Een rechtbank in Ankara heeft bepaald dat de Koerdische leider Selahattin Demirtaş voorlopig niet wordt vrijgelaten. Turkije legt daarmee een uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) naast zich neer.
Het Hof bepaalde eerder dat er voor en tijdens het proces tegen Demirtaş zóveel schendingen van het recht plaats hadden gevonden dat de Koerdische leider per onmiddellijk vrijgelaten diende te worden. Turkse rechtbanken vallen gewoon onder de jurisdictie van het Hof, maar Erdoğan liet eerder al weten de uitspraak van het Hof niet bindend te achten.
Volgens de advocaten van Demirtas heeft Erdoğan’s AK-partij de rechtbank in Ankara flink onder druk gezet, wat ongetwijfeld waar zal zijn.
Demirtaş werd in november 2016 gearresteerd in Diyarbakır, samen met enkele andere leiders van de linkse, pro-Koerdische HDP. Volgens Turkije onderhoudt de HDP nauwe banden met de Koerdische verzetsbeweging PKK. Erdoğan probeert al jaren de HDP politiek uit te schakelen. Tot nu toe is dat overigens – ondanks alle repressie – niet gelukt: de partij haalde bij de laatste verkiezingen ruim 13% van de stemmen.