Joodse protesten leiden tot intrekken prijs voor Angela Davis

Het Instituut voor de Burgerrechten in Birmingham in de Amerikaanse staat Alabama heeft de toekenning van een belangrijke prijs aan de Amerikaanse mensenrechtenactiviste en feministe Angela Davis ingetrokken. Dat gebeurde vooral, hoewel niet uitsluitend, na protesten van de plaatselijke Joodse gemeenschap, de Joodse Federatie van Birmingham, schreef Roy S. Johnson, een columnist voor diverse kranten in Alabama. Een belangrijke reden was dat Davis steun had uitgesproken voor de Palestijnse rechten en voor BDS, de boycotbeweging van Israel.
De prijs werd in oktober toegekend, maar een blad van diverse Joodse gemeenschappen in het zuiden van de VS, Southern Jewish Life, schreef vorige maand een kritisch artikel over haar steun voor BDS en daarna kwamen de protesten. 

De prijs was de Fred Shuttlesworth prijs, genoemd naar deze zwarte Baptistendominee (1922-2011) die uit Birmingham afkomstig was en een grote rol speelde in de Amerikaanse burgerrechtenbeweging. Angela Davis zelf is ook in Birmingham geboren.

De prijs zou in februari worden uitgereikt, maar de ‘Birmingham Civil Rights Institute” liet weten dat bij nader inzien Angela Davis ”niet aan alle criteria voldeed waarop de prijs is gebaseerd”.
Davis is een vooraanstaande Amerikaanse intellectueel, bekend mensenrechtenactiviste, emeritus professor van onder meer de Universiteit van California/ Santa Cruz, en een voormalig lid van de Communistische Partij van America. Recent steunde ze de Black Lives Matter beweging en kwam ze op voor Palestijnse rechten en BDS. Vorig jaar werd de prijs uitgereikt aan musicus en mensrechtenactivist Harry Belafonte, de eerste zwarte burgemeester van Birmingham Richard Arrington, en posthuum aan de blanke activiste Viola Liuzzo, die in 1965 werd vermoord door de Ku Klux Klan wegens haar deelname aan de strijd voor burgerrechten voor zwarten.
Het Joodse verzet tegen de voorstanders van Palestijnse rechten neemt in de VS vaker de vorm aan van pogingen een wig te drijven in de zwarte gemeenschap. In 2002 werden door toedoen van AIPAC en Joodse PACs twee zwarte leden uit het Huis van Afgevaardigden gestemd, onder wie Cynthia McKinney uit Atlanta, Georgia 1). Eind november  werd Marc Lamont Hill ontslagen als commentator van CNN-tv nadat hij op de Internationale Dag van de Solidariteit met het Palestijnse Vo0lk (29 november) in de Verenigde Naties een speech had gehouden. Vooral zijn laatste woorden waarin hij de wens uitsprak voor een ”vrij Palestina van de rivier tot aan de zee”  waren aanleiding voor beschuldigingen dat hij antisemiet was. De woorden ”van de rivier tot aan de zee” werden aan Hamas toegeschreven. Ze werden echter tientallen jaren geleden voor het eerst gebruikt door de zionistische Heruth (=Likud)-partij. Pogingen hem te laten ontslaan als hoogleraar aan de Temple University in Philadelphia mislukten gelukkig.

Als eerste wetsvoorstel in dit jaar 2019 diende een aantal Republikeinen deze maand een wet in die overheidscontracten met firma’s of personen die BDS steunen onmogelijk moet maken. Zo’n 26 staten in de VS hebben dergelijke wetten al eerder aangenomen. Enkele daarvan zijn intussen al weer ongeldig verklaard op grond van het feit dat ze strijdig waren met de in de Amerikaanse grondwet verankerde vrijheid van meningsuiting.
1)  Het verlies van McKinney wordt behandeld in de fim ”The Lobby”  van Benny Brunner. Uitgezonden in 2003 door de IKON).

– Eerder verschenen bij Abu Pessoptimist