Er zijn nog mensen die denken dat de Palestijnen op de Westoever zelfbestuur hebben, ook wel autonomie genoemd, ondanks tal van tekenen die dat weerspreken. Zoals het feit dat Israel naar believen mensen oppakt of demonstraties uit elkaar jaagt ook in de ”A-gebieden”, de plekken waar de Palestijnse Autoriteit het volgens de Oslo-Akkoorden voor het zeggen zou moeten hebben, maar het dus niet heeft. Ander voorbeeld: het juridische stelsel aan wetten dat voor Palestijnen wordt beheerst door een ingewikkeld stelsel van oude Jordaanse wetten en Israelische legerorders, en een rechtspraak die wordt uitgeoefend door Israelische legerofficieren die voor de gelegenheid poseren als rechter.
Er vallen natuurlijk nog veel meer voorbeelden te noemen, zoals de onvrijheid van bewegen, van handel, van het maken van bestemmingsplannen, het recht om te bouwen of het bezit van grond. Maar aan die bewijzen dat de autonomie een wassen neus is, kan er nu één nieuw bewijs worden toegevoegd: Israel gaat ook bepalen welke buitenlanders les mogen geven aan een Palestijnse universiteit. En ook hoeveel en welke buitenlanders er mogen studeren. En hoe lang. Het CIDI zal u dit soort dingen niet vertellen. Lees daarom hier hoe Israel nu ook gaat ingrijpen bij de gang van zaken op Palestijnse academische instellingen en gaat bepalen wie er wat mag doceren of leren. Een nieuw argument voor een land als Nederland om nog maar eens na te denken over de (academische) samenwerking met Israel.
De journaliste Amira Hass van de krant Haaretz heeft een antwoord in handen gekregen van de staat op een bezwaar dat twee advocaten in 2019 indienden tegen een aantal verscherpingen van restricties en daarin staat dat er in mei nieuwe richtlijnen in werking gaan treden. Volgens deze richtlijnen zal Israel gaan bepalen of de vakken waarin buitenlanders les willen gaan geven van belang zijn voor Israel en of ze bevoegd zijn en minstens een doctorstitel bezitten. Wie wil lesgeven aan een universiteit op de Westoever moet een verzoek indienen bij een consulaat in zijn of haar land van herkomst. De uiteindelijke beslissing zal worden genomen door een daartoe geautoriseerde persoon bij de onder het ministerie van Defensie vallende ”Coördinator van Regeringsactiviteiten in de Gebieden” (COGAT), nadat is vastgesteld dat de betreffende docent een belangrijke bijdrage kan leveren ”aan de academische vorming, de regionale economie of de bevordering van regionale samenwerking en vrede”. Israel zal het maximum aantal docenten vaststellen. Op dit moment zijn dat er maximaal 100.
De nieuwe instructies bevatten procedures die vanaf mei de komende twee jaar als een ”pilot project”zullen worden gehanteerd. Ze betreffen vreemdelingen die naar de Westoever willen komen of zich er willen vestigen. Over buitenlandse studenten aan Palestijnse academische instituties is bepaald dat dit er jaarlijks niet meer dan 150 mogen zijn. COGAT zal vaststellen welke studies voor hen open staan. Elke student zal worden geïnterviewd op een diplomatieke missie van Israel in zijn of haar land en een ambtenaar van COGAT zal op grond daarvan bepalen of de student wordt toegelaten.
In deze procedures voor buitenlanders (die nu in het Engels worden vertaald maar nog niet in het Arabisch) staat verder dat buitenlandse docenten en studenten een officiële uitnodiging moeten tonen van de Palestijnse Autoriteit (al staat er niet bij van welke PA-instantie). Verder is bepaald dat docenten maximaal vijf jaar aan een Palestijnse universiteit les mogen geven, maar na de eerste periode van 27 maanden ten minste negen maanden buiten de Westoever moeten verblijven. Studenten mogen vier jaar studeren en voor doctorale of post-doctorale studies is dat vijf jaar. Alle studenten en docenten krijgen steeds een verblijfsvergunning voor één jaar, die voor de betreffende periodes verlengd kan worden.
De nieuwe richtlijnen volgen op een periode van 15 jaar waarin steeds meer beperkingen werden opgelegd. Ze worden nu vastgelegd in een nieuw systeem. In de nieuwe richtlijnen staat dat toegang tot de Westoever alleen wordt verleend via de Allenby-brug vanuit Jordanië. Vroeger kon dat ook via de luchthaven Ben Gurion, maar nu moet dat uitsluitend via de – duurdere – omweg via Jordanië. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen langetermijnvisa en visa voor korte termijn die aan de grens kunnen worden verkregen. De laatste zijn voor echtgenoten of kinderen onder de 16, journalisten van internationale media, zakenlieden en werknemers van organisaties die hulp verlenen aan Palestijnen. Langetermijnvisa worden alleen verleend aan mensen uit landen die betrekkingen hebben met Israel. Ook mensen uit landen als Jordanië, Egypte of de Verenigde Arabische Emiraten waarmee Israel een vredesverdrag heeft komen in aanmerking, maar de procedures zijn ingewikkelder en de duur van het visum korter. Een visum geeft overigens geen garantie dat de houder ervan ook het land binnenkomt: doorslaggevend is de ondervraging aan de grens.
Ook verschenen op Abu’s blog.
Uitgelichte afbeelding: Bir Zeit University – By Hanna Kreitem, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=11893818