Internationale donoren geven altijd helft minder dan beloofd

Als internationale donoren miljoenen dollars beloven voor wederopbouw na conflicten of humanitaire hulp, komt dat geld meestal te laat, blijkt het veel minder te zijn dan beloofd of komt het zelfs helemaal niet.

De gebrekkige betaling van beloofde hulp raakt vooral burgerslachtoffers in door oorlog verscheurde gebieden zoals Gaza, Libanon, Syrië en recentelijk Jemen. Ook landen die getroffen werden door aardbevingen, zoals Haïti en Nepal, en minstens drie Afrikaanse landen die verwoest werden door de ebola-crisis, ondervinden de gevolgen van niet nagekomen beloften.

Op de VN-ebolaconferentie van 9 en 10 juli 2015 in New York vroegen de regeringen van Liberia, Sierra Leone en Guinee meer dan 3 miljard euro humanitaire hulp. Donoren bleken bereid dit te geven. Maar hoeveel van dit geld wordt daadwerkelijk overgemaakt en wanneer?

Matthew Russell Lee, onderzoeksjournalist bij Inner City Press, vroeg Helen Clark, bestuurder bij het VN-Ontwikkelingsprogramma (UNDP) welke stappen gezet worden om er zeker van te zijn dat beloften worden nagekomen. Op zijn blog schrijft hij dat het antwoord was dat het UNDP contact zal opnemen met de donoren. “Maar worden ook de donoren die niet betalen bekend gemaakt?”, vraagt hij zich af.

Lee zegt in een reactie dat het er niet op lijkt dat het UNDP mechanismen beschikbaar heeft voor rapportage van nakoming van de beloften die op de ebolaconferentie werden aangegaan. “Als de VN dit soort beloften aankondigen, moeten ze ook nakoming eisen”, zegt hij. Het is vreemd om bijvoorbeeld Saoedi-Arabië zo overvloedig te prijzen voor een voorwaardelijke belofte van hulp aan Jemen, terwijl dat land ook de coalitie aanvoert die Jemen heeft gebombardeerd. In april 2015 kondigde Saoedi-Arabië een donatie aan van 274 miljoen dollar voor “humanitaire operaties in Jemen”. (Lees verder bij de bron van dit artikel)

Via:: dewereldmorgen.be