Ze zijn vuurwerk af aan het steken hier in de straat. Zoals op zoveel plaatsen. Ik heb er last van. Zoals zo veel mensen, en vooral ook zoals zoveel andere dieren. Elke keer als er een knal af gaat schiet er een stoot stress door me heen. En ik weet dat heel veel mensen iets dergelijks voelen, maar veel sterker nog dan ik. Straks ben ik genoodzaakt een half uur te lopen op weg naar de plek waar ik de jaarwisseling ga vieren, voorzover je in deze zenuwentoestand van ‘vieren’ kunt spreken. Rustig lopen, goed om me heen kijken of er in een zijstraatje mensen op het punt staan zo’n knalterreurding te laten ontploffen. Nee, vuurwerk is niet ‘leuk’ en niet ‘gezellig’.
Zoals ieder jaar is er weer discussie of het niet tijd wordt voor een vuurwerkverbod. Ik haat verboden, ze maken dingen doorgaans eerder erger dan beter. En ze geven het gezag, vanaf politie via openbaar ministerie en rechtbank tot en met justitieel incasassobureau en gevangenis, weer een extra bevoegdheid, weer extra legitimiteit. Dat gezag is zelf niet minder asociaal dan welke vuurwerkgebruiker dan ook, en heeft bovendien heel wat ernstiger knalvuurwerk tot haar beschikking. Een vuurwerkverbod betekent dat binnensteden en arme buurten rond de jaarwisseling veranderen in bezet gebied. Want wie denkt dat de witte bewoners van villawijken net zo behandeld gaan worden als de veelkleurige mensen die in arme wijken moeten wonen, heeft nog nooit van klassejustitie en etnische profilering gehoord. Nee, in een vuurwerkverbod zie ik net zo weinig als in het verbod van andere destructieve en asociale gewoontes zoals bijvoorbeeld alcoholgebruik.
Geen vuurwerkverbod dus, om bovenstaande reden. Maar er is nog een dingetje: feitelijk is vuurwerkgebruik allang verboden. Het is volstrekt onnodig om dat een tweede keer te doen, zelfs al zou je in een verbod geloven. Het afschieten van vuurwerk is – niet in sommige, maar in vrijwel alle gevallen – een vorm van gedrag die allang niet mag. Elke harde knal binnen gehoorsafstand laat mensen schrikken en laat kwetsbare mensen hevig schrikken. Het bezorgt die mensen leed, in veel gevallen intens leed. Ik kan me weinig ergere verschrikking herinneren dan het leed van mijn toenmalige partner, in zijn eigen huis, huilend, volstrekt overstuur en in totale paniek, omdat vanuit het huis er tegenover elke 45 seconden een zwaar vuurwerkding op de straat werd gegooid. Op oudejaarsavond. Gelukkig was ik niet de enige die dit niet accepteerde: enkele buren gingen net als ik boos de straat op en maakten de vuurwerkgooier(s) duidelijk dat dit heel snel op diende te houden, en het werd minder. Een incident dat tegelijk laat zien dat er een alternatief is voor verbieden: zelf gezamenlijk ingrijpen.
Maar hoe omschrijf je zoiets? Volgens mij was hier spraken van het toebrengen van zwaar psychisch leed. Maar je zal ook nog een zwak hart hebben bij zoiets, dan kun je er zwaar lichamelijk leed aan toevoegen. Wat hier plaatsvond, was mishandeling. Welnu, elk knallende rotje binnen gehoorsafstand afgestoken, elke gierende vuurpijl, is een lichte vorm van deze mishandeling. Als ook lichter vuurwerk urenlang, dagenlang wordt afgestoken, met onderbrekingen maar daardoor extra onvoorspelbaar, dan creëert dat chronische stress. Mensen zien daardoor op tegen de jaarwisseling, hetgeen weer meer stress meebrengt. Met welk recht doen mensen dit hun medemensen aan? Met welk recht doen zij alsof het hier een ‘traditie’ betreft die nu eenmaal ‘leuk’ is? Volgens mij is het mishandelen van mensen gewoon verboden, net als bijvoorbeeld verkrachting en moord. En ook wie niet in verboden gelooft, kan niet anders dan erkennen dat het hier om volstrekt verwerpelijk gedrag gaat waartegen een maatschappij die om mensen geeft zich dient te verweren.
En dan heb ik het over andere dieren nog niet eens gehad. Voor honden en katten is al dat geknal een ware hel. En waar mensen nog een beetje snappen wat er aan de hand is en soms de ergste ellende kunnen ontwijken, daar is zo’n dier alleen maar in blinde paniek en angst. Ik las op Joop een stukje over hoe je als huisdierhouder – ‘bezitter’ is een verkeerd woord, dieren zijn principieel geen bezit – kunt voorkomen dat je dier onnodig panisch is.(1) En ik denk: wat een onzin. Dat dier hoort helemaal niet panisch te hoeven worden, niemand heeft het recht om dat dier zoiets aan te doen.
En het betreft bepaald niet alleen huisdieren. Wat ik me pas onlangs ben gaan realiseren is het effect van vuurwerk op vogels. De vereniging Vogelbescherming schreef er over: “Bijvoorbeeld in de Biesbosch kiezen duizenden vogels in paniek het luchtruim als de eerste vuurpijlen de lucht in gaan”. De Biesbosch is een natuurgebied, en ligt niet in of vlak naast een grote stad. Als zelfs dáár de vogels zoveel last hebben… Vogelbescherming gaat verder. “Radarbeelden van bijvorbeeld weerstation De Bilt tonen aan dat het in heel Nederland bal is. Grote groepen vogels vliegen gedesoriénteerd rond. Van ganzen tot tuinvogels. Er zijn plekken waar wel 1000 vogels per vierkante meter opvliegen. Het gaat dus om miljoenen vogels.” Gevolgen van dit panisch rondvliegen? Vogels raken gestresst en verzwakt. “Bovendien zorgen deze factoren in combinatie met de duisternis er ook nog voor dat vele vogels zich te pletter vliegen tegen gebouwen of hoogspanningsmasten”. (2)
Vuurwerk afsteken betekent dus: vogels de paniek en de dood in jagen. Ongeacht wat de wet zegt, zoiets dient niet te gebeuren, niet te worden goedgevonden, niet te worden geaccepteerd. Veganisten zouden zich hier trouwens wel eens frontaal over kunnen uitspreken: vuurwerk afsteken brengt dieren leed toe en is dus zeker net zo verwerpelijk als het eten van dood dier of het drinken van melk.
En tja, voor zover ik weet is dierenmishandeling dus verboden. Behalve natuurlijk als de dierenmishandeling plaatsvindt in te kleine hokken en dient om zo goedkoop mogelijk voedsel uit miljoenen omgebrachte dieren te vervaardigen. Maar dit is een op zichzelf onaanvaardbare ‘uitzondering’ op de norm die door de meeste mensen met woorden wordt erkend: dieren leed toebrengen is verwerpelijk. Alweer: ook wie niet in verboden gelooft, kan niet anders dan erkennen dat het afschieten van vuurwerk dierenmishandeling is, en dat dit alleen al daarom volstrekt verwerpelijk gedrag is waar een maatschappij tegen op dient te treden. De vraag is alleen hoe.
Want daar wringt natuurlijk een schoen. Al die mensen die dezer dagen hun vuurpijlen, duizendknallers en weet ik wat ontsteken, zijn geen sadisten en geen bewuste dierenbeulen. Zij doen dit niet omdat ze mij stress willen bezorgen, zij realiseren zich gewoon onvoldoende dat ze dit doen. Ze steken geen vuurwerk af om honden en katten tot panische wezens te maken, of om vogels tegen hoogspanningsmasten op te jagen, de dood tegemoet. Ze doen dat wel, maar onbedoeld en onbewust. Dat is dan ook stap één: mensen horen doordrongen te zijn van wat ze met hun vuurwerkgebruik mensen en andere dieren aandoen. Een deel van de vuurwerkafstekers zal zich dan achter de oren krabben: is mijn pleziertje dit echt waard?
Maar daarmee zijn we er niet. Niet iedereen zal gevoelig zijn voor een beroep op hun compassie voor dieren, waaronder menselijke dieren. Voor veel mensen zal de afwijzing van hun vuurwerkhobby voelen als weer een verbod, weer iets dat niet mag, weer iets dat mensen wordt afgepakt. Dat gevoel is niet alléén maar onzin. Dat gevoel komt wel ergens vandaan, net zoals de behoefte om eens per jaar knallend uit de band te springen ergens vandaan komt. Een maatschappij die haar leden frustreert met regels en eindeloze controles en die mensen opjaagt met carrièredruk, werkstress en prestatiedwang, roept de behoefte aan afreageren zelf op. Overdadig alcoholgebruik is van dat afreageren een vorm, vuurwerk afsteken een andere.
Ik vind het afsteken van rotjes een vorm van mishandeling. Maar het is een vorm van mishandeling, bedreven door mensen die dag in dag uit systematisch door deze maatschappij mishandeld zijn. Ik vind dat ik het volste recht heb om geen vuurwerk binnen gehoorsafstand te dulden. Maar die mensen die desondanks vuurwerk afsteken, zijn niet mijn vijanden. Ik heb last van hun gedrag, en ik wil dat ze er mee stoppen ook. Maar dat gedrag wortelt precies in die dezelfde maatschappelijke orde die ik als anarchist ten diepste verafschuw. Als iets van de agressie van al deze vuurwerkafstekers zich nu eens richt tegen orde, gezag en het achterliggende systeem, dan vinden ook deze mensen mij als bondgenoot. Maar intussen: kappen met die knallen!
Noten
1 Roos Vonk, “Hoe help je je huisdier (en jezelf) oudejaarsavond door?”
2 Jammer wel van die rolbevestigende titel, alsof alleen mannen vuurwerk afsteken – gevonden via Krapuul, Marc Scheurkogel, “Je hebt pas ballen als je stopt met knallen”, Vogelbescherming, 27 december 2018
– Eerder verschenen bij Ravotr