hebt de Islamitische economen, de feministische economen (smalend lachje), de Oostenrijkse economen, de post-Keynesiaanse economen, noem ze maar op. En de vraag is: moeten we die ook betrekken in het curriculum? Persoonlijk lijkt me dat niet zo’n heel goed idee, juist omdat die mainstream al zo ontzettend divers is.`

Bam, weg bezwaren. Vervolgens gaat onze topeconoom in de tegenaanval:

“Die groep van afsplitsingen, de heterodoxe economen, zoals we die ook wel noemen, dat is eigenlijk een groep die zich wil onttrekken aan de tucht en discipline van de mainstream. Er zijn congressen, er zijn toptijdschriften, daar stuur je je werk heen, zo gaat dat bij alle wetenschappen, het is heel erg lastig om er in te komen, meestal bij de top vijf tijdschriften wordt maar drie, vier procent geaccepteerd, en als je wordt afgewezen kan je een treetje lager gaan, terwijl van die heterodoxen die willen er eigenlijk niets mee te maken hebben, die richten hun eigen tijdschriften op, en je ziet het een beetje bij andere wetenschappen gebeuren, je ziet het in de biologie met Intelligent Design (weer dat smalende lachje), in de klimaatwetenschap heb je ook een groep sceptici…’

[en dan valt de interviewer hem in de rede: het heeft te lang geduurd en het is te weinig gedoseerd voor een goed tv-debat].

Verder lezen bij de bron, Ewald Engelen op Mejudice