Israelische politici hebben zich deze dinsdag weer van hun meest realistische kant laten zien. Om te beginnen natuurlijk premier Netanyahu en stafchef Kochavi. Op een persconferentie verklaarden die dat niet Israel van zijn kant aanstuurt op een escalatie, maar dat ze er ”wel klaar voor zijn”. De twee lijken vergeten te zijn dat ze zojuist een militaire leider van de Islamitische Jihad en diens vrouw standrechtelijke geëxecuteerd (zeg maar: vermoord) hebben. Blijkbaar is het vermoorden van leiders van de andere kant geen escalatie. Die leider was immers ”een tikkende tijdbom, een terrorist” volgens Israel. En als Israel dat vindt, dan heeft Israel natuurlijk het recht om hem (en zijn vrouw) tot gort te bombarderen.
Welke politicus in Israel durft het daarmee oneens te zijn, zou je zeggen.
Maar, die is er dus wel. Hij heet Ayman Odeh en is de politiek leider van de (Arabische) Verenigde Lijst in de Knesset. Odeh twitterde dat de aanval op de Palestijn Abul ‘Atta ”een desperate poging van Netanyahu [was] om aan het bewind te blijven. Tien jaar lang stond hij iedere dag op om de bezetting te verdiepen en de kansen op vrede tegen te houden. En dat deed hij vandaag opnieuw,” aldus Odeh.
Dat ontlokte Yuli Edelstein, partijgenoot van Netanyahu en voorzitter van de Knesset, de opmerking dat ”de enige stemmen die we deze ochtend hoorden die niet hun steun uitspraken voor de IDF (het Israelische leger) een verklaring was uit de Knesset van de Verenigde Lijst. ”Zij noemden het een politieke beslissing, aldus Edelstein. “Dat is erg teleurstellend. Het maakt duidelijk hoe onverantwoordelijk het is om te praten over de vorming van een regering die mede afhangt van de steun van de Verenigde Lijst. Het maakt duidelijk dat de tegenstand tegen hen niets te maken heeft met de etnische afkomst van het ene of andere lid van de Knesset, maar alles te maken heeft met de basale vraag hoe we omgaan met de veiligheid van onze burgers.”
Op deze zelfde dinsdag deed het Europese gerechtshof in Luxemburg toevallig ook een uitspraak in een zaak over de vraag of producten uit de Israelische nederzettingen gelabeld mogen worden als ”Made in Israel”, dan wel benoemd moeten worden als ”afkomstig uit de nederzettingen op de bezette Westoever van de Jordaan”. Het hof vond het laatste. En het voegde eraan toe dat Europese burgers anders misleid worden over de ”onwettigheid” van deze nederzettingen.
De ultrarechtse Israelische minister van Transport Bezalel Smotrich (zelf wonend in een nederzetting) gaf daar als commentaar op dat de Europese rechters zich hiermee ”supporters toonden te zijn van de terroristen” in Gaza die al die raketten afschieten. ”Op dezelfde dag dat Israels vijanden ons herinneren aan hun doel om ons te vernietigen, wat het resultaat is van het opgeven van gebied (Smotrich bedoelde: de Israelische terugtrekkinmg uit Gaza) stelt het Europese hof zich op aan hun kant,” aldus Smorich.
Je zou zeggen: misschien zijn de meeste politici in Israel zo doordrongen van hun eigen gelijk dat ze het zicht op de werkelijkheid toch een beetje zijn kwijtgeraakt. Of is dat misschien een understatement?
Eerder verschenen op Abu’s blog