The Parents Circle bestaat al zeker sinds 1997. De bedoeling was ouders van slachtoffers bij elkaar te brengen en een dialoog op gang te krijgen. Onder meer Rami Elhanan wiens 15-jarige dochter Smadar toen werd gedood door een bom in een café, kwam door de voorloper van de Parents Circle in contact met Bassam Aramin, wiens tienjarige dochter door een soldaat was doodgeschoten met een zogenaamde ”rubberkogel” in haar hoofd. Ze werden dikke vrienden en gaven jarenlang jaarlijks zo’n 1000 spreekbeurten op scholen. In 2018 werd de voortzetting hiervan, de Parents Circle, ondergebracht in de serie ”Externe programma’s” die bedoeld zijn om de lesprogramma’s van de scholen te verrijken. Totdat de rechtse wind die op dit moment in Israel waait er een stokje voor stak.
Tijdens de hearing werd een klacht van een loco-burgemeester van Jeruzalem ingebracht, waarin hij specifiek wees op de gelijkstelling van slachtoffers van terreur of van geweld van het leger. Een rechtse activist voerde aan dat de voorzitter van de organisatie had gezegd dat hij geen onderscheid maakte tussen de man die zijn dochter had gedood of een piloot die een bom had gegooid. En een derde klacht maakte melding van kritiek op het beleid van het leger op de Westoever op de website van het Families Forum. De organisatie gaf tot nu toe tientallen presentaties per jaar en ook werd vorige week nog hun zomerkamp gehouden, maar volgens Appleton is het vrijwel uitgesloten dat van het Families Forum nog programma’s zullen worden toegelaten.
Op deze manier vindt op ongekend snelle wijze een serie wijzigingen in Israel plaats die – waarschijnlijk voor jaren – een ultrarechts klimaat vestigen en het land rijp maken voor de beoogde annexatie van (minimaal een deel van) de Westelijke Jordaanoever. De Israeli’s houden hun blik vooral gericht op de wijzigingen van de rechterlijke macht en rukken daar tegen ten strijde met hun potsierlijke vlaggenparade. Maar intussen is – behalve het afschieten van dit verzoeningsprogramma – de afgelopen twee weken ook een nieuwe wet aangenomen die de ”ballotage-commissies” om ongewenste bewoners (lees: Arabieren) te weren is uitgebreid. Eerder waren de commissies geoorloofd in Galilea en de Negev, maar nu mogen ze in alle gemeentes in Israel. En van gemeentes met maximaal 400 families zijn ze uitgebreid naar gemeentes met maximaal 700 families. Verder werd op de laatste dag voor het zomerreces begon ook nog een amendement op de wet aangenomen die verkrachtingen strafbaar stelt. Het amendement houdt in dat Arabieren dubbel gestraft worden als er sprake is van een zogenaamd ”nationaal motief”. Beide wetten zijn dus, dat mag wel worden gezegd, ongekend racistisch.
En tenslotte is er in juli een wet aangenomen die 120 miljoen shekel ter beschikking stelt van plannen om de diefstal van antiquiteiten tegen te gaan in ”Judea, Shomron en de Vallei van de Jordaan”. Hierbij is de clou dat het niet gaat om het tegengaan van diefstal (daarvoor is slechts 10% van het bedrag bestemd) maar om de gebieden zelf zo veel mogelijk in handen te krijgen. Onder meer speelt zich dit af rond de plaats Sebastia, (ten noordwesten van Nablus) waar een belangrijk historisch complex deels in Sebastia zelf en deels daarbuiten ligt. Samen met een al in mei gegeven belofte dat de regering 32 miljoen investeert in de ontwikkeling van dit gebied maakt dit onderdeel uit van een coalitie-akkoord met de partij Otzma Yehudit van Itamar Ben Gvir om 150 miljoen ter beschikking te stellen voor ”het veilig stellen van het Joodse erfgoed” van de Westoever. Er valt veel meer over te vertellen en ik kom erop terug. Maar ik kan alvast zeggen dat er reden is om ongerust te zijn.
– Uitgelichte afbeelding: By http://theparentscircle.com/, Fair use, https://en.wikipedia.org/w/index.php?curid=33864314