Kobani en de Syrische revolutie

De wereldwijde aandacht voor de strijd van Kobani tegen IS is terecht, maar het verband met de revolutie in de rest van Syrië wordt te vaak vergeten.

Sinds midden september wordt het vooral door Koerden bewoonde Noord-Syrische kanton Kobani (Arabische naam: Ain al-Arab) met als hoofdstad de stad met de gelijke naam, belaagd door strijders van de zogenaamde Islamitische Staat (IS, voorheen ISIS). Tot nu toe zijn er meer dan 600 mensen omgekomen, waaronder zo’n 300 IS strijders. Sommige schattingen gaan uit van het dubbele aantal. De verdediging van Kobani is in handen van de Volksverdedigingseenheden (YPG in de Koerdische initialen), de gewapende eenheden van de Democratische Unie Partij (PYD), van verschillende onafhankelijke islamitische brigades en eenheden van het Vrije Syrische Leger (VSL).

Kobani is naast Afrin en al-Hasaka/Cizîrê een van drie kantons die het in feite autonome gebied Rojava vormen. In juli 2012 trokken de Syrische regeringstroepen zich terug uit dit gebied, klaarblijkelijk als gevolg van een deal tussen het regime van Assad en de PYD. De gewapende eenheden van de PYD hielden zich afzijdig van de Syrische burgeroorlog en daarmee hadden de troepen van Assad een front minder waar ze zich zorgen over moesten maken (ongetwijfeld was het regime van plan om later, na het neerslaan van de revolutie in andere delen van het land, zich te richten op het ‘Koerdische probleem’).(Lees verder bij de bron van dit artikel)